N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Landentennis De Nederlandse tennissers spelen voor een plaats in de Davis Cup Finals. Gijs Brouwer, de debutant in de selectie, komt in principe niet in actie, maar is desondanks blij dat hij erbij mag zijn. Als trainingsstage, en om te leren van zijn teamgenoten.
Het is een partij van niks, een trainingspotje zonder services in het Nationaal Tennis Centrum in Amstelveen, waar het Nederlands Davis Cup-team zich afgelopen donderdag voorbereidt op de groepsfase van het landentoernooi. Toch is de uitslag er een om te onthouden: de veertigjarige dubbelspecialist Matwé Middelkoop wint met de linkshandige Gijs Brouwer aan zijn zijde van de beste Nederlandse tennissers van dit moment: Tallon Griekspoor en Botic van de Zandschulp. De score toont aan dat het met het vertrouwen wel goed zit bij Brouwer, de 27-jarige debutant in de selectie van bondscoach Paul Haarhuis. Bij de fotosessie na de ochtendtraining staat Brouwer ook ontspannen lachend tussen zijn meer ervaren ploeggenoten. „Ik ben fit en heb er zin in” zegt Brouwer daarna in een gesprek met NRC. „Maar mijn rol is duidelijk: ik ben de derde man.”
Een kleine week later, na het eerste groepsduel met Finland in het Arena Gripe Sports Centre in Split, is Brouwers rol heel even minder duidelijk. Hij wordt genoemd als invaller voor Van de Zandschulp, die dinsdag verliest van de Fin Otto Virtanen, de nummer 125 van de wereld. Door de nederlaag is een Nederlandse zege allerminst zeker, terwijl Haarhuis de ontmoeting met Finland vooraf als „cruciaal” bestempelde voor het verdere verloop van het toernooi in de Kroatische stad – de beste twee landen in de groep plaatsen zich voor de finalewedstrijden in november in het Spaanse Malaga. Griekspoor en de dubbel Koolhof/Middelkoop voorkomen vervolgens een valse start.
De bondscoach spreekt na afloop tegen De Telegraaf direct zijn vertrouwen uit in Van de Zandschulp, hij zegt hem ook te zullen opstellen tegen de VS (donderdag) en Kroatië (zondag).
Van de Zandschulp kampt met de naweeën van een enkelblessure die hij eind juli opliep tijdens een training. Hij kwam daardoor de laatste maanden nauwelijks in actie. Op het ATP-toernooi van Win-ston-Salem verloor hij – na een bye in de eerste ronde – in de tweede ronde van Omni Kumar, een Amerikaanse laagvlieger. Bij de US Open zag Van de Zandschulp in de eerste ronde zijn Australische tegenstander Jordan Thompson opgeven en verloor hij vervolgens van de Brit Daniel Evans, een speler uit de mondiale topdertig.
Lagere rankings
Augustus vorig jaar behoorde Van de Zandschulp zelf tot de beste dertig tennissers van de wereldranglijst, met plaats 22 bereikte hij zijn beste ranking ooit. Maar dit jaar is hij weggezakt, hij staat momenteel 68ste. Ook voor zijn enkelblessure was Van de Zandschulp al niet in goeden doen, vanaf eind april bleef hij bij vijf opeenvolgende ATP-toernooien zonder zege. Op Wimbledon brak hij even de ban, maar verloor hij in de tweede ronde van de Chinees Zhizhen Zhang. Ondanks de aanhoudende vormdip bestaat er bij het Nederlandse team geen twijfel over hem, ook niet bij Gijs Brouwer. Hij spreekt met bewondering over Van de Zandschulp, en ook over Griekspoor. „Als ik die gasten zie trainen, kunnen ze van iedereen winnen.”
Als het spannend wordt, gaan mijn handen een beetje zweten
Gijs Brouwer Davis Cup-teamlid
Brouwer is zelf ook gedaald op de wereldranglijst. Eind februari stond hij 114de, in de week na de US Open is hij terug te vinden op plaats 172. Waar hij vorig jaar in New York stuntte met een plaats in de tweede ronde, verloor hij nu in de eerste ronde van de kwalificaties. „Ik had een rottijd vanwege een sterfgeval in de familie. Maar verder zit ik goed in mijn vel, hoor. Ik sta goed te spelen en ook op de trainingen voel ik me heerlijk.” Wat dat betreft is Brouwer verre van ongelukkig met zijn reserverol in de Davis Cup-ploeg. „Ik ga hierna een serie challengers spelen in Frankrijk. Een week superhard trainen met sterke spelers is voor mij een heel goede voorbereiding op die indoortoernooien.”
Brouwer kijkt stiekem al uit naar de Franse weken. Onderdeel zijn van een team is hij niet gewend, behalve als hij competitie speelt in Nederland of Duitsland. „Dan word ik ingehuurd en speel ik voor wat geld, voor je land uitkomen is wat anders. Maar tennis is in wezen een eenzame sport en daarin functioneer ik het best. In het begin van mijn profcarrière niet, maar ik doe het nu al bijna acht jaar. Toch, als het moet ben ik ook wel een teamspeler.”
In Split moet Brouwer dat zijn, of hij in actie komt of niet. Aan de kant zal hij meeleven met zijn ploeggenoten. „Als het spannend wordt, gaan mijn handen vanzelf wel een beetje zweten. En ik kan er ook weer van leren. Je ziet hoe spelers op belangrijke momenten keuzes maken, hoe ze omgaan met stressmomenten. Dat soort details zijn op topniveau steeds belangrijker.”