Oligarch Abramovitsj financierde Vitesse

De Russische oligarch Roman Abramovitsj, die sinds 2022 op de Europese sanctielijst staat, is nog altijd financieel verweven met voetbalclub Vitesse. De tientallen miljoenen waarmee de huidige Russische eigenaar de afgelopen jaren Vitesse financierde zijn bijna volledig afkomstig van Abramovitsj.

Dit blijkt uit onderzoek van het Britse journalistieke onderzoeksplatform TBIJ en The Guardian in samenwerking met NRC, Trouw en Het Financieele Dagblad naar de financiële administratie van de huidige eigenaar van Vitesse. De stukken kwamen in handen van het internationale journalistencollectief ICIJ.

De onthullingen komen voor Vitesse op een moeilijk moment. Afgelopen maart schreef het ministerie van Economische Zaken aan Vitesse dat de club mogelijk onder de sanctiewetgeving valt vanwege de nauwe verwevenheid tussen de oligarch Abramovitsj en de huidige eigenaar, de Rus Valeriy Oyf. Volgens het ministerie heeft Abramovitsj de feitelijke zeggenschap over de club.

Dat was aanleiding voor de licentiecommissie van de KNVB om te eisen dat de club de banden met eigenaar Oyf uiterlijk half mei definitief verbreekt. Lukt dat niet, dan wordt de proflicentie van Vitesse ingetrokken.

Uit jaarverslagen en leenovereenkomsten blijkt nu dat Valeriy Oyf, die in 2018 eigenaar werd van Vitesse, leningen en garanties verstrekte aan Vitesse met geld dat voor 99 procent afkomstig was van Abramovitsj. De betalingen liepen via Matteson Overseas Limited, een brievenbusbedrijf van Oyf op de Britse Maagdeneilanden.

Het bedrijfje Matteson leende al snel na de oprichting tientallen miljoenen euro’s van vennootschappen van Abramovitsj, blijkt uit interne stukken van MeritServus, de Cypriotische financiële dienstverlener die Abramovitsj als belangrijkste klant had. Oyf zelf stak in totaal slechts 16.000 dollar in het bedrijfje als aandelenkapitaal.

De geleende miljoenen werden geïnvesteerd in weer andere bedrijven van Abramovitsj, zoals het goudbedrijf Highland Gold en het staalbedrijf Evraz. Matteson maakte tientallen miljoenen dollars winst met die investeringen. Dat ging soms wel heel gemakkelijk: zo kocht Matteson in 2010 voor 1 miljoen dollar een belang in een bedrijf van Abramovitsj, om diezelfde aandelen een jaar later voor 34 miljoen dollar weer door te verkopen aan een zakenpartner van Abramovitsj.

Die winsten werden gebruikt om leningen af te betalen en nieuwe investeringen te doen. Over een periode van tien jaar leende Abramovitsj ruim 190 miljoen dollar aan Matteson Overseas. Deze werkwijze lijkt een manier van Abramovitsj om vrienden en zakenpartners te laten delen in zijn rijkdom of ze in te zetten als stroman. In 2018 kocht Oyf Vitesse, dat hij vervolgens ook via Matteson financierde.

Vitesse geeft aan niet te willen reageren op vragen van The Guardian en NRC. „Wij willen focussen op de toekomst van Vitesse”, laat een woordvoerder weten. Afgelopen maandag liet interim-directeur Edwin Reijntjes op een persbijeenkomst nog weten dat de club vergevorderd is met het verbreken van de banden met Oyf. Maar de licentiecommissie van de KNVB schrijft in reactie op vragen dat Vitesse éérst moet aantonen dat het zich aan de sanctiewetgeving houdt, voordat de aandelen mogen worden overgedragen. Oyf zelf reageerde niet op vragen.

Nauwe zakenrelatie

Oyf heeft al lange tijd een nauwe zakenrelatie met Abramovitsj. Zo was hij tussen 1997 en 2004 vice-president van gasbedrijf Sibneft, waarvan Abramovitsj grootaandeelhouder was. Die had dit belang in het gasbedrijf voor een heel lage prijs gekregen in 1995, toen Rusland staatsbedrijven privatiseerde. Tien jaar later verkocht hij dit belang weer terug aan Rusland voor 2 miljard dollar. Oyf was ook jarenlang directeur van Millhouse Capital, het bedrijf dat de bezittingen van Abramovitsj beheert.

Valeriy Oyf heeft afgelopen zomer tegenover de KNVB en Vitesses voormalige huisbank ING stellig ontkend dat hij financiële banden met Abramovitsj had. Hijzelf, noch de vennootschap waarmee hij Vitesse financierde, heeft geld ontvangen van Abramovitsj of diens bedrijven, stelde Oyf. Tegenover NRC erkende hij afgelopen november dat Matteson wel een paar leningen van vennootschappen van Abramovitsj had ontvangen, maar dat die bedoeld waren om op korte termijn „liquiditeit” te krijgen en niet voor Vitesse werden aangewend.

