
In Vathorst-De Laak in Amersfoort eten Theo en Margriet van Wee tussen de middag warm met de radio aan. „Je spreekt elkaar de hele dag al.” Komend jaar zijn ze vijftig jaar getrouwd. „Cry, cry”, zegt Inge van Verschuer in de Haagse Archipelbuurt als Nowar Rahmouni bij de red label zalm vertelt over haar in Aleppo overleden vader. De groentesoep bij de eetclub in het Zeeuwse Kwadendamme staat om half zes op tafel, zo hebben de oudere Zeeuwen het graag. En in de naoorlogse eengezinswoning van Sayveka Firma en haar vier volwassen kinderen in de Rotterdamse buurt Schiebroek-Zuid eet iedereen wanneer het hem of haar uitkomt. „Dat is rustiger.”
NRC volgt in 2025 drie stadswijken en een dorp die min of meer representatief zijn voor Nederland: een negentiende-eeuwse wijk in Den Haag, een vinexwijk in Amersfoort, een dorp in Zeeland en een kwetsbare buurt in Rotterdam.
In januari vroegen we bewoners naar hun verwachtingen voor het nieuwe jaar, in februari naar hun noodpakket, in maart naar de boodschappen, in april naar de opvoeding. Ditmaal zijn we erbij als bewoners warm eten. We willen weten wat ze eten en hóe ze dat doen. Met wie delen ze hun maaltijd en waar praten ze dan over?
Den HaagArchipelbuurt
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: 72.400 euro
Koopwoningen: 54 procent
Gemiddelde woningwaarde: 639.000 euro
Grootste leeftijdsgroep: 45- tot 64-jarigen (30 procent)

In een negentiende-eeuws herenhuis aan de Bankastraat, bij het plein met de bronzen fontein, wonen Philip en Inge van Verschuer, baron en barones Van Verschuer, maar dat zullen ze zelf nooit zeggen. In hun keuken op de begane grond staat een lange tafel, zo lang dat er gemakkelijk veertien mensen aan kunnen zitten, met een beetje inschikken achttien. Hier zijn de dinertjes met hun vrienden of, op zon- en feestdagen, met hun zoons, hun vier Angolese zoons, van wie de oudste 38 is. „Niet meer altijd allemaal tegelijk nu ze volwassen zijn”, zegt Inge van Verschuer. „Ze hebben vrouwen, kinderen, banen, een eigen leven. Maar we zitten hier nog best vaak met de hele familie.”
Nu is het een maandagavond in mei en eten ze alleen met Nowar Rahmouni, die sinds anderhalf jaar bij hen woont. Zij komt uit Aleppo, in Syrië. Ze zit nog even in de tuin een sigaretje te roken terwijl Philip witte wijn inschenkt en Inge rondgaat met olijven en reepjes paprika. Ze waren advocaat in Amsterdam en Rotterdam, later in New York en Parijs, gespecialiseerd in fusies en overnames (hij), in milieurecht en mensenrechten (zij), bij grote internationale kantoren en bij de Verenigde Naties. Sinds Philip met pensioen is en Inge bijna – ze zijn 64 – organiseren ze kamermuziekfestivals en het YPF European pianoconcours (zij) of adviseren ze start-ups bij de TU Delft (hij). Onder andere.

