Notities voor John geeft een inkijkje in de eerlijke, rauwe alledaagse Joan Didion

Ga eens alleen met je dochter op reis, zonder je man, adviseerde de psychiater van Joan Didion, de beroemde Amerikaanse essayist en romancier (1934-2021). Didion was getrouwd met schrijver John Gregory Dunne, en de twee hadden een bijna symbiotische relatie. Ze schreven gezamenlijk filmscripts en columns, lieten hun werk altijd door elkaar redigeren. Welke gedachte, welke zin van wie kwam, was niet meer te onderscheiden.

Hun geadopteerde dochter Quintana leefde met de frustratie dat wanneer ze met een van haar ouders praatte, de schaduw van de ander er ook altijd bij was, alsof ze met één mond spraken. Quintana kon er niet tegenop. En het was precies vanwege deze moeilijke relatie dat Didion nu op de bank van de psychiater zat.

Didion antwoordde dat ze dacht dat het zo hoorde, dat je elkaar als ouders niet afvalt tegenover een kind. Het advies van haar psychiater lezen we over haar schouder mee in haar persoonlijke aantekeningen. Didion documenteerde tot in detail de tientallen sessies met haar behandelaar, de prominente Freudiaan Robert MacKinnon. In het licht van bovenstaand advies is het haast ironisch dat Didion de notities niet bijhield voor zichzelf, noch voor haar publiek, maar in een soort dagboek dat ze adresseerde aan Dunne. Zelfs de meest persoonlijke momenten deelde ze direct met hem. Alsof ze niet meer wist waar zij ophield en hij begon.

Didion bezocht MacKinnon ruim tien jaar lang, maar hield alleen aantekeningen bij van de eerste jaren, van 1999 tot begin 2002. Het therapiedagboek werd na haar dood gevonden in Didions archief, dat de beheerders van haar nalatenschap volledig en zonder restricties hebben overgedragen aan de New York Public Library. Daar is het origineel vanaf deze zomer openbaar, maar het is nu ook in boekvorm en lichtjes geannoteerd gepubliceerd. Notities voor John is het eerste postume boek van Didion. Dat de uitgevers er veel van verwachten, blijkt alleen al uit het feit dat de Nederlandse vertaling (door Koos Mebius) twee maanden na het origineel al in de winkel ligt.

Notities voor John is een schrijnend, intiem document, dat het beeld bijstelt van Didion als de koele observator van Amerikaanse cultuur, die zelf net zo afstandelijk was als haar proza. Hoewel geen literair werk, is het een toegift voor de rouwende fans van de schrijver Didion. Maar de publicatie heeft ook controverse veroorzaakt. Niet alle vrienden en familieleden staan erachter, bleek uit een rondgang van The New York Times. Sommigen vinden het onethisch om aantekeningen te publiceren die overduidelijk niet bedoeld zijn voor de ogen van anderen. Proberen haar uitgevers niet een financiële slag te slaan uit iemand die geen stem meer heeft? Het document leest immers heel anders dan Didions bij leven gepubliceerde werk dat, of het nu non-fictie of fictie is, altijd wordt gekenmerkt door gestileerd, ritmisch en een beetje bits proza, dat veel kracht ontleent uit wat er niet wordt gezegd. Notities voor John is eerlijker, rauwer, en vooral alledaagser.

Aan haar vaste redacteuren of assistent heeft Didion, die eerst haar man verloor (in 2003) en vervolgens haar dochter (in 2005), nooit enige melding gemaakt van het bestaan van het document. Ze schreef eens met afkeer over de postume publicatie van een onvoltooide roman van haar held Ernest Hemingway. Ze had duidelijk ook geen plannen gemaakt voor deze ontboezemingen.

Maar Didion, die zorgvuldig aan haar imago bouwde, was niet dom. Ze was zelf een uitstekend journalist en wist heel goed dat er na haar dood in haar kasten zou worden gezocht – ze had zelf haar erfgenamen uitgezocht. Ze had dus het dagboek ook kunnen vernietigen, als ze echt niet wilde dat iemand het vond.

