Het Openbaar Ministerie heeft woensdag een celstraf van acht jaar geëist tegen Syriëganger Hasna A. De 33-jarige vrouw uit Hengelo wordt ervan verdacht in 2015 te zijn afgereisd naar het Kalifaat en zich daar te hebben aangesloten bij de terroristische organisatie IS. Tijdens haar verblijf in de Syrische IS-hoofdstad Raqqa, waar ze haar vierjarige zoontje mee naartoe nam, zou ze twee jezidivrouwen als slavinnen in huis hebben gehouden. Het is de eerste keer dat in Nederland iemand terechtstaat voor een misdrijf tegen jezidi’s.
Hasna A. is de laatste van een reeks vrouwen die in Nederland wordt veroordeeld vanwege steun aan de Jihadistische strijd. In 2022 werden de vrouwen en hun kinderen opgehaald uit een Koerdisch gevangenkamp, zodat zij in Nederland konden worden berecht. De zaak van A. is anders dan de zaken van de andere vrouwen, omdat zij ook wordt verdacht van slavernij als misdaad tegen de menselijkheid. Haar proces begon afgelopen maandag in de zwaarbeveiligde gevangenis op Schiphol. Woensdag gaven de twee tot slaaf gemaakte vrouwen hun slachtofferverklaring.
Uren per dag schoonmaken
Een van de slachtoffers verklaarde dat zij door A. als „knecht” werd behandeld en elke dag huishoudelijke taken voor haar moest uitvoeren zonder daarvoor betaald te krijgen: uren per dag schoonmaken, zorgen voor het autistische zoontje van A. en koken. Ze durfde die taken niet te weigeren. Het andere slachtoffer vulde aan dat A „vrij luid” en „denigrerend” was en de twee vrouwen als eigendom beschouwde.
De officier van Justitie zei woensdag over de situatie van de twee tot slaaf gemaakte vrouwen dat het „amper voor te stellen” is om „uren per dag voor het kind van een ander te moeten zorgen, terwijl je zelf van je kinderen gescheiden bent”.
Zelf kwam A. maandag al aan het woord. Ze zei toen dat ze het erg moeilijk had in het Kalifaat en getrouwd was met een IS-strijder die haar mishandelde en verwaarloosde. In de rechtszaal schetste ze het beeld dat ze zelf als slaaf gevangen zat in haar huwelijk, en samen met de jezidivrouwen moest koken voor de mannen in het Kalifaat. Over de twee vrouwen in haar huis had ze tegenstrijdige verhalen.
Lees ook
Syriëganger Hasna A. was een slaaf, zegt ze, net als de jezidi-vrouwen
Meer dan een half miljoen Nederlanders, bijna 540.000, hebben te weinig geld om van te leven, volgens een nieuwe, preciezere manier om de armoede in Nederland te meten. Dat is 3,1 procent van alle Nederlanders.
Dat zijn er minder dan gedacht, en hun aantal is ook veel harder gedaald dan in eerdere statistieken. Het aantal mensen in armoede is meer dan gehalveerd tussen 2018 en 2023, volgens de donderdag gepubliceerde cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), statistiekbureau CBS en budgetinstituut Nibud.
Tot nu toe waren er verschillende definities van armoede in omloop. Volgens de meest gebruikte, van het SCP, leefden er vorig jaar bijna 800.000 mensen in armoede, en was dat aantal sinds 2018 met ongeveer 17 procent gedaald.
De nieuwe meetmethode zal voortaan leidend zijn voor de politiek. Het Centraal Planbureau gaat de nieuwe definitie gebruiken voor zijn armoederamingen rond Prinsjesdag, en bij het doorrekenen van de verkiezingsprogramma’s.
Werkelijke kosten
Het gaat er in deze methode niet meer alleen om of mensen genoeg inkomen hebben, maar ook om hoe hoog hun werkelijke kosten voor wonen en energie zijn. Wie na de uitgaven aan deze vaste lasten te weinig geld overhoudt voor de overige noodzakelijke uitgaven, leeft in armoede.
Maar het nieuwe armoedecijfer is vooral lager doordat mensen die een laag inkomen, maar óók veel spaargeld hebben, niet langer meegeteld worden. Dat gaat bijvoorbeeld om eigenaren van een bedrijf die zichzelf weinig inkomen en winst uitkeren.
De groep mensen in armoede bestaat nu voor een groter deel uit werkende armen en zelfstandig ondernemers met een laag tarief
Toch verklaart dat nog helemaal niet dat de daling zó hard ging. De armoede was vorig jaar lager, volgens de nieuwe cijfers, maar in 2018 juist hoger. Mogelijk heeft dat een technische oorzaak: voorheen werd het bedrag dat mensen nodig hebben voor ‘basisbehoeften’ jaarlijks bijgesteld met de algehele prijsstijgingen, zoals de hele bevolking die ervaart. Nu wordt veel preciezer gekeken naar wat de laagste inkomens uitgeven. En hun bestedingspatroon zal afwijken van de gemiddeldes.
