Donald Trump zal ook bij de aankomende presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten de Republikeinse kandidaat zijn. Zijn enige overgebleven concurrent Nikki Haley zou woensdag uit de race stappen als presidentskandidaat, nadat zij op Super Tuesday de voorverkiezingen in veertien van de vijftien staten verloor van de ex-president. Dat melden The Wall Street Journal en CNN op basis van bronnen rond Haley.
De voormalig VN-ambassadeur en ex-gouverneur van South Carolina wist dinsdag weliswaar haar eerste volwaardige staat (noordoostelijk Vermont) te winnen, maar Trump prevaleerde in alle andere. Door zijn eerdere zeges bij de eerste voorverkiezingen van januari en februari heeft hij nu al zoveel gedelegeerden achter zich, dat de nominatie hem praktisch niet meer kan ontgaan. Deze delegates wijzen tijdens de partijconventie van deze zomer officieel de presidentskandidaat aan.
Haley, die haar terugtrekking woensdagochtend rond 10 uur (Amerikaanse tijd) formeel bekend zou maken, was Trumps enige overgebleven tegenstander. Bij de start van de Republikeinse voorverkiezingen, begin januari in Iowa, waren er nog vier serieuze kandidaten die de gedoodverfde favoriet durfden uit te dagen. Vivek Ramaswamy, Ron DeSantis en Asa Hutchinson gaven de strijd echter al snel op.
Haleys kandidatuur was feitelijk ook al over. Ze verloor eind januari in de voor haar gunstige staat New Hamsphire, waar veel onafhankelijke kiezers stemmen, en eind februari vervolgens ook in haar thuisstaat South Carolina. Omdat ze nog genoeg geld in de campagnekas had, streed ze toch door tot Super Tuesday.
Joe Biden won bij de Democratische voorverkiezingen tot nu toe in alle staten. Congreslid Dean Phillips en zelfhulpauteur Marianne Williamson bleken andermaal geen bedreiging voor de huidige president. Alleen in het overzeese gebied Amerikaans Samoa won Biden dinsdag niet. Hij reageerde vooralsnog niet op de uitslagen van Super Tuesday.
Lees ook Trump en Biden zijn er bijna na Super Tuesday
‘Iedereen, laat je horen voor Gaza. Gebruik die pannen en pollepels!” Een grote menigte mensen – de een volledig gekleed in rood, de ander heeft een keffiyeh om of houdt een Palestijnse vlag in de hand – begint een enorm kabaal te maken. De paar honderd demonstranten slaan met houten pollepels tegen pannen aan die ze hebben meegenomen. Eva Kieboom (46), die hier op het Centraal Station in Utrecht aan de rand van de groep is gaan staan, is zichtbaar onder de indruk van de massa: „Die wanhoop die je soms voelt als je de beelden in Gaza ziet, de machteloosheid, verdwijnt nu als sneeuw voor de zon.”
Het bord, zoals je kan zien, is leeg. Zonder eten. Zoals de Gazanen geen voedsel hebben en verhongeren
Kieboom en haar vriendin Clarissa Mattos (56) hebben geen pannen of pollepels bij zich. Zij houden een leeg wit bord met een bloemetjesmotief vast. „Omdat het zes uur ’s avonds is: etenstijd voor iedereen ter wereld toch? Alleen is het bord, zoals je kan zien, leeg. Zonder eten. Zoals de Gazanen geen voedsel hebben en verhongeren.”
Bij de demonstratie sloegen mensen op zelf meegebrachte potten en pannen.
Foto Simon Lenskens
Het protest op het centraal treinstation in Utrecht is onderdeel van een reeks die tegelijkertijd plaatsvond op donderdagavond. Op 29 verschillende treinstations in Nederland waren demonstraties tegen het geweld en de hongersnood in Gaza. Burgers en organisaties als The Rights Forum en Artsen voor Gaza riepen op om „de genocide in Gaza te stoppen” en „humanitaire hulp het gebied binnen te laten”.