Philip en Inge van Verschuer uit Den Haag eten samen met de Syrische Nowar Rahmouni , die sinds anderhalf jaar bij hen woont.
Ze kregen zelf geen kinderen en waren bezig met adoptie, tot de overbuurvrouw zei dat ze weekendouders konden worden voor alleenstaande minderjarige asielzoekers. Dat was in 2001. „Daar kwamen ze”, zegt Inge. „Op een zaterdag, met in een plastic tasje hun spullen.” Toen waren het alleen nog Nani en Tino, twee broers. Al snel kwamen Steven en Antonio erbij en ze zijn nooit meer weggegaan. „We hebben er niet lang over nagedacht”, zegt Philip. Inge: „Ze zijn het goud in ons leven.” Dan staat Philip op om de schaal met venkel en winterpeen uit de stoomoven te halen en Inge zet de ratatouille op tafel. Het is na achten, ze eten altijd laat. De kaarsen gaan aan, er is zalm, red label zalm uit Scheveningen, met rozemarijn en tomaatjes, en er is bruine rijst. Nowar komt binnen en ze gaan alle drie zitten, Inge aan het hoofd.
Nowar, 36, werkt sinds drie maanden bij Oxfam Novib als communicatiespecialist. Ze is opgeleid aan de Lebanese International University en spreekt vloeiend Engels, maar aan tafel probeert ze Nederlands te praten. Ze zegt: „Ik spreek Nederlands tijdens het avondeten.” Philip zegt: „Goed zo. Hoe was je dag?” En Nowar vraagt: „Hoe was jullie dag?” Later vertelt ze over haar moeder in Aleppo, die daar is gebleven met een van Nowars zussen. De andere zussen wonen in Helmond en Duitsland. Hun vader is net gestorven, hij was pas 69 en stop, stop, stop nu, ze kan er niet over praten zonder te huilen.
„Niet erg, Nowar”, zegt Inge. „Cry, cry.”
De artsen in het ziekenhuis dachten aan zijn hart, het waren zijn nieren. Een paar uur eerder had Nowar nog aan de telefoon met hem gepraat. „Hij steunde me altijd”, zegt ze, in het Engels. „Studeren, korte rokken, niet willen trouwen, een zelfstandig leven leiden, geen probleem.” De sla komt op tafel, de Franse kaas, de druiven. „Toen Tino me voor het eerst zag”, zegt ze, „noemde hij me meteen sister.” De andere jongens zeggen het ook: my sister. En dan is het kwart over tien en gaat Nowar slapen. Ze is de enige in huis die vroeg op moet.
AmersfoortVathorst-De Laak
65-plussers: 6 procent
Migratieachtergrond: van buiten Europa: 25 procent
Koopwoningen: 64 procent (vooral eengezinswoningen)
Gemiddelde woningwaarde: 491.000 euro

Eén uur in de middag en in de magnetron gaat spinaziestamppot met raapstelen. Restje van zaterdag want eten wéggooien, nee, dat hebben Theo en Margriet van Wee nog nooit in hun leven gedaan. En desnoods gaat het naar de vogels. „Die pikken het schoon op.”
Vandaag, maandag, eten ze er een braadworstje bij. De ene worst had Theo van Wee (85) al in stukjes in een pannetje gedaan, zachtjes op het vuur, de andere in z’n geheel. Maar dat hoeft-ie aan zijn vrouw Margriet van Wee (78) niet te vertellen, want die heeft aan de keukentafel al één bord mét en één bord zonder mes gedekt.
Of ze wel eens groente in de supermarkt kopen? Theo denkt na. Ja één keer. Spinazie in van die blokjes uit de diepvries. „Lust ik niet hoor!”
Nee, alles uit eigen tuin. Bloemkool. Witte kool. Biet. Tuinboon. Spruit. Sla. Ui. Prei. Spinazie. Andijvie. „Andijvie met gehaktbal. Jazéker”, zegt Theo met fonkelende ogen.
Dat is op woensdag, gehaktdag, als bij de slager het derde ons gratis is. „Half om half”, zegt Margriet. En dikwijls haalt ze dan ook nog een lekkerbekje en een zalmslaatje bij de visboer. Voor zichzelf, want Theo lust geen vis.
„Hebben we vroeger nooit op tafel gehad”, zegt Theo.
Margriet: „Hij redt zich wel.”
Midden in Amersfoort-Vathorst vind je tussen alle nieuwbouw nog één woning met een hooischuur, paarden, en klompen voor de deur. Eerst 38 meter verderop, maar toen is het hele huis met een hoogwerker opgetild en op een rails geplaatst, de plantjes nog voor de ramen, omdat er een rotonde kwam. Theo: „Het stond hier ooit zwárt van de koeien, nu zijn we ingebouwd.”


