N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Eindexamen Een scholier zakte op 0,1 punt voor het havo-examen. Onterecht, vinden zij en haar ouders. Woensdag boog de rechter zich erover.
Wat betekent het om niet jezelf te kunnen zijn? Het was afgelopen voorjaar vraag 10 op het havo-eindexamen maatschappijwetenschappen (maw). En het is in feite ook de vraag die een zeventienjarige havist uit Alkmaar woensdagochtend aan een Haagse rechter voorlegt. Ze droomt er al sinds haar elfde van om Hbo Forensische Opsporing te gaan studeren en dit voorjaar werd ze toegelaten.
Maar nu, zegt ze, staat die droom op het spel. Want toen in juni alle cijfers van de eindexamens bekend werden, bleek ze bij maatschappijwetenschappen nét 0,1 punt tekort te komen. De beoordeling van haar antwoord op die ene vraag – wie je wel of niet kan zijn – bleek cruciaal en zorgde ervoor dat ze zakte. Geen diploma-uitreiking, geen vervolgopleiding.
Juridiseren van conflicten
Haar vader had het er niet bij laten zitten. Hij diende een klacht in bij de beroepscommissie van de school. De twee correctoren, eentje van de school zelf en eentje van buiten, waren het volgens hem met elkaar oneens geweest over de beoordeling. Daarom had de school een derde corrector moeten aanwijzen. Die klacht werd ongegrond verklaard: de eerste corrector had haar 23 punten gegeven; de tweede corrector kwam uit op 17. In overleg kwamen ze vervolgens tot 21 punten. Dat bleek toen de cijfernormen bekend werden nét onvoldoende: een 5,4.
Lees ook: Geslaagd! De vlag kan uit! Maar hoe nu verder: tussenjaar, werk of studie?
Die pech wordt woensdag gejuridiseerd, zoals steeds meer conflicten tussen ouders en scholen zich voor de rechter afspelen. Rechtsbijstandsverzekeraars als ARAG en Achmea behandelen de laatste jaren steeds meer zaken, zeiden ze vorig jaar tegen RTL Nieuws. Die stijging werd al voor de coronacrisis ingezet. Zo behandelde Achmea in 2012 ruim vijfhonderd van zulke zaken, dat aantal steeg daarna gestaag tot 837 in 2020. Ook de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) verwerkt meer klachten. Die lopen uiteen van een leerkracht die een kind te streng zou hebben toegesproken tot cijfers en schooladviezen die te laag zouden zijn. Wat zij delen is de stellige overtuiging van ouders dat het belang van hun kind geschaad is.
Rol van correctoren
Daar gaat het woensdag ook over. Het is volgens de vader in het belang van zijn dochter dat de 5,4 een 5,5 wordt en ze slaagt. En dat kán, denken zij: toen de scholier en haar ouders nog eens naar het correctievoorschrift keken, vonden ze de beoordelingen te strikt. Volgens hun eigen telling had het meisje voor haar antwoorden zeker vier extra punten moeten krijgen . Hun advocaat heeft het over een „schrijnend geval” en loopt de antwoorden door – de vertegenwoordigers van de school luisteren hoofdschuddend. Hij wil alsnog een derde corrector laten oordelen, één extra punt zou van de onvoldoende al een voldoende maken. Ik hoop, zegt de scholier tegen de rechter, „dat u iets voor me kan betekenen”.
Dat het zuur is, wordt door niemand in de rechtszaal betwist. Maar is het ook onrechtmatig? De advocaat van de school stelt dat alles volgens de regels is verlopen: omdat de correctoren het eens werden, hoefde er geen derde corrector ingeschakeld te worden. Bovendien doen het geluk of de pech van het meisje er niet toe: correctoren weten als ze examens nakijken niet in hoeverre hun beoordeling van een vraag bijdraagt aan het slagen of zakken van een scholier. Ze mogen de wens om een scholier te laten slagen ook niet meewegen. De cijfernormen worden daarom pas later bekend.
Hij stelt voor de correctoren alles nog eens te laten bekijken, met de opmerkingen van de scholier erbij. Een garantie is dat niet: de kennis dat haar toekomst, in ieder geval voor één jaar, afhangt van één extra punt mogen ze niet meewegen.
Misschien is uw kans bij een herbeoordeling groter dan wanneer ik vonnis wijs
Rechter rechtbank in Alkmaar
„Ik moet u eens streng aankijken”, zegt de rechter met vriendelijke blik richting het meisje. „Mijn positie is onafhankelijker, maar mijn mogelijkheden zijn beperkter.” Welke antwoorden één of twee punten moeten opleveren kan en wil hij niet beoordelen. „Misschien is uw kans bij een herbeoordeling groter dan wanneer ik vonnis wijs.”
Paar minuten om te beslissen
Buiten de rechtszaal wordt vervolgens druk over het voorstel van de school overlegd. Aan de ene kant staan de vertegenwoordigers van de school; aan de andere staat het gezin. Daartussenin onderhandelen de advocaten. Na een kwartier zijn zij eruit, maar stemt de scholier ermee in? Ze moet in enkele minuten beslissen over haar toekomst.
Het toch aan de rechter laten, met vermoedelijk een nadelige uitkomst? Of de correctoren weer aan het werk zetten, met de kans dat ze alsnog slaagt en in september met haar gedroomde opleiding kan beginnen, maar ook met de kans dat alle procedures voor niets waren?
Met een hoofdschuddende moeder op de tribune formuleert de rechter daarna een schikking. Het lot van de scholier blijft in handen van de examinatoren. Of het haar iets oplevert, is onduidelijk: ze moet vóór 30 augustus haar diploma hebben, maar de docenten zijn nu nog op vakantie.