De publicatie is in elk geval een teken dat de verering van Didion, vier jaar na haar dood, nog steeds springlevend is. Didion was een zeer succesvolle schrijver van essays en romans. In 1968 brak ze door met de essaybundel Slouching Towards Bethlehem, waarin ze de Californische tegencultuur sceptisch portretteert. Waar hippies meestal werden gezien als idealistisch en vredelievend, toonde zij ze als excessief en grensoverschrijdend. Beroemd is het beeld dat ze beschreef in het titelessay, van een vierjarig kind dat tript op lsd. Vernieuwend was ook haar persoonlijke toon en de literaire technieken, die ze toevoegde aan haar journalistieke reportages. Daarmee was ze een van de pioniers van ‘New Journalism’ dat ondermeer bekendheid kreeg door schrijvers als Truman Capote en Norman Mailer.

Iconisch

Didion had een feilloos oog voor wat Amerikaanse cultuur zo Amerikaans maakt. Ze beschreef het leven in Hollywood maar rapporteerde ook vanaf de frontlinies over de epidemieën van geweld die Amerika teisterden in de jaren zestig en zeventig. Het Amerikaanse zelfbeeld als land van vrijheid en ongekende mogelijkheden kwam er bij haar bekaaid vanaf – al is het misschien juist ultiem Amerikaans om de rot onder de Amerikaanse droom te beschrijven.

Play It as It Lays, haar ijzingwekkende roman uit 1970 over een depressieve vrouw die rondrijdt door Los Angeles in een gele Corvette Stingray, maakte thema’s bespreekbaar als illegale abortus, echtscheiding en geestesziekte. Ondanks de zonnige Californische setting getuigt de roman van een verpletterend nihilisme, vol symboliek en mythologische verwijzingen. De roman scoort dan ook standaard hoog in lijstjes met beste Amerikaanse literatuur van de twintigste eeuw.

Haar succes bleef gedurende haar lange carrière vrij constant, mede omdat Didion zich bleef vernieuwen. Ze verlegde haar blik vanaf de jaren tachtig naar de Amerikaanse politiek en suggereerde begin jaren negentig al dat de ‘Central Park Five’ – vijf jonge jongens van kleur – onterecht waren veroordeeld voor de verkrachting van een jogger in Central Park, ruim tien jaar voor de echte dader werd gevonden. In 2013, op hoge leeftijd, ontving ze in het Witte Huis uit handen van president Barack Obama de National Humanities Medal. Ze bleek uiteindelijk succesvoller dan haar man, die in 2003 overleed aan een hartaanval.

Over zijn dood schreef ze de memoir The Year of Magical Thinking (2005), misschien wel haar beroemdste boek. Dunne overleed terwijl Quintana in coma lag (Quintana zou niet veel later ook overlijden, vlak voor de publicatie). Het is een rouwboek, maar zoals altijd bij Didion krijgen we ook hier geen pure emoties voorgeschoteld. Juist omdat Didion niet uitspelt wat ze precies voelt, is The Year of Magical Thinking zo’n intens boek. Ze herleeft de gebeurtenissen rond de dood van haar man opnieuw en opnieuw, blijft er almaar omheen cirkelen.

Bovenal had Didion star potential. Ze had iets onmiskenbaar glamoreus, met haar tengere figuur, brede mond en timide uitstraling. In 2018 was ze het gezicht van een grote campagne van modehuis Céline – de foto van een bejaarde Didion met grote zwarte zonnebril werd direct iconisch. Zowel zij als Dunne waren dol op geld en luxe, waren bevriend met beroemde Hollywoordfiguren, hooggeplaatste rechters en kwamen op de feestjes van de intelligentsia van New York en Californië.

Hun weelderige levensstijl komt soms op komische wijze naar voren in Notities aan John, zoals wanneer Didion met MacKinnon bespreekt dat Dunne en zij het liefst willen stoppen met het schrijven van filmscripts, zodat ze tijd vrij kunnen maken voor hun eigen werk. Beiden zijn ongelukkig dat ze haast niet meer aan romans of essays kunnen werken. Maar de keuze dat ze dan zouden moeten leren leven met minder geld, maken ze ook niet. Ze hebben nog nooit op hun budget hoeven letten. Om er eens goed voor te gaan zitten en uit te zoeken met hoeveel minder ze zullen moeten leven, vliegen ze met de Concorde naar Parijs, vertelt ze MacKinnon droog.