Foto’s Dieuwertje Bravenboer
Niks mis mee, want bijna dagelijks komt een stel buurtkinderen spelen in hun bak met zand. De paarden krijgen alle aandacht. En wat zouden ze zonder buren moeten, met die hónderden peren aan de boom? Al was dat met de andijvie laatst wel een punt: „De overbuurman wist niet wat ’t was”.
Goed. Aan tafel. Radio 2 staat luid aan. De braadworst in stukjes is voor Theo en de hele voor Margriet. Jus over de stamppot, Margriet een beetje nootmuskaat. Eten maar. En als je wat te zeggen hebt… prima. Luisteren naar de radio mag ook. „Je spreekt elkaar de hele dag al.”
Ze dansen samen. Volksdansen op maandag. En ze zijn komend jaar vijftig jaar getrouwd. Ze leerden elkaar kennen bij een samenkomst in een kelder onder een kerk in Amsterdam-West en zijn altijd bij elkaar gebleven. „Elkaar de vrijheid geven”, dat is de truc.
Zoals met vakantie. Theo heeft er niks mee. Eén keer is-ie geweest, met z’n broer. Varkens kijken in Roemenië. Die lange busreis, dat arme land. „Nou, nooit meer.” Maar zíj geeft er wel om. „Nou, dan gaat ze.” Bustoer met een vriendin naar Putten. Reisjes naar Spanje, Italië, Bulgarije en – Margriet: „al vijf keer!” – Roemenië.
„Als ik maar niet mee hoef”, zegt Theo terwijl hij nog even de appelmoes uit de koelkast pakt. Die gaat samen met de spinazieraapstelenstampot op één lepel in z’n mond. Theo: „Anders lust ik ’t niet hoor.” Margriet: „Gátver”.
RotterdamSchiebroek-Zuid
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: onbekend
Koopwoningen: 20 procent
Gemiddelde woningwaarde: 276.000 euro
Grootste leeftijdsgroep: 25- tot 45-jarigen (25 procent )

Met Kerst aten ze als gezin voor het laatst samen aan tafel, Sayveka Firma (52) en haar vier thuiswonende volwassen kinderen. Meestal gaat het zoals nu. Om vijf uur roert Sayveka in een pan met rundergehakt, tomatenpuree, pasta- en knoflookpoeder, kerrie en kruiden van het merk Topic, uit Curaçao. Een ‘XXL’-fles zonnebloemolie staat binnen handbereik op het aanrecht.
Spaghetti erbij, deksel op de pan, klaar.
Ze eet zelf als eerste, tegen zessen. Sayveka maakt schoon op een basisschool en levert maaltijden aan de ouderenflat naast de moskee. „Ik houd van koken”, zegt ze. Vóór corona kookte ze met andere vrouwen voor gezinnen die moeite hadden om rond te komen en dan aten ze met elkaar in het verzorgingstehuis verderop. Na corona konden ze nergens meer terecht. Ze eet de spaghetti aan haar eettafel. Soms eet ze op de bank.

In het gezin van Sayveka Firma en haar vier thuiswonende volwassen kinderen, in Rotterdam, eten ze meestal niet samen. „Iedereen zijn eigen ritme, dat werkt het beste.”
Dan komt de jongste van 18 de trap af, „Oh hallo.” Ze loopt stage bij een instelling voor mensen met een verslaving. „Ik begeleid cliënten, bijvoorbeeld met afspraken maken.” Ze eet het liefst „droog eten” – ongekookte noedels of gekookte rijst met zout. Haar bord gaat in de magnetron, ze eet boven op haar kamer en gaat slapen. Soms doet ze eerst een dutje, wordt ’s nachts wakker en eet dan.
De oudste dochter van 33 is boven, ze doet haar haar. Ze draait avonddiensten in de zorg en eet later. Die van 27 is op vakantie naar Dubai, zij werkt met gehandicapten. Ze eet geen varkensvlees omdat ze moslim is, de rest van het gezin is katholiek.
Ook Sayveka’s zoon van 24 werkt in de zorg. Hij deelde ooit een kamer met zijn jongste zus. Nu slaapt hij de helft van de week bij zijn vader. Hij houdt niet van groente.
Sayveka kookt altijd „voor vier of vijf, je weet maar nooit wie er binnenkomt”. Rijst met karbonade en salade. Hamburgers met frietjes uit de airfryer. Het liefst maakt ze traditionele Antilliaanse gerechten. Okrasoep met varkensstaart, zoutvlees, visfilet en garnalen. Ze weet dat niet alle kinderen dat lusten. „Daar houd ik rekening mee, dan maak ik er iets anders bij.”
In deze volle eengezinswoning heeft iedereen zijn eigen ritme, dat werkt het beste. „Op de middelbare school bleven we allemaal zo lang mogelijk liggen en dan was het vechten om de badkamer. Nu gaat iedereen zijn eigen gang, dat is rustiger”, vertelt de jongste. De oudsten zijn al jaren op zoek naar een eigen huis.
Toen de kinderen nog klein waren hadden ze een half jaar geen water om wat later de Toeslagenaffaire ging heten. Bij familie haalden ze water en douchten ze. Sayveka: „Als ik een busje van het waterbedrijf zie, ben ik soms nog van slag.” Ze vocht zich uit de schuldsanering en ontving een compensatie van de overheid. Al die jaren deed ze vrijwilligerswerk. Ze inspireerde kinderen in de buurt om activiteiten voor andere kinderen te gaan organiseren. Op tafel staan kaarsen en bloemen. Kindertekeningen pronken achter de raampjes van de schuur.
Het naoorlogse huurhuis is verouderd, met enkel glas en chronisch schimmel in de badkamer en onder de ramen van twee slaapkamers. De woningstichting stucte, betegelde en verfde de badkamer eind vorig jaar. „Binnen een week was de schimmel terug”, zegt Sayveka. Zo gaat het al sinds ze hier kwamen wonen. Begin juni komt er weer iemand langs voor schimmel. Het duurt nog ruim tien jaar voor de woningstichting haar huis zal renoveren of slopen.


