OM eist in hoger beroep voorwaardelijke celstraf De Mos

Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag in hoger beroep een voorwaardelijke celstraf van zes maanden geëist tegen Richard de Mos, voorman van de Haagse lokale politieke partij Hart voor Den Haag. Daarnaast wil het OM dat de rechter De Mos een boete van 10.000 euro oplegt, een taakstraf en een verbod van vier jaar om functies uit te oefenen in het openbaar bestuur.

Volgens advcocaat-generaal, Koos Plooij, is er in het strafdossier voldoende bewijs voorhanden voor omkoping en schending van het ambtsgeheim in de tijd dat hij wethouder was in het college van B&W in Den Haag.

Vorig jaar april sprak de rechtbank in Rotterdam De Mos, ex-wethouder en partijgenoot Rachid Guernaoui en vijf andere verdachten (ondernemers) in deze strafzaak nog vrij. Het OM had toen 22 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf tegen De Mos geëist. Tegen die medeverdachten zijn nu opnieuw voorwaardelijke straffen en boetes geëist. Guernaoui mag, wat het OM betreft, drie jaar lang geen bestuurlijk ambt bekleden.


Lees ook
Het OM krijgt harde verwijten van de rechtbank bij volledige vrijspraak Richard de Mos

<strong>Richard de Mos</strong> in tranen na afloop van de uitspraak.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/03/om-eist-in-hoger-beroep-voorwaardelijke-celstraf-de-mos.jpg”><br />
</a></p>
<p>In hoger beroep haalde het OM hard uit naar rechter Jacco Janssen, die vorig jaar voor vrijspraak zorgde. In die vonnissen was volgens Plooij blijk gegeven van „een onzorgvuldige benadering” van het strafdossier en de ten laste gelegde feiten. „Onvoldoende zorgvuldig besproken en gewogen”. aldus Plooij. Met de vrijspraak zou de rechtbank „een kleine bibliotheek aan wetgeving en arresten over redelijke vermoedens van schuld hebben gemist. Dat moet beter worden beoordeeld.”</p>
<h2 class=Partijfinanciering

Volgens de rechter had het OM onvoldoende hard gemaakt dat De Mos en zijn partij waren omgekocht door vijf Haagse zakenmensen die met honderdduizend euro de verkiezingscampagne van 2018 haddengefinancierd en zodoende invloed op het stadsbestuur hadden gekocht. Niet bewezen, oordeelde de rechter vorig jaar en bovendien mocht het strafrecht niet gebruikt worden om gebrekkige wetgeving over partijfinanciering te compenseren.

Daar is het OM het niet mee eens. Vriendjespolitiek moet niet in de politieke arena ontmaskerd worden, daar heeft het te weinig instrumenten voor. Het strafrecht heeft dat wel, aldus Plooij. Daarom draait het hoger beroep volgens hem om twee vragen: hebben de verdachten zich schuldig gemaakt aan omkoping en was er sprake van het gezamenlijk schenden van de geheimhoudingsplicht?

Het OM bracht dinsdag afgeluisterde telefoontaps en mailverkeer in om aan te tonen hoe die zakenlui zich in de partij zouden hebben ingekocht en besluitvorming konden sturen: „Het is briljant dat we indirect aan de onderhandelingstafel zitten met andere coalitiepartijen”, aldus een van hen. „In het geheim, om lopende zaken in het stadsbestuur te bespreken. Dichter bij het vuur kunnen we niet liggen.” In een andere mail: „Het is natuurlijk goud dat we zo dicht bij vuur zitten zonder dat we zichtbaar vriend met de De Mos zijn of lid zijn van zijn partij.”


Lees ook
In Loosduinen vinden ze na de vrijspraak dat Richard de Mos weer wethouder mag worden

Oud-wethouder Richard de Mos werd bij het Haagse stadhuis verwelkomd door partijgenoten, nadat hij eerder op de dag werd vrijgesproken in de corruptiezaak die tegen hem was aangespannen.

Frustratie

Tot ergernis van De Mos, die zijn irritatie tijdens een pauze niet kon onderdrukken: „Een suggestief, criminaliserend en knotsgek requisitoir valt ons ten deel”, plaatste hij op X. „Het OM heeft he-le-maal niets geleerd van de gigantische tik op de vinger van drie onafhankelijke rechters. De corruptiebril is weer op.”

De zaak tegen De Mos speelt sinds 2019. Aanleiding was een heel ander rechercheonderzoek naar corruptiepraktijken met vergunningen. In dat onderzoek kwamen later ook De Mos en Guernaoui in beeld.

Dat leidde in oktober 2019 tot aanhoudingen en invallen in de werkkamers van de twee wethouders op het stadhuis in Den Haag.