Nieuwe machthebbers Syrië erven een gebroken land. ‘De humanitaire toestand is rampzalig. De economie is in elkaar gezakt’

Na het massale volksfeest dat losbarstte bij de val van het regime van Bashar al-Assad hernam het leven in de Syrische hoofdstad Damascus dinsdag iets van zijn normale gang. Banken heropenden hun deuren en ook veel winkels gingen weer open. Een deel van de ambtenaren keerde terug naar het werk en er waren zelfs stratenmakers die een beschadigde rotonde begonnen te repareren.

Desondanks is de toestand in Syrië nog verre van normaal. Het nieuwe kabinet dat dinsdag voor het eerst bijeenkwam, zal in grote delen van het sterk verdeelde land voorlopig nog maar weinig kunnen uitrichten. Vooral in Assads laatste jaren werd het landsbestuur sterk verwaarloosd en was alles hoofdzakelijk gericht op instandhouding van het regime zelf. Een functionerende overheid is er op veel plaatsen dan ook niet.

Bovendien voeren Israël, de Verenigde Staten en Turkije intussen her en der zware bombardementen uit op hun vijandige groepen of om te voorkomen dat wapens en defensiefaciliteiten van het Syrische leger in naar hun mening ongewenste handen vallen.

Vooral Israël geeft zichzelf daarbij de vrije hand. Alleen al in de nacht van maandag op dinsdag zou het ruim tweehonderd aanvallen op doelen in Syrië hebben uitgevoerd. Het vernietigde de laatste dagen onder meer vliegvelden, squadrons militaire vliegtuigen, radarapparatuur, raketinstallaties en een onderzoekscentrum waar chemische wapens zouden zijn geproduceerd. Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, dat vanuit het Britse Coventry een netwerk van waarnemers in Syrië aanstuurt, is hierdoor het volledige Syrische luchtafweersysteem buiten werking gesteld. Ook vernietigde de Israëlische marine een groot deel van de Syrische vloot.

Het leidde dinsdag tot een dringende oproep van de VN-gezant voor Syrië, de Noor Geir Pedersen, die vooral aan het adres van Israël leek gericht. „Het is uitermate belangrijk dat we geen enkele actie zien van een internationale speler die de kans bederft om deze transformatie in Syrië te laten plaatsvinden”, zei Pedersen tegenover journalisten in Genève.

Een van de rebellen loopt dinsdag op de markt in het oude centrum van Damascus. Foto Husssein Malla / AP
Foto Husssein Malla/AP
Het leven op straat hernam dinsdag in Damascus weer enigszins zijn gewone dagelijkse gang, na de inname door de rebellen. Foto Mahmoud Hassano / Reuters
Foto Mahmoud Hassano/Reuters

Het is druk aan de grenzen

Grote aantallen naar het buitenland gevluchte Syriërs banen zich nu al, meestal bepakt en bezakt, een weg naar hun vroegere woonplaatsen in Syrië. Aan beide kanten van de grens in Libanon is het buitengewoon druk. Ook Turkije heeft inmiddels een grensovergang met Syrië geopend die jarenlang was gesloten. Vanuit Syrië zijn er ook velen die juist in tegengestelde richting naar het buitenland proberen te ontkomen, al dan niet omdat ze zich onder het Assad-regime hebben gecompromitteerd.

VN-gezant Pedersen riep met name Euopese regeringen dinsdag op geduld te betrachten met het terugsturen van Syrische vluchtelingen, omdat de situatie in Syrië nog erg moeilijk is. „Er zijn nog uitdagingen voor wat betreft het levensonderhoud”, aldus Pedersen. „De humanitaire toestand is rampzalig. De economie is in elkaar gezakt.”