Noodklok
De actie komt aan het einde van een week waarin meer dan honderd hulporganisaties, waaronder Save the Children, Amnesty International en Oxfam Novib de noodklok luidden over de steeds schrijnender wordende situatie in de Gazastrook. In een gezamenlijke brief, die woensdag werd gepubliceerd, riepen de organisaties regeringen op om in actie te komen: „Terwijl de Israëlische regering de bevolking van Gaza uithongert, sluiten hulpverleners zich nu aan bij dezelfde voedselrijen en riskeren ze neergeschoten te worden, enkel en alleen om hun gezin te kunnen voeden.”
Volgens het Wereldvoedselprogramma hebben „ruim 90.000 vrouwen en kinderen dringend behandeling nodig” en heeft een op de drie dagenlang niets te eten. Tegelijkertijd hoeft Israël nauwelijks te vrezen voor sancties of maatregelen vanuit Nederland of de Europese Unie, zo lijkt het. Een kritische brief is het enige waartoe 20 van de 27 EU-lidstaten bereid waren.
Eerder deze week schreven meer dan honderd hulporganisaties een gezamenlijke brief, waarin ze regeringen opriepen om in actie te komen tegen het Israëlische geweld in de Gazastrook.
Foto’s Simon Lenskens
Dit leidt tot een groeiend gevoel van machteloosheid onder de Utrechtse demonstranten. Moedeloosheid zelfs. De 48-jarige Clarine Corstens heeft via sociale media beelden gezien van de hongersnood. Zij noemt het „walgelijk” en „moeilijk te verkroppen”. Terwijl op de achtergrond leuzen als „free, free Palestine” en „from the river to the sea, Palestine will be free” zo hard klinken dat Corstens enkele zinnen opnieuw moet beginnen, vraagt zij zich af of demissionair minister-president Dick Schoof wel toegang heeft tot die filmpjes: „Ik betwijfel het echt, want het kan anders niet dat je Israël zijn gang laat gaan. Ze zitten in Den Haag niets te doen. Doe iets!”
65.000 namen
De demonstratie op het centraal station is niet de enige actie in Utrecht. Op twee andere plekken in de stad, bij het stadhuis en op het Moskeeplein, lezen vrijwilligers al sinds woensdagochtend één voor één de namen voor van 65.000 Palestijnse doden en van de Israëlische slachtoffers van de Hamas-aanslag op 7 oktober. 24 uur per dag, vijf dagen lang. De actie is georganiseerd door Getuigen voor Gaza Utrecht.
Voor de deur van het stadhuis klinkt, op wat verkeer in de verte na, doodse stilte, met als enige uitzondering de stem van de voorlezer: „ … Ahmed Al Nadar, 9 jaar … Siraj Al Sabafir, 9 jaar … Baha Rajad Sakir, 5 jaar …”
Bij het Moskeeplein in Utrecht lazen vrijwilligers namen van slachtoffers voor.
Bij de Stadhuisbrug in Utrecht worden gedurende enkele dagen 24 uur lang namen voorgelezen van slachtoffers uit Gaza en Israël.
Foto’s Simon Lenskens
Voor voorlezer Marianne Houkamp (69) is het een morele plicht om hier achter het houten katheder te staan. Voor haar zijn onder anderen haar kleinkinderen een inspiratiebron. „Je ziet beelden van uitgemergelde kinderen die op het randje van de dood balanceren. Een moeder kan alleen nog met haar hand wat vies water over het gezichtje wrijven van haar kind om het enigszins schoon te houden.” Terwijl de tranen in haar ogen springen, zegt ze: „Dan denk je al snel: het hadden net zo goed mijn kinderen of kleinkinderen kunnen zijn.”
Nadat Frank Weijers (67) zijn eerste bladzijde heeft voorgelezen, stapt hij weg van het katheder en verzucht: „Ik voel echt een soort gewicht, een druk op mijn borst als ik die namen noem. Echt verschrikkelijk wat daar gebeurt. Het geeft echt een gigantisch gevoel van machteloosheid, dat je niets kan doen terwijl daar een genocide wordt gepleegd.”
Lees ook
Wat kunnen EU-lidstaten zelf doen tegen Israël nu Europese sancties uitblijven?
Weinig raakt mijn gevoel van machteloosheid meer dan een ruime meerderheid van de Tweede Kamer die niet wil terugkeren van zomerreces om te praten over Gaza. PVV niet, BBB niet, SGP niet, het NSC van verantwoordelijk minister Veldkamp niet. VVD en CDA reageerden niet eens op tijd op het voorstel. De nationale onderbuik verdient natuurlijk een paar weken rust. Genocide is natuurlijk niet leuk hè, maar ze hadden nét met hun handdoek een Spaanse zwembadstoel gereserveerd.
