N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Tour de France Op de lange slotklim van de koninginnenrit was de spannendste Tour in jaren ineens beslist. Tadej Pogacar kon niet meer volgen en verloor bijna zes minuten op geletruidrager Jonas Vingegaard.
Er is een kus op zijn trouwring van kopman Jonas Vingegaard, een vuistje in de lucht van knecht Tiesj Benoot, en er is een knuffel tussen ploegleden in een teamauto van Jumbo-Visma op het parkeerterrein achter de finish. Na ruim twee weken van voorzichtigheid en het vermijden van voorbarige uitspraken, hoeft de Nederlandse wielerploeg zich niet meer in te houden. Woensdag wordt in skidorp Courchevel in de Alpen duidelijk: de tweede Tourzege op rij is binnen.
De spannendste Tour in jaren, waarin elke aanval werd beantwoord, heeft uiteindelijk geen beslissende demarrage nodig. Het gebeurt terloops. Wie even niet oplet, mist het. Op zo’n negen kilometer van de top van de slotklim ontstaat er ineens een gat tussen het groepje van klassementsrenners en Tadej Pogacar.
Grischa Niermann, ploegleider van Jumbo-Visma, die in de auto vlak achter het groepje ziet, heeft even daarvoor gezien dat de Sloveen zijn witte trui, als leider van het jongerenklassement, helemaal heeft opengeritst. Als een witte vlag wappert het om zijn dunne lijf. „Toen heb ik tegen Jonas en Sepp [Kuss] gezegd: ‘Kijk eens achterom, want volgens mij is Pogacar helemaal niet goed meer.’ Drie seconden later moest hij lossen.”
Toch had ook Niermann niet verwacht dat het verschil zo ver zou oplopen. Terwijl Vingegaard met steun van eerst Sepp Kuss en daarna Wilco Kelderman, en uiteindelijk helemaal alleen, blijft doortrappen, valt Pogacar helemaal stil. Hij heeft zelfs moeite om ploeggenoot Marc Soler, een goede klimmer maar niet van dezelfde categorie als zijn kopman, bij te houden. Op de streep is het gat tussen de twee favorieten bijna zes minuten.
Steile landingsbaan
Het gebeurt allemaal in de koninginnenrit van deze Tour, die leidt naar een piepklein vliegveld boven Courchevel, waar de bellen om de nekken van de grazende koeien klingelen en de lucht zich, vult met de geur van verbrande versnellingsbakken, nadat de eerste renners en hun volgauto’s zijn gefinisht zijn. Van tevoren was deze etappe aangekondigd als een rit die eindigde met een afdaling, maar daarbij is de laatste strook van de etappe, de landingsbaan van het vliegveld die met 17 procent omhoog loopt, blijkbaar achterwege gelaten. Zo steil is het dat verschillende renners zigzaggend naar boven komen.
De Col de la Loze, een klim van de buitencategorie die liefst 28 kilometer duurt en de renners naar het hoogste punt (2.304 meter) van de Tour voert, is op verschillende plekken nog steiler, met stijgingspercentages boven de twintig. Even lijkt het de uitkomst van de rit te gaan beïnvloeden, als een auto en een motor stil komen te staan op het parcours en Vingegaard en ploegmaat Kelderman er niet langs kunnen. „Als dat om seconden was gegaan, was dat heel erg jammer geweest. Maar uiteindelijk was het niet erg”, zegt Niermann.
Pogacar kan niet anders dan zijn verlies toegeven. „Vandaag was een van de slechtste dagen uit mijn leven op de fiets”, zegt hij. Een verklaring heeft hij niet echt. „Ik heb zoveel mogelijk gegeten als ik kon, maar het leek wel alsof niks naar mijn benen ging en alles in mijn maag achterbleef. Ik was na 3,5 uur helemaal leeg.” Even is de Sloveen zelfs bang een plek te verliezen, maar dankzij Soler blijft de schade beperkt. Hij staat nog altijd tweede, op ruim 7,5 minuut van Vingegaard. „Mijn podiumplek behouden en proberen nog een rit te winnen met de ploeg, dat zou een mooi slot zijn”, zegt Pogacar.
Zijn kopman heeft zich woensdag „menselijk” getoond, zegt teammanager Matxin Fernandez van UAE. Hij ziet Pogacar in het begin van de etappe onderuit gaan, maar zegt dat die val vermoedelijk geen grote rol heeft gespeeld. „Maar het hielp niet. Tadej gaf op de tweede klim aan dat hij zich niet goed voelde. Toen hebben we besloten niet aan te vallen maar het tempo van het peloton te volgen. Helaas moest hij op een gegeven moment de andere teams laten gaan. Het is geen goede dag geweest.”
Een potje schaken
De strategie van Jumbo-Visma is beter gebleken dan die van UAE Emirates. Dat team is elke dag voluit gegaan in jacht op bonificatieseconden, vertrouwend op de explosievere demarrages die hun kopman Pogacar in de benen heeft. Jumbo-Visma speelde een potje schaken voor de langere termijn met een duidelijk eindspel voor ogen: Pogacar opbranden. „Dit is schaakmat”, zegt ploegleider Arthur van Dongen tevreden.
De enige bij Jumbo-Visma die daar nog niet van overtuigd lijkt te zijn, is de man in de gele trui: Jonas Vingegaard. „Ik ben super superblij, maar ik kan nog crashen, of een slechte dag hebben. Daarom wil ik mijn overwinning nog niet vieren. Dat doen we wel als we de gele trui nog steeds hebben in Parijs.”
In feite is het voor Vingegaard en zijn team een kwestie van op de fiets blijven zitten en naar de Franse hoofdstad rijden. En Jumbo-Visma heeft nog een doel voor ogen nu de belangrijkste klus geklaard is. „We hebben nog niet eerder het ploegenklassement gewonnen, en dat zouden we ook heel mooi vinden. Dus dat krijgt nu wat meer aandacht”, zegt Van Dongen. De Nederlandse equipe leidt daarin met ruim een kwartier op de nummer twee.