Ahmed al-Sharaa, de leider van de rebellenbeweging Hayat Tahrir al-Sham (HTS) die vooral de val van Assad bewerkstelligde, lijkt zijn best te doen de overgang naar een nieuw bewind zo geruisloos mogelijk te laten verlopen. Hij heeft Mohammed al-Bashir, de man die het bestuur in het (tamelijk kleine) noordwestelijke HTS-bolwerk Idlib leidde, tot begin maart aangesteld als premier van een nog te vormen overgangsregering. Eerder voerde Al-Sharaa overleg met de nog door Assad aangestelde premier Mohammed Ghazi al-Jalali over een ordelijke wisseling van de wacht.

Al-Sharaa, die tot afgelopen weekend nog de nom de guerre Abu Mohammed al-Jolani voerde, probeerde maandag tevens een potentiële bron van onrust weg te nemen door een amnestie aan te kondigen voor alle dienstplichtige militairen.

Hoge officieren die verantwoordelijk waren voor martelpraktijken en voor oorlogsmisdaden zullen daarentegen „rechtvaardige vergelding” tegemoet kunnen zien, aldus Al-Sharaa in een verklaring. Binnenkort zal er een lijst met hun namen worden gepubliceerd. „We zullen beloningen bieden aan iedereen die informatie verstrekt over hoge leger- en veiligheidsfunctionarissen die bij oorlogsmisdaden waren betrokken.”

Buitenlandse spelers

Terwijl HTS en anderen pogen een nieuw bestuur van de grond te krijgen, zien ze zich niet alleen geconfronteerd met Israël, maar ook met andere machtige buitenlandse spelers die goeddeels hun eigen gang gaan.

Zo hebben de Verenigde Staten, die nog over een beperkte militaire aanwezigheid in het noordoosten van Syrië beschikken, bombardementen uitgevoerd in het oosten en centrum van Syrië, naar hun zeggen omdat ze willen voorkomen dat Islamitische Staat zich daar weer zou kunnen vestigen.

„IS zal proberen deze periode te benutten om zijn slagkracht weer te ontwikkelen en veilige havens te creëren”, waarschuwde minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken maandag.

De Turken op hun beurt namen Koerdische stellingen in het noordoosten van het land onder vuur. De Turken willen de Syrische Koerden en hun Turks-Koerdische bondgenoten liefst zover mogelijk terugdringen. De Syrische Koerden in het noordoosten worden overigens weer gesteund door de VS.

Daarnaast heeft Israël zijn bezetting van de Hoogvlakte van Golan nog uitgebreid. Het bezette de laatste dagen een deel van een bufferzone die, na de oorlog van 1973 van Syrië en Egypte met Israël, op Syrisch grondgebied was gecreëerd. Volgens sommige berichten zou Israël zelfs nog verder zijn opgerukt op Syrisch grondgebied tot aan de plaats Qatana, dichtbij Damascus, maar dit werd tegengesproken door Israëlische legerwoordvoerders. Het zou bij de bezetting van de bufferzone slechts om een tijdelijke maatregel gaan, verzekerden de Israëliërs.

Deze daad leidde echter onmiddellijk tot woedende reacties van diverse Arabische landen, waaronder Egypte, die opmerkten dat Israël in het verleden met zijn bezetting van Palestijnse gebieden na 1967 had laten zien dat zo’n tijdelijke bezetting decennia kon duren.

Niets wijst er op dat Israël, de VS en Turkije hun acties ook maar enigszins hebben afgestemd met de nieuwe machthebbers in Damascus. Probleem daarbij is ook dat HTS nog op veel internationale lijstjes van internationale terroristische organisaties prijkt wegens zijn jihadistische verleden. Dit geldt onder meer voor Turkije, de VS en de VN. Hoopgevend voor Al-Sharaa en zijn metgezellen is intussen dat Duitsland en Frankrijk zich dinsdag bereid verklaarden met de rebellen samen te werken, zolang die maar respect tonen voor mensenrechten en rechten van minderheden.


Lees ook

Krachtsverhoudingen in het Midden-Oosten verschuiven ten gunste van Turkije en Israël

Syriërs die hun land hebben moeten ontvluchten vieren in Istanbul de val van Assad.