Ik weet ook wel dat dit waarschijnlijk niet de gang van zaken is, dat Yesilgöz niet echt een belletje van Timmermans wegdrukte in een zweterige karaokebar. Het gaat om het beeld. Zoals de weigerende partijen, zeker door geen reden van weigering te geven, ook een beeld schetsen: op dit moment is Gaza, waar het eten op is, nieuw voedsel amper binnenkomt en waar in de rij staan vóór dat kleine beetje voedsel ook al je dood kan betekenen, niet iets wat nú politieke aandacht verdient.
Een terugkeer van het zomerreces ís ook zeldzaam, dan moet er écht, écht wat aan de hand zijn. Zoals de laatste keer dat het gebeurde. Twee weken geleden. Toen kwam de Kamer terug voor een stemming over noodsteun aan scheepsbouwer Damen Naval. Want dat, tja, dát was in het landsbelang. De Kamer kwam tijdens de coronapandemie een paar keer terug. Landsbelang! De Kamer keerde in 2022 terug na uitspraken van toenmalig minister Hoekstra over het breken met stikstofafspraken van het kabinet. Landsbelang! Zelfs toen het in 2021 tijdens de zomer wél eens over een internationaal conflict ging, de machtsgreep van de Taliban in Afghanistan, was dat vooral vanwege de Afghanen die recht hadden op asiel omdat ze voor Nederland hadden gewerkt. Landsbelang!
In 2025 lijkt een zomerreces sowieso een achterhaald concept. Niet omdat politici geen rust verdienen, maar omdat een pauze gezien de huidige internationale problemen te kostbaar is. Maar zelfs al zou de reden (die ik noodgedwongen dus maar invul) om niet terug te keren vanwege Gaza zijn dat het niet direct iets met ‘ons’ van doen heeft, dan ís dat gewoon niet zo. Want hoe groter de misdadigheid daar en hoe groter de ellende, hoe groter de onrust hier, de woede, en ja, de machteloosheid.
En als de enige stuurlui aan wal al met een cocktail in de hand kijken hoe het schip onder water verdwijnt, wat moeten wij als burgers met ook maar een greintje empathie dan? Wij, emotioneel murw gebeukt van boze brief naar nog iets bozere brief, van tikken op de vingers naar rode lijnen die met een uitgedroogde stift getekend lijken.
Niet dat we ook maar enige hoop hebben op resultaat uit een debat, mocht de Kamer wel terugkeren. Terwijl er wel degelijk dingen zijn díé de Kamer kan doen. Maar dat je je reces ervoor onderbreekt, is dan op z’n minst het kleinste teken dat je het je boeit. Het is de minimale moeite voor de mensen die de straat op gaan, de mensen met hun keffiyehs en watermeloenspeldjes, de mensen die donderdag op Nederlandse treinstations meededen aan sit-ins. De minimale moeite, zodat machteloosheid geen cynisme wordt.
Hulporganisatie Save the Children heeft bij een campagne informatie gebruikt die „aantoonbaar onjuist en misleidend” is. Dat stelt de Reclame Code Commissie in een advies, dat door NRC is ingezien. Het gaat om een campagne waarmee Save the Children aandacht vroeg voor het leed van kinderen in conflictsituaties. De kwestie werd aangekaart door de pro-Israëlische lobbygroep Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI).
Vanaf eind april hingen twee weken posters in abri’s in grote steden met de slogan ‘Laat kinderen niet in de steek’. Daaronder plaatste de hulporganisatie onder meer een nieuwskop van een Nu.nl-bericht uit november 2024. De kop: „Bijna 70 procent van doden in Gaza zijn vrouwen en kinderen.”
Het percentage komt uit een rapport van het VN-bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR). Dat maakte de schatting op basis van het aantal doden dat het vorig jaar kon verifiëren. Inmiddels is duidelijk dat het aantal gedode vrouwen en kinderen rond de 40 procent ligt, stelt het VN-kantoor voor coördinatie van humanitaire hulp (OCHA). Israël beweert doorgaans locaties te bombarderen waar Hamas-strijders (mannen) zich zouden bevinden, veelal zonder hiervoor bewijs te leveren.
