Nigeria’s nieuwe president zet in op een economische ommezwaai

Monetair beleid Na het schrappen van dure brandstofsubsidies maakt president Tinubu nu ook een eind aan de omstreden ’dubbele’ wisselkoersen.

Een man koopt eind mei brandstof voor zijn auto op straat in Lagos, vlak nadat de officiële prijzen fors zijn gestegen door de afschaffing van de brandstofsubsidie.
Een man koopt eind mei brandstof voor zijn auto op straat in Lagos, vlak nadat de officiële prijzen fors zijn gestegen door de afschaffing van de brandstofsubsidie. Foto Sunday Alamba/AP

„Dames en heren, it’s happening.” De tweet van de Nigeriaanse journalist en factchecker Oluwamayowa Tijani woensdagmiddag vatte kort samen wat vrijwel iedere analist die de koers van de naira nauwlettend in de gaten houdt zag aankomen. Gespeculeerd werd niet langer óf de nieuwe president van Afrika’s grootste economie de valuta van het land zou laten zweven. Maar wanneer.

Woensdag dus. De naira, die jarenlang op de officiële markt stevig was gekoppeld aan de dollar, maakte ineens een diepe val. Stond de dollar een dag eerder op 477 naira, aan het eind van woensdag was dit volgens handelaren gezakt tot 750 naira, vrijwel gelijk aan de prijs op de zwarte markt – een historische daling. Pas uren later, diep in de avond, zou de centrale bank in een verklaring bevestigen wat iedereen toen al wist: de naira mag vanaf nu vrij worden verhandeld.

Daarmee eindigt het krampachtige beleid van Nigeria’s centrale bank om de toegang tot buitenlandse valuta in handen te houden. Ook gaat een streep door het bijbehorende, weinig transparante systeem van meerdere wisselkoersen (afhankelijk van de afnemer en het doel), dat buitenlandse investeerders weghield en het gros van de Nigerianen overleverde aan een parallelle markt. Daar was hun naira veel minder waard.

Dat systeem speelde corruptie in de hand: Nigerianen met de goede connecties en daarmee toegang tot de dollars van de centrale bank, konden ze tegen een fors hogere prijs weer inruilen op de zwarte markt. Wat veelvuldig gebeurde. Vanaf nu, aldus de centrale bank woensdag, is er één markt.

Brandstofsubsidie

De koerswijziging hing sinds afgelopen weekend in de lucht. Dit na de niet geheel verrassende schorsing van Godwin Emefiele, de man die de afgelopen jaren leiding gaf aan de centrale bank en wiens onorthodoxe beleid werd bekritiseerd door analisten, economen en financiële instellingen als het IMF.

lees ook: Nu Nigeria de brandstofsubsidie afschaft, kost een volle tank ineens een maandloon

Opnieuw lijkt de vorige maand aangetreden president Bola Tinubu (71) te laten zien dat het hem menens is Nigeria’s kwakkelende en onder schulden bezwijkende economie te hervormen. Zo schrapte hij onlangs ook al een populaire, maar eveneens omstreden brandstofsubsidie die de staatskoffers decennialang leegtrok (vorig jaar kostte zij de regering 10 miljard dollar). Meteen daarop schoten de benzineprijzen omhoog.

Voor het merendeel van de 215 miljoen Nigerianen gaan het zeer zware tijden worden, voorspelt Cheta Nwanze, hoofdanalist en onderzoeker bij SBM Intelligence, een denktank in Abuja. „Nigeria is een heel arm land, maar de meeste Nigerianen beseffen dit niet. Ze hebben zichzelf toegestaan te geloven dat we een soort prinsen uit de Golfstaten zijn. In plaats van paupers. Nu gaan mensen het pas echt voelen. Nu komt het moeilijke stuk.”

De prijzen voor benzine en diesel – die twee keer en op sommige plaatsen zelfs drie keer zo hoog werden – zullen met het loslaten van de naira verder oplopen. Dat heeft alles te maken met de paradox die als een schaduw over het land hangt: oliereus Nigeria is zonder werkende raffinaderijen afhankelijk van import. Geld dat het verdient met de export (90 procent van de exportinkomsten komt van ruwe olie) verdampt weer door de dure import van brandstof.

Deels kwam dat door de subsidie. Onhoudbaar, waarschuwden economen al jaren. Vooral omdat de brandstofsubsidie ten koste ging van investeringen in het onderwijs en de zorg. Onhoudbaar was volgens hen ook het naira-beleid dat zeker onder Tinubu’s voorganger Muhammadu Buhari erop gericht was om een devaluatie van de valuta tegen te gaan. Koste wat kost.

Centralebankgouverneur Emefiele ging daarin mee. Hij verstevigde zijn greep op de naira in 2016, toen de olieprijs in elkaar zakte en de valuta in een vrije val terechtkwam. Maar de onder hem doorgevoerde restricties leidden tot grote terughoudendheid bij buitenlandse investeerders, die hun in Nigeria gemaakte winsten vaak niet in dollars konden omzetten, en die dus niet het land uit kregen. Alleen al internationale luchtvaartmaatschappijen zouden ruim 800 miljoen dollar aan inkomsten ‘vast’ hebben staan in Nigeria.

Lees ook: Nigerianen kunnen steeds minder kopen voor kelderende naira

„Onze modellen schatten de totale backlog grof genomen op rond de 12 miljard dollar”, zegt Andrew Matheny, analist bij Goldman Sachs in Londen. „Dat heb je niet in een nacht weggewerkt. Daarvoor is ook meer nodig dan alleen een devaluatie.” Toch bespeurt de analist bij zijn op Nigeria gerichte klanten iets wat hij lang niet zag: enthousiasme. Maar het is nog vroeg, stelt hij. „De besluiten die nu zijn genomen zijn significant, maar die zou je ook laaghangend fruit kunnen noemen.”

„Ik zou zeggen, fruit dat al op de grond lag en alleen nog door Tinubu opgeraapt moest worden”, zegt analist Nwanze van SBM Intelligence. „Ook de andere kandidaten beloofden tijdens de verkiezingen dit te doen. Omdat het móést gebeuren.”

Met een vrij verhandelbare naira en enkele wisselkoers, verdwijnt volgens de analist de willekeur waar de economie onder leed. Meer dan een breuk met het beleid van Buhari en Emefiele, is het volgens Nwanze een breuk met een traditie die teruggaat tot Nigeria’s militaire dictaturen sinds de jaren zestig. „Opeenvolgende regeringen hebben altijd alles willen controleren. De koers van de naira. Brandstofprijzen.”

Op de korte termijn zal de koerswijziging Nigeria’s schulden over de grens flink doen oplopen. Nu al gaat ruim 90 procent van de staatsinkomsten op aan het afbetalen ervan. Intussen is de olieproductie, mede door diefstal, historisch laag. „Het is een bittere pil”, zegt de analist. „Maar het is ook de realiteit. Het geld is op.”