Foto’s Hedayatullah Amid
BorseleKwadendamme
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: 36.400 euro
Koopwoningen: 72 procent
Gemiddelde woningwaarde: 317.000 euro
Grootste leeftijdsgroep: 45- tot 65-jarigen (30 procent)

Op woensdag staat er groentesoep, lasagne met gehakt en mascarponecrème met aardbeien en frambozen op het menu. Voor, hoofd en na voor 13 euro. „Ik maak altijd simpele gerechten”, zegt Imara van Liere, die de eetclub in dorpshuis De Burcht nog maar pasgeleden heeft overgenomen. Met een jong gezin lukt het haar niet om elke week te koken, vertelt ze, daarom is de frequentie van iedere week naar eens per twee weken gegaan.
„Heel jammer”, zegt Annie, die niet met haar achternaam in NRC wil. Zij is er al jaren bij. Het is een ijkpunt in haar week. Samen met het koersballen. Dat speelt ze iedere woensdag in de gymzaal van het dorpshuis. Het is een soort jeu de boules. Met 39 punten is ze vandaag op de tweede plaats geëindigd. Dat spel doet ze hier al veertig jaar en daarmee hoort ze bij de eerste lichting Nederland koersballers. Het van oorsprong Engelse spel (bowls) kwam in de jaren tachtig met de zender BBC mee ons land in en is erg populair onder senioren. „Joepie”, zegt ze als ze haar score hoort.
Bij de eetclub in dorpshuis De Burcht in Kwadendamme zijn ze meestal met dertien mensen, de jongste 75, de oudste 95.

Foto’s Wouter Van Vooren
Annie is de oudste geboren Kwadendammer, beseft ze tijdens het gesprek. 95 alweer. Ze strijkt het kraagje van haar gebloemde blouse recht. Nooit ergens anders gewoond dan in het Zeeuwse dorpje. Annie groeide op in de oorlogsjaren. „We aten wat er was. Konijnen, varkens, kippen, en wat er in onze tuintjes groeide. Nu moeten het bloemetjes wezen, in de tuinen.” Lasagne en mascarpone, zoiets was ondenkbaar. „Tegenwoordig eten mensen waar ze zin in hebben.” Tijdens Annies leven is de stoffelijke welvaart alleen maar toegenomen. Dat is fijn, vindt Annie, maar ze ziet ook dat mensen die zoveel hebben niet per se tevredener zijn. „Als alles kan, ben je nooit voldaan.” In haar jeugd, vertelt Annie, liepen kinderen op hun klompen naar school. Sommigen, uit omliggende dorpen, waren wel een uur onderweg. „Nu krijgen veel jongeren een elektrische fiets.”
Het eten wordt rond half zes opgediend. Zo willen de oudere Zeeuwen het graag, zegt Imara van Liere. Meestal zijn ze met dertien mensen, de jongste 75, de oudste 95. „Voor zeven uur is het hier weer helemaal leeg, dan vinden ze het goed geweest.” Volgende keer: champignonsoep vooraf, en een veldslastamppot als hoofdgerecht.