In Notities voor John staat de relatie met haar dochter Quintana centraal. Quintana, die worstelt met depressie, suïcidale gedachten en alcoholverslaving, loopt zelf bij een psychiater, dokter Kass. Ze stelt haar moeder voor om ook met iemand te praten, omdat Didion eveneens met depressie kampt, en er in het gezin weinig open wordt gepraat. Zo belandt Didion bij MacKannon, die, vreemd genoeg, haar voortgang regelmatig rapporteert bij Kass en bij Didion weer verslag doet van Quintana’s proces.

Na Quintana’s dood, die op 39-jarige leeftijd overleed aan een acute alvleesklierontsteking na jaren van ziekenhuisopnames, schreef Didion de memoir Blue Nights (2011). Het is een fragmentarisch boek over rouw, zonder dat ze probeert de dood van haar dochter een ultieme betekenis te geven of te zoeken naar verklaringen. Didion meandert in haar gedachten en denkt na over (niet-biologisch) moederschap en over haar eigen moeilijkheden om het ouder worden te accepteren. Quintana’s alcoholverslaving komt overigens in het boek niet zo prominent naar voren, dat is opvallend aangezien dit een van de belangrijkste thema’s is in Notities voor John. Daarin worstelt Didion met Quintana’s drankgebruik, haar onvoorspelbaarheid en mentale problemen. Didion lijkt te leven naast een bom die elk moment kan ontploffen.

Moeizame gesprekken

Vooral in het begin zijn de gesprekken met de psychiater moeizaam; Didion is niet gewend zo open over haar gevoelens te praten. De gesprekken waaieren uit naar haar jeugd, angsten en depressies. Ze piekert veel en verwacht altijd het ergste, zegt ze. Haar eigen vader was depressief, hij schreef haar veertig jaar voor zijn uiteindelijke dood al een afscheidsbrief. Toen hij in een kliniek werd opgenomen en Didion hem soms ophaalde om samen oesters te eten – het enige voedsel dat hij accepteerde – wilde hij steeds dat zijn dochter hem afzette bij een stuk strand waar de zee zo woest was, dat er regelmatig voorbijgangers werden meegesleurd.

In deze notities zijn geen literaire effecten, ellipsen of metaforen te vinden, zoals we van Didion gewend zijn. We leren haar kennen als iemand die zich altijd schuldig voelt (behalve als ze werkt). Ze is zorgzaam en niet zo cynisch als in haar gepubliceerde werk. Ze schrijft precies, maar haar taal is niet zo geconstrueerd of ingedikt tot het hoogst essentiële. Het is alsof ze zich onbespied waant, terwijl ze zich toch letterlijk aan een geadresseerde richt. Langzaam opent ze zich ook naar de psychiater. Op driekwart van het boek barst ze ineens in huilen uit, nog voor ze iets tegen MacKinnon heeft gezegd („Ik huil nooit”, zegt ze verbaasd).

Zo ontstaat er een interessante verhouding met haar bij leven gepubliceerde non-fictie: daar beschrijft ze de buitenwereld, door zichzelf erin te schrijven als de buitenstaander die zich niet laat meeslepen. Ze is een personage dat de wereld observeert. In Notities draait alles om Didions binnenwereld, ze is zelf het middelpunt, en kan zich niet verschuilen achter haar personage. Haar houvast valt weg. In die wankele toestand kan psychoanalyse of therapie haar werk beginnen te doen.

Is dit een goed boek? Twijfel. Notities voor John was nooit als zodanig bedoeld. Maar intrigerend is het boek zeker. Waarom zou Didion haar aantekeningen over therapie aan haar man richten, als ze toch altijd al alles bespraken? De precieze weergave van de gesprekken roept bovendien de vraag op hoe betrouwbaar de notities zijn. Didion moet ze hebben opgeschreven direct nadat ze thuiskwam van een therapeutische sessie, of ze had een zeldzaam goed geheugen. Vertelt ze alles? Of geeft ze een meer wenselijke versie van zichzelf aan haar man? En wat deed Dunne met al deze informatie? Die vragen blijven onbeantwoord. Maar daarin schuilt ook juist de kracht van Didions werk, in wat er niet wordt gezegd.


Lees ook

Scherpe chroniqueur van het naoorlogse Amerika

Journalist en essayist Joan Didion in 2005.