‘Of wij van Volt gehaaid genoeg zijn? Misschien niet nee’

Laurens Dassen, fractievoorzitter van Volt


Foto David van Dam

Interview

Laurens Dassen Volt kreeg deze week gelijk van de rechter: de partij mocht in februari 2022 Nilüfer Gündogan schorsen. Partijleider Laurens Dassen huilde het hele jaar één keer: „Ik had álles gegeven voor Volt.”

Laurens Dassen, fractievoorzitter van Volt, is bang voor haaien. Al zo lang hij zich kan herinneren, hij heeft geen idee hoe het komt. Zijn moeder, zegt hij, denkt dat hij te jong was toen hij de film Jaws zag, van Steven Spielberg. In de verkiezingscampagne van 2021 vroeg een NPO Radio 1-verslaggever wat hij dan te zoeken had in de Tweede Kamer. „In zo’n haaienbak.”

Het is het een-na-laatste gesprek voor dit verhaal, maandagmiddag in zijn werkkamer in Den Haag. Dassen vertelt dat hij weleens gedoken heeft, in Turkije. Onder water heeft hij er geen last van. „Maar toen de anderen daarna lagen te relaxen op het water, was ík met mijn duikbril in de weer om te zien wat er onder mij gebeurde.”

Aan de muur van zijn werkkamer hangt een oude kaart van Brabant met een sjaal eromheen, in de kleuren van de Brabantse vlag. Laurens Dassen groeide op in het dorpje Knegsel bij Eindhoven. Zijn vader was directeur bij Philips, zijn moeder gaf les op een basisschool. Hij voetbalde bij de Knegselse Boys en speelde bariton in het fanfareorkest van Knegsel. Op 21 februari 2018 – Dassen werkte bij ABN Amro – stuurde zijn vader hem een appje. In NRC stond een artikel over Volt. „Hi Lau, kijk even op pagina 7. De eerste pan-Europese partij, opgericht door jongeren.”

De sjaal van Brabant zie je ook op het gifje van Volt van 6 december, op Twitter. Laurens Dassen en het andere Kamerlid van Volt, Marieke Koekkoek, zitten aan tafel met twee pakjes biologische melk voor zich, en twee volle glazen. Ze kijken elkaar aan, ze lachen en proosten.

Die dag is een grote meerderheid in de Tweede Kamer vóór het plan om duurzame melk te mengen met ‘gewone’ melk, waardoor er minder koeien nodig zijn. Een paar weken eerder, in een debat met minister van Landbouw Piet Adema, had Marieke Koekkoek gezegd dat dat dringend nodig was. Piet Adema vond dat ook, hij beloofde dat het zou gebeuren. Dan zou je denken dat een motie met zo’n idee niet meer nodig is. Maar begin december had het tv-programma EenVandaag nieuws over een plan van CDA’er Derk Boswijk: duurzame melk bijmengen met gewone melk. Hij diende er een motie over in. En ja hoor, Volt kon die ook ondertekenen.

Over ‘menstruatiearmoede’ had Volt wél zelf een motie ingediend, al na Prinsjesdag. De bedoeling was dat vrouwen met weinig geld tampons en maandverband zouden krijgen. Er was alleen geen meerderheid voor in de Tweede Kamer. D66 stemde ook tegen. Toen die partij in het najaar met hetzelfde idee kwam, zaten Dassen en Koekkoek bij andere debatten. Caroline van der Plas van BBB was opgestaan om bij de interruptiemicrofoon te zeggen dat het een oud plan was – van Volt. D66 was daar toch tégen? „Dat vond ik geweldig van Caroline.”

In de Tweede Kamer is een duikbril misschien ook handig?

„Misschien zijn wij niet altijd gehaaid genoeg nee. Maar bij die melk… Er wordt veel geklaagd over het enorme aantal moties. En als je een toezegging hebt van het kabinet hoeft het niet. Je zou ook denken dat partijen buiten verkiezingstijd niet steeds campagne aan het voeren zijn.”

Als Kamerleden opvallend nieuws zien, sturen ze meteen een e-mail naar de griffie van de Tweede Kamer om een debat aan te vragen. Als er steun voor is, ben jij in zo’n debat de eerste spreker. Hoe handig zijn jullie daar al in?

„Wij hebben bij een nieuwtje de neiging om eerst even uit te zoeken hoe het zit. Dan ben je dus te laat. Maar we hebben afgesproken om dat nu anders te gaan doen. En we zijn wél zelf met een motie gekomen over het bijmengen van groen staal. Want bij staal kan het ook. Die motie is aangenomen.”