Andere samenstelling
Het slechtere nieuws: de armoede die is overgebleven, is een diepere armoede dan vijf jaar geleden. Ongeveer 44 procent van deze mensen zit meer dan 20 procent onder de armoedegrens. Vijf jaar geleden gold dat nog voor minder dan 30 procent van de mensen in armoede.
Lees ook
In dit stukje Rotterdam staat op elke kindertekening een dronken man
In doorsnee komen mensen in armoede nu ongeveer 16 procent tekort voor hun levensbehoeftes, waar dat vijf jaar geleden nog een tekort van zo’n 10 procent was.
Deze verandering hangt samen met een andere samenstelling van de groep mensen in armoede. Die bestaat nu voor een groter deel uit werkende armen, zoals werknemers die weinig uren werken tegen een laag loon, en zelfstandig ondernemers met een laag tarief. Werkende armen zijn vaak slecht in beeld bij instanties, waardoor zij lang niet altijd de inkomensondersteuning aanvragen waar zij recht op hebben.
Wie net boven de nieuwe armoedegrens leeft, is net zo goed kwetsbaar, volgens de instituten. Een grote groep van zo’n 1,2 miljoen mensen zit hooguit 25 procent boven de nieuwe grens en heeft ook niet veel spaargeld. „Dan ben je volgens onze definitie niet arm”, zegt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen. „Maar er hoeft maar dít te gebeuren, of je wordt ziek, en dan zit je eronder.”
De nieuwe armoedegrens voor een alleenstaande lag vorig jaar gemiddeld op 1.510 euro per maand. Zij worden alleen als arm aangemerkt als zij minder dan ruim 18.000 euro aan spaargeld hebben. Oftewel: twaalf keer 1.510 euro, het bedrag waar je een jaar van zou kunnen leven.
Misleiding, declaratiefraude, zelfverrijking, wanbestuur, misbruik van gemeenschapsgeld en slechte zorg. Zeker drie jaar lang kwamen er bij toezichthouders, inspecties, opsporingsinstanties en zorgverzekeraars serieus onderbouwde meldingen binnen over een van de grootste commerciële huisartsenketens van Nederland: Co-Med. De waarschuwingen waren afkomstig van huisartsen, medisch specialisten, werknemers van Co-Med uit alle lagen van de organisatie, onder wie eigen dokters en assistenten, en patiënten. Harde ingrepen bleven uit.
Het einde van Co-Med werd niet ingeluid door toezichthouders, maar door eigen medewerkers die een faillissement aanvroegen voor een callcenter van de keten en door medewerkers en directie die op 14 juni aan zorgverzekeraar CZ meldden dat er geen geld meer was. Eén manager van Co-Med drong er bij CZ op aan geen geld meer over te maken om zo de wanpraktijken binnen het eigen bedrijf een halt toe te roepen. Verzekeraars stopten half juni hun betalingen, de huisartspraktijken gingen per direct dicht.
Dat blijkt uit een reconstructie door NRC van de opkomst en ondergang van de commerciële keten. Co-Med ging deze zomer failliet, waardoor 38.000 patiënten hun huisarts kwijtraakten.
Too big to fail
Zorgverzekeraars bleven de in opspraak geraakte keten achter de schermen nog lange tijd steunen. VGZ gaf Co-Med vorig jaar een kwart miljoen subsidie uit een speciale pot voor innovatie. CZ en VGZ schoten in dezelfde periode samen enkele tonnen noodgeld voor. De verzekeraars zagen het omvallen van de keten als een groter probleem dan het aanpakken van de misstanden, omdat zorgverzekeraars huisartsenzorg voor hun premiebetalers moeten garanderen.
CZ drong er in juli 2023 bij de inspectie op aan de keten niet te hard aan te pakken toen die wilde handhaven. Want het gevaar bestond dat tienduizenden patiënten zonder huisarts kwamen te zitten. Co-Med was al too big to fail. CZ vond dat de keten juist geholpen moest worden in plaats van gestraft.
Wel startten de verzekeraars in september 2023 een fraudeonderzoek, en eisten ze wekelijks inzicht in de financiën en de bezetting van praktijken.
Strafbare verwijten
„Er zijn grenzen aan onze mogelijkheden om in te grijpen”, laat CZ in een reactie weten. „De indruk dat je daar [Co-Med] zo de stekker uit kunt trekken, getuigt niet van verantwoordelijkheidsbesef en doet geen recht aan de complexiteit.” De inspectie zegt dat je pas kunt ingrijpen als verbeteringen structureel uitblijven en die situatie tot grote risico’s voor patiënten leidt.
