N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Zo’n 110.000 warmtepompen zijn dit jaar in Nederlandse woningen geïnstalleerd, evenveel als in recordjaar 2022. De toename is volgens Techniek Nederland te danken aan gestegen gasprijzen, toegenomen klimaatbewustzijn en overheidssubsidies. In meer dan een derde van de gevallen gaat het om een hybride warmtepomp, een combinatie van een cv-ketel en een warmtepomp. „Hybride warmtepompen zijn bezig aan een razendsnelle opmars”, schrijft de brancheorganisatie maandag.
Naar verwachting krijgen woningen er dit jaar in totaal 170.000 warmtepompen bij, waarvan 50.000 in nieuwbouw. Of dat aantal ook daadwerkelijk wordt gehaald, hangt volgens Techniek Nederland onder meer af van de stikstofcrisis: als minder woningen worden gebouwd dan gepland, zijn ook minder warmtepompen nodig.
Vanaf 2026 mogen huiseigenaren hun oude cv-ketel niet meer vervangen met een nieuwe. Een hybride warmtepomp wordt volgens de overheid „de nieuwe standaard”, hoewel alternatieven zoals een aansluiting op een warmtenet ook mogen. Het doel is 300.000 nieuwe warmtepompen per jaar in 2030 – een flinke versnelling, maar met dat tempo duurt het nog steeds 27 jaar om alle 8,1 miljoen woningen van een warmtepomp te voorzien. Niet alle woningen zullen een warmtepomp nodig hebben, en bijna een miljoen woningen hebben er volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek al een.
Meer monteurs
Behalve de installatie zal ook de productie van warmtepompen in Nederland verder toenemen. Ketelproducent Remeha opende dit jaar bijvoorbeeld een fabriek in Apeldoorn, die volgens het bedrijf vanaf volgende maand 350 warmtepompen per dag maakt. Ook fabrikanten Intergas en Itho schalen hun productie op.
Om al die warmtepompen te installeren, zijn ook veel meer installateurs nodig. Honderden extra warmtepompmonteurs zijn al opgeleid, laat een woordvoerder van Techniek Nederland weten, maar er zijn er nog „duizenden” nodig. „Techniek Nederland ziet dat als een grote, maar haalbare, uitdaging.”