Laurens Dassen met fractiemedewerkers op zijn kantoor. Foto David van Dam

Het eerste gesprek met Laurens Dassen voor dit verhaal is in april 2022, in een café in Den Haag. Volt heeft dan net een crisis achter de rug waar de andere partijen in de Tweede Kamer met verbijstering naar hebben gekeken: één van de drie Kamerleden van Volt, Nilüfer Gündogan, wordt op zondagavond 13 februari geschorst wegens mogelijk grensoverschrijdend gedrag. Volt verliest daarna een kort geding dat zij aanspant: de rechter beslist dat de fractie haar volgens het eigen fractiereglement niet had mogen schorsen. De rechter vindt ook dat ze „deugdelijke uitleg” had moeten krijgen toen ze werd geschorst, en de kans op „wederhoor”. De rechter denkt dat de jonge partij Volt na het nieuws over grensoverschrijdend gedrag bij The Voice of Holland „te hard van stapel” is gelopen.

Dassen zegt sorry, Volt betaalt vijfduizend euro schadevergoeding. Maar Gündogan heeft dan al aangifte gedaan van smaad en laster tegen Dassen en een flink aantal anderen, onder wie de mensen die zich hadden gemeld bij onderzoeksbureau BING. Als vijf van de melders daarna in NRC anoniem hun verhaal doen – Gündogan zou hen hebben geïntimideerd, tikken op billen hebben gegeven, ze zou iemand in zijn nek hebben gezoend – veranderen Koekkoek en Dassen de regels van de fractie en zetten haar er alsnog uit. Volt gaat in hoger beroep.

Gündogan zit in die tijd twee keer bij Jinek, samen met haar advocaten Geert-Jan en Carry Knoops. Volgens haar wilden mensen in Volt haar weg hebben, uit jaloezie. Geert-Jan Knoops heeft het over een „politieke afrekening”. Aan het onderzoek van BING werkt Gündogan niet mee, ze vertrouwt het bureau niet.

Laurens Dassen doet niet één tv-optreden, als talkshows hem vragen zegt hij nee. In de hal van de Tweede Kamer zoeken journalisten hém op.

In het café, in april, zegt hij dat hij niet nerveus was. „Maar ik had niet gerekend op agressieve vragen, microfoons die in mijn gezicht werden geduwd, liftdeuren die door cameraploegen werden opengehouden zodat ik niet weg kon.”

Eén keer had hij gehuild. Dat was aan het eind van de dag van het NRC-verhaal over Gündogan waarin óók stond dat hij al wist van een minderjarige Volter die zich door Gündogan geïntimideerd had gevoeld. Hij kreeg daar harde kritiek op, die hij begreep. „Ik kreeg van binnen en buiten de partij te horen dat ik ook allerlei andere dingen verkeerd had aangepakt, of te laat. Ik had het gevoel dat alles waar ik voor stond in twijfel werd getrokken. Jarenlang had ik alles gegeven voor Volt. Om de partij op te bouwen had ik mijn baan opgezegd en tweeënhalf jaar van mijn spaargeld geleefd. Ik had mijn vrienden verwaarloosd, mijn relatie continu getest. En dan krijg je dit op je dak.”

Wat had je, vond je zelf, verkeerd gedaan?

„Er waren al veel langer signalen over Nilüfer, we hadden al gesprekken met haar gevoerd, maar daar stond niks over op papier. Dat was niet verstandig. Mij valt te verwijten dat ik niet al veel eerder grenzen heb gesteld. Maar in de partij kreeg ik ook te horen dat er positieve kanten zaten aan haar gedrag, zij had ‘pit’. Ik had er veel harder op moeten drukken.”

Toen je klem stond in de lift, ging je hard praten, met een lagere stem. Had je dat geoefend?

„Nee, ik was geïrriteerd omdat mij elke keer werd gevraagd: treedt u af? Neemt u uw verantwoordelijkheid? Ik dacht, wat is dat voor vraag, die moet je aan iemand anders stellen. Het ging ook nooit over de melders. Maar als ik terugdenk aan die pershaag: hebben we toen wel genoeg informatie gegeven? We waren een jonge partij en stonden op onze grondvesten te schudden. Wij hadden geen partijbonzen die zoiets eerder hebben meegemaakt en konden zeggen: hou vol, dit hoort erbij. Mensen uit het bestuur zeiden: kun je niet tegen journalisten zeggen dat we scenario’s uitwerken en nadenken? Ik zei: nee! Kom hier zelf maar een keer staan.”

