De Europese Commissie heeft Nederland opnieuw een standje gegeven omdat het kabinet de exploitatie van de belangrijkste treinverbindingen in Nederland in december weer heeft gegund aan de Nederlandse Spoorwegen.
Nederland schendt EU-regels voor de vrije markt, schrijft Europees Commissaris Adina Valean (Transport) woensdag. Het kabinet had meer marktwerking moeten toestaan op het spoor. Valean zet de inbreukprocedure voort die ze in juli 2023 aankondigde. Die kan uitmonden in een uitspraak van de Europese rechter. Daarbij riskeert Nederland een boete die in de miljoenen kan lopen.
Volgens de Roemeense Eurocommissaris heeft het kabinet onvoldoende laten onderzoeken of andere spoorvervoerders dan NS de komende jaren meer inter-city’s en stoptreinen willen laten rijden. In plaats daarvan gunde Nederland de hoofd-railnetconcessie (HRN) van 2025 tot en met 2033 aan NS. Dat contract is miljarden euro’s waard. Het hoofdrailnet omvat de belangrijkste railverbindingen in Nederland, goed voor 95 procent van de reizigerskilometers.
Scherpe kritiek
Die onderhandse gunning is volgens Eurocommissaris Valean in strijd met Europese afspraken om meer concurrentie toe te laten in het treinvervoer. „Dat is van essentieel belang om reizigers tegen lagere kosten aantrekkelijker en innovatiever diensten te bieden”, aldus de Eurocommissaris woensdag in een persmededeling.
In juli 2023 uitte Valean al scherpe kritiek op het voornemen van Nederland om de hoofdrailnetconcessie onderhands te gunnen aan NS. Zij hekelde onder meer de lange looptijd van het vervoerscontract en het grote aantal treinverbindingen in de HRN. Ook noemde ze de lange periode tussen de datum van gunning, in december 2023, en het moment waarop de diensten van start gaan (na 1 januari 2025) „niet objectief gerechtvaardigd”.
Staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA) wilde de gunning juist afronden voor Kerst 2023; sinds eind december gelden nieuwe, strengere EU-regels die het moeilijker maken NS het hoofd-railnet ‘cadeau te doen’. Volgens Heijnen heeft Nederland het recht de HRN-concessie aan NS te geven.
Op 21 december tekende de staatssecretaris het uiteindelijke contract. Dat was later dan gepland; NS wilde aanvankelijk dat een spitsheffing deel zou uitmaken van de afspraken. Hogere tarieven in de spits zouden de drukte in de ochtendspits op met name dinsdag en donderdag moeten intomen. Na politieke druk zagen Heijnen en NS af van de spitsheffing.
Concurrenten van NS, waaronder de regionale treinvervoerders Arriva en Qbuzz, voeren al jaren strijd over het hoofdrailnet. Nu het contract is getekend, hebben vier partijen officieel bezwaar gemaakt tegen de onderhandse gunning. Dat schreef Heijnen op 1 maart aan de Tweede Kamer.
‘Niet goudomrand’
Volgens een kenner van het dossier, die niet met zijn naam in de krant wil omdat hij betrokken is bij de juridische procedure, komen de bezwaren van Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (de brancheorganisatie van vervoerders, zonder NS), Arriva, een groep aanbieders van deelvervoerdiensten (ook wel genoemd Mobility as a Service, MaaS) en brancheorganisatie AllRail samen met vervoerder Flix, van de bussen. Tegen een besluit op bezwaarschriften kunnen partijen in beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Hoewel NS volgens de concurrentie een concessie die miljarden waard is in de schoot geworpen kreeg, is dat volgens de Nederlandse Spoorwegen niet het geval. „De nieuwe concessie is helemaal niet goudomrand”, stelde financieel directeur Bert Groenewegen eind maart bij de presentatie van de jaarcijfers van NS.
Volgens Groenewegen kent de toekomst zoveel onzekerheden – komen de treinreizigers terug, hoe hoog blijven de energieprijzen, wat doet de rente – dat NS een fors lager rendement haalt op het hoofdrailnet dan je zou mogen verwachten. Daarom heeft NS volgens de internationale boekhoudregels (IFRS) fors moeten afwaarderen op de hoofdrailnetconcessie. NS heeft het contract dus voor een minder groot bedrag op de balans gezet. NS boekte per saldo 381 miljoen euro af op het contract.