Bij het genocidale geweld in Gaza heeft Israël ruim 59.000 Palestijnen gedood en zeker 143.000 anderen verwond. Dat blijkt uit cijfers van het gezondheidsministerie in Gaza.
‘Verouderde gegevens’
Het percentage op de Save the Children-posters doet vermoeden dat dit de „actuele situatie” betreft, waarschuwt de Reclame Code Commissie, terwijl het om „verouderde gegevens” gaat. De publicatiedatum van het nieuwsbericht had erbij gemoeten.
„De commissie heeft gelijk, dit hadden we niet moeten doen”, stelt Jos de Voogd, woordvoerder van Save the Children. „Gezien het VN-onderzoek was de kop destijds juist, maar toen wij hem gebruikten was hij niet meer actueel. Er moest destijds snel worden besloten en we zochten naar nieuwsheadlines die het erbarmelijke lot van kinderen in oorlogen weerspiegelen.”
CIDI: dieperliggend probleem
Volgens het CIDI gaat het om een belangrijke uitspraak. „Wij ontkennen niet dat er veel slachtoffers vallen in de Gazastrook, maar het genoemde getal was aantoonbaar onjuist”, zegt CIDI-medewerker Freek Vergeer.
De kwestie legt volgens het CIDI een „dieperliggend probleem” bloot: „Het klakkeloos overnemen van Hamas-propaganda.” Vergeer noemt dat „best een stevige stelling”, maar ziet „in het publieke debat” dat cijfers die Hamas verstrekt „vrij snel worden overgenomen”. „Het Israëlische geluid krijgt minder ruimte.” Vergeer verwijst naar „incidenten” rond de gemilitariseerde voedselhulp van GHF, waarbij Israël sinds eind mei honderden Palestijnen heeft gedood. „Daar gaat inderdaad heel veel mis, maar het dodenaantal wordt klakkeloos overgenomen.”
Save the Children, dat niet in beroep gaat, betreurt het voorval. „Nu wordt gesuggereerd: zie je wel, het valt wel mee in Gaza”, zegt De Voogd. „Dit leidt af van het leed en van het feit dat onze ruim 200 hulpverleners door de Israëlische hulpblokkade amper kunnen werken.”
‘Lastig tellen’
Israël-Palestina-expert Peter Malcontent (Universiteit Utrecht) ziet dodenaantallen louter als „een indicatie”. „Het is lastig tellen in een gebied dat aan geweld ten onder gaat.” Het Gazaanse gezondheidsministerie, dat onder gezag staat van Hamas, levert cijfers waarin de internationale gemeenschap „redelijk veel vertrouwen” heeft, zegt Malcontent. „Na eerdere Gaza-oorlogen bleken hun cijfers een goed beeld te geven van wat er was gebeurd.”
„Cijfers zijn gevoelig voor politieke manipulatie”, zegt Malcontent. „Hamas heeft er belang bij slachtofferaantallen hoger te laten uitvallen. Israël manipuleert informatie, bijvoorbeeld over de aanval op ambulancemedewerkers in maart, die het CIDI weer in Nederland verspreidt.” Het CIDI suggereerde dat lichamen in een massagraf waren gestort om te voorkomen dat zwerfhonden deze zouden aanvreten.
Het CIDI heeft „een punt” met de abri-kwestie, zegt Malcontent. Niettemin kost het „enige moeite om niet cynisch te worden” dat uitgerekend het CIDI de zaak hoog opneemt. „Je zou kunnen denken: dit leidt af van dat er veel ouderen, kinderen en vrouwen omkomen.”
De Reclame Code Commissie publiceert de uitspraak over twee weken. Het CIDI plaatste een deel van de uitspraak al online. „Wij hebben partijen gevraagd dat niet te doen, maar we kunnen het helaas niet tegenhouden”, aldus een commissiewoordvoerder.
Lees ook
De zichtbare en onzichtbare invloed van Israël in de Tweede Kamer
Liveblog Crisis in het Midden-Oosten
Starmer verhardt zijn toon: ‘Lijden in Gaza is onverdedigbaar’