We waren een jonge partij en stonden op onze grondvesten te schudden

Laurens Dassen

Het is in die tijd niet zeker dat Dassen partijleider kan blijven. De onrust in Volt is groot. Op een extra congres, dat chaotisch verloopt, zijn er leden die het voor Gündogan opnemen. Het lukt hun om bij het bestuur een stemming af te dwingen over de vraag of Volt een ánder bureau moet vragen om onderzoek te doen. De mensen die hun verhaal al hebben gedaan, zouden dat dan opnieuw moeten doen. Later wordt er hard geklapt voor de speech van Dassen. Bij de stemming, een paar dagen later, is een overgrote meerderheid van de leden tegen een nieuw onderzoek, door een ander bureau.

Nilüfer Gündogan was in maart in haar eentje verder gegaan als Kamerlid. Medewerkers had ze nog niet, ze deed alleen mee aan de stemmingen over moties en wetten. In de grote vergaderzaal kreeg ze een andere plek: niet meer bij Volt, achter Sylvana Simons van Bij1, maar achter de Partij voor de Dieren.

Op dinsdag 6 september, de eerste vergaderdag van de Tweede Kamer na de zomer, staat Dassen bij haar bankje. Hij had, zegt hij de volgende dag, eerst nog staan twijfelen. „Maar het was raar om niets tegen elkaar te zeggen. Dus ik ging naar haar toe en zei: ‘Hoi Nilüfer. Ik dacht, ik ga je even gedag zeggen.’ Ze had me niet zien aankomen, ze draaide zich om en ik zag dat ze schrok. Ze zei: ‘Daar zit ik níet op te wachten.’”

Dassen lacht. „Dat was duidelijk.”

De week erna gaat het op dinsdag, in het vragenuur, over een jongetje in Rotterdam dat op school was flauwgevallen van de honger. Attje Kuiken van de PvdA had haar vraag als eerste naar de griffie gestuurd en staat achter het katheder om die te stellen aan minister voor Armoedebeleid Carola Schouten. Bij de interruptiemicrofoon is Laurens Dassen aan de beurt na PVV-leider Geert Wilders en Lilian Marijnissen van de SP. Hij vraagt Carola Schouten om gratis lunches op alle scholen, zoals veel andere Europese landen al hebben.

Wéér een week later, in de Algemene Politieke Beschouwingen na Prinsjesdag, begint Dassen tegen Jan Paternotte van D66 over de gratis lunches. Als elke school die zou krijgen, kost dat 500 miljoen euro. „Maar we voorkomen ermee dat kinderen flauwvallen en ze groeien op met een gezonde maaltijd.” Paternotte zegt dat hij het er wel met Dassen over wil hebben.

Het is een toneelstukje zoals ze dag in dag uit in de grote debatzaal worden opgevoerd. De coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie had al veel eerder het idee dat ze na Prinsjesdag samen met een partij uit de oppositie iets gingen bedenken om voor te stellen aan het kabinet en Jan Paternotte was langsgegaan bij Volt, over de lunches. Waar ze op uitkwamen: 100 miljoen euro voor gratis eten op scholen in „kwetsbare wijken” – zo stond het op de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen in een motie. Dassen had in ruil daarvoor toegezegd dat Volt dat jaar niet om méér geld zou vragen, voor gratis eten op alle scholen in Nederland.

„Je moet realistisch zijn”, zegt hij later. „Voor deze scholen is het nu geregeld. Maar wij geven ons idee niet op.”

Op een maandagochtend in november zit Laurens Dassen in Burgers’ Zoo boterhammen met pindakaas te smeren, aan lange tafels met kinderen uit groep 6 van scholen in Arnhem. Naast een aquarium met zeekoeien. Het Nationaal Schoolontbijt heeft Dassen uitgenodigd, als de eerste indiener van de motie over de lunches – de stichting wil zelf ontbijtpakketten gaan uitdelen. De vier meisjes naast Dassen lusten geen melk, hij regelt iets anders voor ze. Ze praten aan één stuk door tegen hem. Over school, vakanties, over elkaar.

In De Telegraaf zeggen anonieme Kamerleden van de VVD die ochtend dat „papa Rutte” Sophie Hermans moet komen helpen: het zou haar niet zijn gelukt om de fractie ervan te overtuigen dat een wet nodig is die gemeenten kan dwingen om asielzoekers op te nemen. Nu is er opwinding in Den Haag: heeft Sophie Hermans nog de steun van haar fractie? Of stapt ze op?

Als Laurens Dassen na het ontbijt naar de uitgang loopt, langs de haaien waar de NPO-verslaggever in 2021 met hem een radio-interview deed, zegt hij dat hij het raar vindt: „Waarom draait het altijd onmiddellijk dáárom: of ze weg moet? Is dat dan het belangrijkste?”