Georgische zakenman

Ook bij de eerdere eigenaren van Vitesse was Abramovitsj financieel nauw betrokken. De avonturen van Vitesse met buitenlandse eigenaren begonnen in de zomer van 2010 toen de Georgische zakenman Merab Jordania, een vriend van Abramovitsj, de club uit Arnhem kocht. Vorig jaar onthulde NRC dat Jordania een geheim consultancycontract sloot met een bedrijfje van Abramovitsj. In ruil voor 100.000 euro per jaar zou Jordania zijn kennis om „nieuwe voetbaltalenten” te ontdekken en „diverse contacten” beschikbaar stellen aan Abramovitsj. De overeenkomst eindigde toen Jordania in 2013 bij Vitesse vertrok en de club verkocht aan Aleksandr Tsjigirinski, ook een goede vriend van Abramovitsj.

Vorig jaar ontdekten The Guardian en TBIJ dat Abramovitsj via brievenbusfirma’s op de Britse Maagdeneilanden geld leende aan een bedrijfje van Jordania, waarmee hij Vitesse had gekocht. Ook Tsjigirinski werd op deze manier gefinancierd door Abramovitsj, nadat hij eigenaar van Vitesse was geworden. In totaal stak Abramovitsj indirect circa 117 miljoen euro in Vitesse.

Uit al die geldstromen blijkt dat de drie opeenvolgende eigenaren van Vitesse de afgelopen veertien jaar grotendeels leunden op de miljoenen van Abramovitsj. Advocaten van de oligarch hebben tot op heden altijd volgehouden dat hij nooit enige invloed op of controle over Vitesse heeft gehad. De club uit Arnhem zelf heeft altijd gezegd dat ze van al die geldstromen niet op de hoogte waren en dat geldstromen ook niet gelijkstaan aan directe invloed.

De vraag of Abramovitsj invloed heeft gehad op Vitesse, en hoever zijn invloed dan reikte, is belangrijk omdat de UEFA-regels voorschrijven dat clubs die in hetzelfde Europese toernooi kunnen uitkomen niet van dezelfde eigenaar mogen zijn. Abramovitsj was tussen 2003 en 2022 eigenaar van de Britse voetbalclub Chelsea.

Net voor de oorlog in Oekraïne in 2022 vervulde Oyf nog een belangrijke rol voor Abramovitsj. Vlak voordat Abramovitsj op de sanctielijst belandde vanwege zijn nauwe banden met de Russische president Vladimir Poetin, verkocht hij begin 2022 honderden miljoenen aan bezittingen. Een van de bezittingen was een pakket aandelen in de Russische internetzoekmachine Yandex, die was ondergebracht in Greenleas, een bedrijf van Abramovitsj waarvan Oyf directeur was. Voor 61 miljoen euro verkocht directeur Oyf namens Greenleas dit aandelenpakket aan zijn eigen bedrijf Matteson.

Acute financiële problemen

Sinds de Russische invasie van Oekraïne probeert Oyf Vitesse te verkopen. Maar dat verloopt moeizaam. De licentiecommissie van de KNVB keurde onlangs een overname af door de Amerikaanse zakenman Coley Parry, omdat die niet kon aantonen of hij eigen vermogen had en waar zijn geld vandaan komt.

Door die mislukte overname heeft Vitesse nu een schuld van bijna 14,3 miljoen euro aan zakenman Parry, omdat hij al miljoenen in de club heeft gestoken. Daarnaast heeft huidige eigenaar Oyf nog een vordering op de club uit Arnhem die inmiddels is opgelopen tot 155 miljoen euro. Eerder zei Oyf dat hij bereid was die schuld kwijt te schelden.

Een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken zegt dat het sanctieteam van het ministerie – dat onderzoekt of sancties nageleefd worden en bepaalde transacties aan het beleid voldoen – nog in gesprek is met Vitesse. „Ondernemingen (dus ook voetbalclubs) zijn zelf verantwoordelijk voor het naleven van geldende sancties en verplicht transacties daaraan te toetsen”, laat een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken weten. „Dit houdt in dat zij een gedegen onderzoek moeten doen naar de eigendoms- en zeggenschapsstructuren van tegenpartijen, inclusief aandeelhouders en bij de transacties betrokken banken.”

Wanneer het onderzoek van het ministerie wordt afgerond, is nog onduidelijk. „We zijn nog in afwachting van hun definitieve plannen en documenten”.