Noodlijdend Shoeby komt met herstelplan en krijgt laatste strohalm van de rechter

Modebedrijf Shoeby maakt een doorstart via een zogenoemde WHOA-procedure en ontloopt zo een faillissement. Dat heeft het bedrijf donderdag bekendgemaakt. De rechtbank is akkoord gegaan met het herstelplan.

De modewinkelketen, 42 jaar geleden opgericht in Den Bosch, kwam in problemen toen door coronamaatregelen zijn winkels dicht moesten. Kort daarna leidde snel oplopende inflatie tot druk op de kledingverkoop.

„De crediteuren zullen een eenmalige betaling ontvangen, gebaseerd op een percentage van hun uitstaande vordering, tegen finale kwijting”, aldus een persbericht van Shoeby. Om welke bedragen het gaat, vermeldt het niet.

Shoeby is het tweede bedrijf waarvoor de rechter deze week positief oordeelt op een WHOA-aanvraag. Ook voetbalclub VVV Venlo bereikte een akkoord over zijn schulden via de WHOA, en werd zo gered van de ondergang. Deze Wet homologatie onderhands akkoord bestaat sinds 2021. De procedure is bedacht voor bedrijven die nog economisch levensvatbaar zijn, maar door zware schulden kopje onder dreigen te gaan. Door een reorganisatie of ‘herschikking’ van schulden kunnen ze toch door.

Procedure via de rechter

Een WHOA-procedure loopt via de rechter. Een bedrijf dat een beroep doet op een van de 24 rechters uit de ‘WHOA-pool’ moet die een voorstel voorleggen dat in feite een onderhands akkoord met de schuldeisers behelst. Als de eisers van minimaal twee derde van de uitstaande schuld ermee akkoord zijn, kan de rechter andere – mogelijk dwarsliggende – crediteuren dwingen ook mee te doen. Zo wordt schuldsanering mogelijk zonder dat alle schuldeisers instemmen.

Storm loopt het nog niet qua positieve beslissingen: in 2021 en 2022 ging de rechter 27 keer akkoord met een WHOA-voorstel, blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer van een paar weken terug. Dat valt tegen als je het afzet tegen het aantal aanvragen in diezelfde periode: 293. En in het niet bij de 220.000 bedrijven die kampen met een coronaschuld. Voor 2023 zijn nog geen „accurate cijfers”, volgens de Kamerbrief. Die worden in maart verwacht.

Shoeby, dat zo’n 230 winkels telt waarvan het merendeel in Nederland en een paar in Duitsland, deed september vorig jaar een beroep op de WHOA. Dat de rechter nu akkoord is, betekent dat de herstructurering van het bedrijf kan beginnen.

Onlangs was er kritiek op de WHOA, omdat de regeling vooral is toegespitst op grote bedrijven, volgens een onderzoek van het WODC. Het onderzoek is eind vorige maand gepubliceerd. Voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) is WHOA een minder aantrekkelijke laatste strohalm, volgens het WODC, omdat de kosten voor een adviseur en advocaat hoog zijn. Bovendien zijn kleine ondernemers vaak niet bekend met de WHOA. Verder dreigen ‘gewone’ schuldeisers zoals leveranciers of verhuurders de dupe te worden van de WHOA als deze te makkelijk wordt toegepast, zei hoogleraar insolventierecht Rolef de Weijs hierover eind vorig jaar in NRC.

Het WODC onderzocht misbruik met de WHOA, maar dit is niet aangetroffen. De onderzoekers benadrukken dat hun evaluatie eigenlijk te vroeg komt: „Mogelijk zijn niet alle knelpunten al aan de oppervlakte gekomen”. Ze adviseren de WHOA over vijf jaar weer te evalueren.