Olympische atleten strijden deze zomer in Parijs niet alleen voor ‘s lands eer, wereldwijde faam en een gouden medaille — aan een winnende prestatie hangt deze editie van de Spelen ook een financiële beloning. Voor het eerst in de geschiedenis gaat de wereldatletiekbond prijzengeld toekennen tijdens de Olympische Spelen. Dat heeft de mondiale atletiekfederatie World Athletics woensdag bekendgemaakt.
World Athletics beschrijft het besluit zelf als „baanbrekend”. Naar eigen zeggen is het de eerste mondiale sportbond die een beloningsstructuur introduceert tijdens de Spelen. Gouden medaillewinnaars op de 48 atletiekonderdelen kunnen een beloning van 50.000 dollar (zo’n 46.000 euro) tegemoetzien. Estafetteatleten verdelen het bedrag onderling. Het prijzengeld wordt betaald vanuit het inkomstendeel dat de bond ontvangt van het Internationaal Olympisch Comité.
De atletiekfederatie heeft de intentie om tijdens de Spelen van 2028 in Los Angeles ook zilveren en bronzen medaillewinnaars te belonen. De bond hoopt binnenkort bekend te maken met welke bedragen en op welke manier. Voorzitter Sebastian Coe legt uit dat de bond het belangrijk vindt dat „een deel van de inkomsten direct terugvloeit naar degenen die de Spelen tot een wereldwijd succes maken”.
Lees ook
In de strijd om de jonge kijker wil de atletiek heel ver gaan, want ‘iets voor je grootmoeder’ wil de sport niet zijn
Veranderingen
Het Olympische beloningssysteem is één van de veranderingen die de mondiale atletiekbond doorvoert. De komende jaren zal de atletieksport meer aanpassingen ondergaan. Zo presenteerde de bond het plan om elk atletiekseizoen vanaf volgend jaar af te sluiten met een wereldkampioenschap. Een ander iniatitief van voormalig olympisch kampioen Michael Johnson is om een nieuwe, commercieel meer aantrekkelijke competitie te lanceren.
Dit alles om meer belangstelling te kweken voor de sport. Buiten de Olympische Spelen om trekt atletiek relatief weinig aandacht van televisiekijkers, stadionbezoekers en sponsoren. Voorzitter Coe zei daar eerder over: „Onze sport is 150 jaar oud en sommige aspecten ervan verdienen het om beschermd te worden. Maar er zijn ook zaken die mensen koud laten”, doelend op onderdelen als verspringen, discuswerpen en kogelstoten.