Schaarste en creativiteit staan aan de basis van het Punselie-stroopkoekje. Toen de Goudse Sint-Janskerk begin jaren veertig te krap bij kas zat om het hele kerkkoor van traditionele stroopwafels te voorzien, vroeg de koster of het niet goedkoper kon. Bertus Punselie, zoon van oprichter Johannes, pakte twee Goudse ruitjes, deed er een beetje stroop tussen, et voilà: Punselie’s stroopkoekje was geboren. Bertus had in de fabriek van zijn vader te veel koekjes gemaakt voor de kerk en bracht de rest naar de familie Heijn in Zaandam. Die kreeg zoveel vraag naar de koekjes, dat de Punselies er maar meer gingen maken.
‘Punselie’s stroopkoekjes’ werd een begrip in Gouda en ver daarbuiten. Het familiebedrijf, dat toentertijd allerlei verschillende koekjes maakte, ging zich louter toeleggen op het nieuwe stroopkoekje. Naast supermarkten en horeca ontwikkelde het bedrijf een innige band met luchtvaartmaatschappijen, in het bijzonder met KLM, waarvoor Punselie decennialang het koekje bij de koffie leverde.
Het bedrijf ontwikkelde een innige band met KLM, waarvoor Punselie decennialang het koekje bij de koffie leverde
40.000 koekjes per uur
Vijfenzeventig jaar na de vondst van zijn vader Bertus loopt Ron Punselie over de gracht waar de koekjes decennialang van de lopende band kwamen, zo’n 40.000 per uur. Tot een klein jaar geleden. In oktober heeft hij de fabriek in de oude binnenstad moeten sluiten, nadat een nieuwe projectontwikkelaar het huizenblok met de fabriek had overgenomen. De nieuwe eigenaar besloot negentien woningen in het complex te bouwen, waarmee hij meer huuropbrengst kan binnenhalen. „Ik vind het niet prettig om hier te komen, maar ik ben er inmiddels wel aan gewend”, zegt Punselie, staand waar een paar maanden terug nog de ovens stonden.

De 73-jarige Punselie raakte met de sluiting van de fabriek niet alleen zijn werk, maar ook zijn huis, een verdieping boven de fabriek, kwijt. Nu bivakkeert hij even verderop in de straat in het pand dat voor de sluiting nog dienst deed als bezoekerscentrum. Alleen zwart-witfoto’s van fabrieksmedewerkers aan de wand herinneren daaraan. Verder staan er tientallen dozen, een bureau; achter een voorzetwandje een bed met een klein keukentje. En een loopband. „Ik moet wel een beetje in beweging blijven”, grapt de energieke Punselie.
Tot een jaar terug stond Punselie altijd om half zes op om de ovens aan te zetten. Hij was directeur, koekjesbakker, verkoper, manus-van-alles. Nu kan hij iets langer uitslapen en werkt hij tussen de dozen aan de crowdfunding-campagne om zijn bedrijf nieuw leven in te blazen. Hij ontwikkelde plannen voor een nieuwe productielijn, die van start gaat als hij voor uiterlijk eind september 1 miljoen euro weet op te halen. Als het startkapitaal binnen is, moet het resterende deel (8 miljoen) van een Zwitserse projectfinanciering komen – oude familiebanden van de Punselies helpen daarbij een handje.
Ik was haast de enige die de oude machines nog kon repareren
De burgemeester van Gouda, Pieter Verhoeve, bracht Punselie in contact met het sociaal werkbedrijf Promen, dat in een loods aan de rand van de stad is gevestigd. Verhoeve legt uit waarom hij hoopt dat Punselie’s koekjesbedrijf voor de stad behouden blijft: „Gouda is beroemd vanwege z’n maakindustrie, en om z’n koekjes. En de Punselie-stroopkoek was z’n tijd ver vooruit. Ik hoop dat de kracht van het koekje overwint”, aldus de burgemeester. Het koekje is geheel plantaardig en geschikt voor mensen met allerhande allergieën.
Het Punselie-koekje was dan misschien modern, de fabriek was dat niet. „Ik had al veel eerder willen verhuizen, maar dat is nooit gelukt”, vertelt Punselie. De afgelopen twintig jaar zeilde het bedrijf meermaals langs de rand van de afgrond. De aanslagen van 11 september 2001 in New York, financiële crises en daarna de coronapandemie – er waren tal van crises die de luchtvaart en daarmee het bedrijf in zwaar weer brachten. Punselie internationaliseerde het bedrijf door aan luchtvaartmaatschappijen te leveren, maar groot onderhoud in Gouda kwam door geldgebrek maar niet van de grond. „Ik was haast de enige die de oude machines nog kon repareren”, zegt hij.