Laurens Dassen: „Zoals het hof het benoemde hebben we het willen doen: netjes. Nu vol gas verder met Volt.” Foto David van Dam

Op de laatste vergaderdag van de Tweede Kamer vóór Kerst, donderdag 22 december, zien bijna alle Kamerleden er uitgeput uit. Laurens Dassen ook. Aan het begin van de avond, in zijn werkkamer, kijkt hij de stemmingslijsten door – net als elk jaar zullen de stemmingen tot diep in de nacht gaan duren. Overdag was hij in het gerechtshof van Amsterdam, voor het hoger beroep tegen de uitspraak in maart. De voorzitter van het hof had lang doorgevraagd over zondag 13 februari, toen Gündogan te horen kreeg dat ze was geschorst. Had Dassen haar niet 24 uur de tijd kunnen geven, zoals ze had gevraagd? „Voor bezinning?” Nee, zegt Dassen. „Ze was die zondagavond al aan het gissen naar namen. Wij dachten: ze gaat die tijd gebruiken om achter die mensen aan te gaan.”

Na de uitspraak in het kort geding, in maart, was er kritiek gekomen van juristen: gingen rechters nu bepalen wie bij een fractie in de Tweede Kamer hoort? In november besliste de rechtbank van Den Haag, in de zaak van ex-VVD-senator Anne-Wil Duthler tegen de VVD, dat rechters er niets over te zeggen hebben. In die uitspraak noemt de Haagse rechter ook de Volt-zaak en zegt dat „rechterlijk ingrijpen” ook daar niet op zijn plaats was. Kamerleden zijn „staatsrechtelijk vrij” om te stemmen zoals ze willen en beslissen dus ook zelf met wie ze samenwerken, en met wie niet.

In het hoger beroep had de rechter aan Gündogan gevraagd of ze nog steeds terug wilde naar Volt. „Ik pieker er niet over”, zei ze. Ze wilde eerherstel, en geld: een voorschot op een groter bedrag aan schadevergoeding. Haar advocaat zei dat hij een bodemprocedure voorbereidt: dan wordt de zaak opnieuw behandeld en kan een definitief bedrag worden geëist.

In zijn werkkamer zegt Laurens Dassen dat hij de dag ervoor had gesproken op de begrafenis van zijn oom, de laatste broer die zijn moeder nog had. Hij had geprobeerd om haar te troosten. Na de hogerberoepszaak was hij weer aan het werk gegaan: hij had overleg gehad met Gert-Jan Segers van de ChristenUnie over hun plan om het aantal Kamerleden uit te breiden. En met SGP, VVD en CDA over het idee om in een wet op te nemen dat Nederland 2 procent van het bruto binnenland product uitgeeft aan defensie, zoals is afgesproken in de NAVO.

Hij vertelt over vijf moties van Volt waar die avond een meerderheid vóór zal stemmen. Over ‘groene industriepolitiek’ in de EU, over kernenergie en het hergebruik van brandstofstaven in kerncentrales, over het munitietekort en een Europese strategie voor het inkopen van groene waterstof. „Allemaal kleine succesjes.”

En het hoger beroep? „In het voorjaar zag ik het heel anders, maar nu denk ik: het is óók interessant, er gebeurt iets. Er wordt aan constitutionele geschiedschrijving gedaan.”

Deze week, op dinsdag, vernietigt het Amsterdamse hof de uitspraak van vorig jaar. Volgens de rechters had Volt Nilüfer Gündogan wel een dag de tijd kunnen geven „als bezinningsperiode”, maar is het niet zeker dat het verder iets had uitgemaakt. Dat de schorsing was gebaseerd op één melding had de rechter van het kort geding onvoldoende gevonden voor zo’n „drastische stap”. Het hof denkt daar heel anders over en ziet de klacht „onmiskenbaar als een melding van grensoverschrijdend gedrag”. Die was volgens het hof terecht serieus genomen door Volt. Gündogan, oordeelt het hof ook, heeft geen recht op schadevergoeding.

In de Tweede Kamer is er dinsdag niet één journalist die Laurens Dassen opwacht met een vraag over de uitkomst van het hoger beroep. In zijn werkkamer zegt hij dat hij „tevreden” is. „Het hof noemt het gerechtvaardigd wat we hebben gedaan, en zo hebben we het wíllen doen: netjes. Nu vol gas verder met Volt.”

Het was, zegt hij ook, een jaar „van vallen en opstaan”. „Daar heb ik veel van geleerd.” Hij zag er laatst nog een citaat over. „Van Churchill volgens mij. ‘Success is not final, failure is not fatal: it is the courage to continue that counts’. Ik dacht: dát is mooi.”