Een verpleegkundige die werd verdacht van betrokkenheid bij het overlijden van meerdere van zijn patiënten in het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen (WZA) wordt toch niet vervolgd. Het Openbaar Ministerie laat vrijdagochtend weten dat er „onvoldoende bewijs is om vast te kunnen stellen” dat de man strafbare handelingen heeft gepleegd. Doordat justitie de zaak heeft geseponeerd, is de man geen verdachte meer.
Het OM kwam tot de conclusies na een „uitgebreid strafrechtelijk onderzoek”, dat begin 2023 geopend werd nadat het ziekenhuis aangifte deed. Het WZA had namelijk een brief gekregen van de GGZ Drenthe, waar de man in behandeling was. In gesprekken met hulpverleners zei hij tijdens de coronapandemie de levens van circa twintig patiënten die in zijn ogen ernstig en uitzichtloos leden voortijdig te hebben beëindigd. Dat deed hij volgens hemzelf door beademingsapparatuur uit te zetten en morfinedoses te verhogen. Hij voerde hiervoor geen overleg met artsen of familieleden, zo verklaarde de longverpleegkundige.
De destijds 30-jarige man werd in maart vorig jaar aangehouden. In juni daarop werd hij vrijgelaten uit voorarrest, omdat rechters vonden dat de verdenking tegen hem niet sterk genoeg was om hem langer vast te houden. Daarop tekende het OM beroep aan.
Geen namen genoemd
In het onderzoek werd gekeken of wat de man verklaard had ook daadwerkelijk had plaatsgevonden. Een complicerende factor hierin was dat de verpleegkundige wél herhaaldelijk zei wat hij had gedaan, maar geen namen van patiënten noemde. „Het betrof dus een onderzoek naar onbekende, mogelijke slachtoffers die bovendien al geruime tijd overleden waren”, schrijft het OM. „Daarbij kwam dat het reguleren van zuurstof en het toedienen van morfine op zichzelf genomen normale medische handelingen zijn.”
Lees ook
Meer hoeft de ggz niet over de verdachte verpleegkundige te verklappen
De verpleegkundige werd meermaals ondervraagd en de politie verhoorde vele getuigen, zowel binnen als buiten het ziekenhuis. Er werden meerdere gegevensdragers onderzocht en twee experts onderzochten de medische dossiers van patiënten die stierven tijdens een dienst van de verdachte, of kort erna. Ook vroeg het OM de rechtbank tweemaal om stukken in te zien die vallen onder het medisch beroepsgeheim. Dat laatste werd afgewezen. Uit al deze onderzoekingen „zijn geen concrete feiten en omstandigheden naar voren gekomen die de uitlatingen van de verpleegkundige over zijn eigen handelen tijdens de coronapandemie bevestigen”, aldus het OM. „Een veroordeling kan volgens de wet nooit enkel worden gebaseerd op iemands eigen uitlatingen.”
De zaak zorgde vorig jaar voor veel beroering, met name onder de nabestaanden. Ook het onderzoek heeft impact op familieleden en vrienden van de overledenen gehad. „Hoewel voor een deel van hen niet alle onzekerheid weg kan worden weggenomen, benadrukken de officieren van justitie dat in geen van de onderzochte overlijdens concrete aanwijzingen zijn verkregen voor strafbaar handelen van de verpleegkundige”, schrijft het OM.