Met een crowdfundactie hoopt Punselie een nieuwe start te kunnen maken aan de rand van de stad.
Foto Saskia van den Boom
Moderniseringen
Nadat hij de deuren moest sluiten, nam hij de gelegenheid te baat om toch de lang uitgestelde moderniseringen door te voeren. „In de nieuwe fabriek zijn we volledig elektrisch, werken we met robots en is alles gestroomlijnd”, zegt Punselie terwijl hij ontwerptekeningen laat zien op de nieuwe locatie. Een grote hal met belendend magazijn moet het decor van het volgende hoofdstuk worden in de 152-jarige geschiedenis van het bedrijf.
Sociaal werkbedrijf Promen ziet de koekjesfabriek graag komen. Arian Linge werkte de afgelopen maanden samen met Punselie aan het speciale plan voor de sociale werkplaats, waar straks zo’n vijftien mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt moeten kunnen meedraaien. Vijf mensen in de productie, maar ook in het magazijn, de technische dienst en de administratie zijn handjes nodig.

Bij Promen doen werknemers nu vooral inpakwerkzaamheden, slechts het laatste stapje van de productieketen. Maar als de sociale werkplaats straks de koekjesfabriek huisvest, gaan mensen het hele product maken. „Het is hartstikke mooi dat de mensen het proces van begin- tot eindproduct meemaken. En het biedt mogelijkheden mensen op te leiden en te laten uitstromen naar ander werk”, aldus Linge, die zich al verheugt op de koekjesgeur in de werkplaats.
Voor Punselie is er ook nog een prettige persoonlijke bijkomstigheid: hij kan straks voor 2 euro een warme maaltijd mee naar huis nemen, bereid in de kantine voor het Promen-personeel. „Dat is alleen voor de medewerkers hoor”, zegt Linge. „O ja, maar straks ben ik gelukkig medewerker”, grapt Punselie. Hij zal de productielijn bouwen en contact met leveranciers onderhouden, maar laat daarna het grootste deel van de werkzaamheden aan Linge en andere mensen van Promen.
Stewardessen zamelden geld in, toen ze hoorden dat Punselie zijn huis had moeten verlaten
Lange rijen Gouwenaars
De Goudse gemeenschap wil dat de koekjes terugkomen, zoveel is duidelijk voor Punselie. Vlak voor de sluiting stonden er lange rijen Gouwenaars voor de fabriek om een rondleiding te krijgen en voorlopig een laatste voorraad koekjes mee te nemen. Ook het KLM-personeel, met wie Punselie nog altijd goed contact heeft, stak hem een hart onder de riem. Stewardessen zamelden geld in toen ze hoorden dat Punselie zijn huis had moeten verlaten. Aan solidariteit geen gebrek, nu is het voor Punselie te hopen dat dat sentiment zich ook financieel vertaalt.
De teller staat inmiddels op ruim 150.000 euro, bijeengebracht door tweeduizend Punselie-vrienden. Vooralsnog zijn dat vooral mensen uit de regio die willen investeren in de doorstart van ‘hun’ koekjesbedrijf. Punselie zoekt nu de media op om de rest van Nederland te bereiken. Als hij de miljoen niet haalt, krijgt iedereen z’n geld terug. En Punselie zelf? „Dan heb ik er vrede mee.” Maar hij gaat er alles aan doen om het niet zo ver te laten komen. Het bedrijf dat zijn opa startte wil hij niet zomaar sluiten. Een nieuwe locatie, in de sociale werkplaats, zou de kroon op zijn werk zijn. „En dan kom ik daar lekker koffie drinken, met een Punselie-koekje erbij.”

„Ik vind het niet prettig om hier te komen, maar ik ben er inmiddels wel aan gewend”, zegt Punselie, staand waar een paar maanden terug nog de ovens stonden.
Foto Saskia van den Boom