Er waren ook strafbare verwijten. Toen een klokkenluider zich in november 2021 bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) meldde met beschuldigingen, werd die doorverwezen naar de Arbeidsinspectie, met als reden dat die de opsporing van zorgfraude zou doen. Een andere tipgever, een voormalige werknemer van Co-Med, deed in augustus 2022 aangifte bij de Fiod, de fiscale opsporingsdienst, ook vanwege zorgfraude. Het OM en de Arbeidsinspectie geven geen commentaar.
Wijn van 300 euro per fles
Co-Med kampte vrijwel vanaf de eerste praktijkovernames in 2020 met financiële problemen, doordat de oprichters onvoldoende kapitaal in het bedrijf staken. Het geld dat huisartsenpraktijken van zorgverzekeraars krijgen voor ingeschreven patiënten, gebruikte Co-Med vooral voor overnames in plaats van daarmee artsen, assistenten en leveranciers te betalen. Voortdurende groei was vereist. Toezichthoudende instanties wisten al een jaar van deze situatie.
De NZa en de inspectie werden vanaf begin 2023 steeds kritischer op Co-Med. Ze gingen langs, stelden vragen. Intern groeide de vrees dat de directie van Co-Med hen misleidde. De NZa maakte eerder deze week bekend dat Co-Med de regels overtrad bij diverse overnames van huisartsenpraktijken. Uit onderzoek van NRC blijkt ook dat Co-Med in de laatste fase van zijn bestaan met contracten rommelde om goedkeuring van de toezichthouder voor overnames te krijgen. In het najaar van 2022 werden op het hoofdkantoor van Co-Med op grote schaal consulten aangepast, zodat er een hoger bedrag bij verzekeraars kon worden gedeclareerd.
Het hoofdkantoor maakte hoge kosten. De keten beloofde een bonus van 25.000 euro aan een arts als hij bij het bedrijf zou blijven. De directie declareerde royaal. Directeur Guy Vroemen bestelde in restaurants wijn tot 300 euro per fles op kosten van Co-Med – en dus uit premiegeld. Hij gaf afgelopen oudjaarsavond bijna 2.000 euro uit met de creditcard van het bedrijf, terwijl vele ingehuurde werknemers op dat moment niet betaald kregen, omdat het geld er niet zou zijn.
Co-Med droeg jarenlang geen loonbelasting af voor de werknemers in vaste dienst. Hierdoor heeft de fiscus een miljoenenclaim op het bankroete bedrijf. Ook droeg de werkgever onvoldoende pensioenpremies af. Pensioenfonds Zorg en Welzijn heeft nog 279.000 euro van Co-Med tegoed.
Lees ook
Inval met zware afvaardiging bij huisartsenketen Co-Med voor vermoedens van zorgfraude, en dat is uitzonderlijk
Zaterdag in NRC Weekend: een reconstructie van de opkomst en ondergang van Co-Med
Komiek, acteur en presentator André van Duin krijgt de Gouden Televizier Oeuvre-Ring voor zijn „ongeëvenaarde tv-carrière die maar liefst zestig jaar beslaat”. Dat heeft de organisatie van de Gouden Televizier-Ring woensdagavond bekendgemaakt. Van Duin krijgt de prijs donderdagavond tijdens het jaarlijkse televisiegala in Carré.
„Ik dacht dat die alleen maar postuum werd uitgereikt”, reageerde Van Duin grappend in de talkshow Eva. „Dus ik ga morgen sowieso niet met lege handen naar huis?”
Volgens de organisatie van het Televizier-gala „verandert alles wat deze presentator, acteur en komiek aanraakt in goud”. Van Duin wordt onder meer geroemd om programma’s als Heel Holland Bakt, Dik Voormekaar Show, Animal Crackers, Wie Ben Ik? en Het Geheime Dagboek van Hendrik Groen.
‘Jong en oud zijn dol op hem’
„Vaak wordt er gezegd dat je niet iedereen kan plezieren, maar André van Duin bewijst het tegendeel”, vinden de toekenners van de oeuvreprijs. „Zowel jong als oud is dol op hem, vanwege zijn hilarische grappen en grollen, maar zeker ook vanwege zijn oprechte betrokkenheid tijdens de wat serieuzere gesprekken en indrukwekkende 4-mei toespraak.”
„Komiek des vaderlands” André van Duin is pas de vijfde winnaar van de Oeuvre-Ring. Eerdere winnaars waren Willem Duys in 1974, Mies Bouwman in 2009, Linda de Mol in 2015 en Ivo Niehe in 2020. „Een mooi rijtje”, zei hij daar zelf over bij Eva.
Lees ook
André van Duin: ‘Ik ben alleen. Echt alleen. Want Martin is er niet’