Nieuwe korpschef Janny Knol: ‘Politie moet nadrukkelijker deelnemen aan het publieke debat’

‘Ik heb nog steeds een glimlach’, zegt Janny Knol (54). Het is het eerste wat de vier maanden geleden geïnstalleerde korpschef bij de begroeting opmerkt. Knol is, wil ze maar zeggen, de wittebroodsweken als hoogste baas van de ongeveer 65.000 politiemensen tellende Nationale Politie prima doorgekomen. Het is een blijmoedigheid die nogal contrasteert met de opvattingen van haar voorgangers Gerard Bouman, Erik Akerboom en Henk van Essen, die de functie van korpschef toch vooral kenschetsten als een hondenbaan. „Dit is heel leuk werk”, verzekert ze.

Eind 2023 verhuisde Knol, toenmalig politiechef van de regio Oost-Nederland, naar het landelijke hoofdbureau van de politie in Den Haag. Ze werd de eerste vrouwelijke korpschef. Sindsdien is een paar dagen per week een appartement in Den Haag haar uitvalsbasis en de overige tijd opereert ze vanuit haar woonhuis in Deventer, dat ze deelt met haar twee tienerdochters.

Knol, al ruim dertig jaar in dienst van de politie, begon haar nieuwe baan met een uitgebreide rondgang langs bestuurders, wetenschappers, ondernemers, magistraten en collega’s om ideeën te verzamelen over hoe nu verder met de inmiddels ruim tien jaar oude Nationale Politie, de grootste werkgever van Nederland. Haar bevindingen en plannen heeft ze genoteerd in de zestien pagina’s tellende, interne notitie: Stevig Staan, tussen samenleving en rechtsstaat. „Ik denk dat ik als korpschef kan bijdragen aan een volgende stap in de ontwikkeling van de politie”, kondigt ze hierin aan.

In het vraaggesprek is de politiebaas openhartig over haar gedrevenheid. „Ik heb de neiging om soms te ambitieus te zijn.” Een van de belangrijkste opgaven die ze ziet, is zorgen dat de politie met de maatschappij verbonden blijft. En dat burgers in de huidige, steeds meer gepolariseerde samenleving vertrouwen houden in de ordebewakers. „Wij heten als politie ‘waakzaam en dienstbaar’ te zijn, die missie staat op al onze auto’s. Maar er hoort nog een toevoeging achteraan: ‘aan de waarden van de rechtsstaat’. Dat moet de identiteit van de politie zijn. Burgers moeten uit ons optreden kunnen opmaken dat ze worden gezien en eerlijk worden behandeld.”

Het „dienstbaar zijn aan de menselijke waardigheid” ging volgens de korpschef de afgelopen jaren nogal eens mis. In verschillende regio’s deden zich incidenten voor waarbij agenten zich, bijvoorbeeld in WhatsApp-groepen, discriminerend en racistisch uitlieten over burgers of over collega’s met een migratieachtergrond. „Ik vind dit mensonwaardig gedrag. Het maakt mij boos. Het schaadt het vertrouwen in de politie.”

Een andere voorname kwestie is volgens Knol het respecteren van het recht op demonstratie. „Of het nou gaat om demonstraties tegen Zwarte Piet, voor het klimaat, een boerenprotest of om een conflict elders in de wereld: het komt erop aan hoe wij handelen. Het is heel belangrijk dat de politie het grondrecht om te demonstreren beschermt.”

Soms gaat dit goed mis, zoals in november 2022 in Staphorst. Actievoerders van Kick Out Zwarte Piet, op weg naar een aangekondigd protest bij de intocht van Sinterklaas, werden belaagd door een agressieve menigte. De demonstranten werden door de politie onvoldoende beschermd tegen relschoppers, oordeelde de Inspectie Justitie en Veiligheid later.

„De relatief kleine groep demonstranten die naar Staphorst kwam, had door de politie beter beschermd moeten worden. Daar hadden we álles voor moeten doen. Als andere partijen dit recht aantasten en auto’s kapotmaken en mensen tegenhouden en beledigen dan horen we gewoon op te treden.”

In het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe regering staat dat „OM, lokaal gezag en nationale politie zullen worden aangespoord om kordaat op te treden waar demonstranten over de grenzen van het strafrecht heengaan”.

Hoe kordaat moet er gehandeld worden?

„Ik denk dat u dat beter aan onze minister van Justitie kunt vragen. Wij als politie houden ons aan onze taak zoals vastgelegd in artikel 3 van de Politiewet: handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. De politie moet zelf blijven nadenken over welke opdracht ons wel of niet past. In de driehoek besluiten OM en burgemeester over uitgangspunten en voert de politie uit. Maar het is ook aan de politie om aan het gezag te duiden wat er gaande is in de samenleving en wat de best passende oplossing zou kunnen zijn.”


Lees ook

In Staphorst liet de politie de anti-Zwarte Piet-demonstranten aan hun lot over

Staphorsters verzamelen zich om KOZP-demonstranten tegen te houden.

Knol vond het opvallend dat bij de recente studentenprotesten tegen het optreden van Israël in Gaza universiteitsbestuurders niet goed wisten hoe ze moesten omgaan met hun eigen protesterende studenten en docenten.

„Als samenleving zijn we verleerd naar elkaar te luisteren en vragen te stellen. De onrust vereist juist dat we niet alleen maar in ons eigen bubbeltje blijven klagen over de ander. We hebben echte gesprekken nodig. Daar kan de politie een hele belangrijk rol vervullen als bruggenbrouwer om gesprekken te arrangeren. Wij zijn niet de oplossing, maar kunnen goed laten zien wat er gaande is.”

Soms staat echter ook de politie machteloos in de verhitte maatschappij en lopen agenten flinke klappen op. Knol maakt zich hierover „grote zorgen”. Ze sprak recent met twintig Haagse agenten die als ‘platte pet’ aanwezig waren bij de rellen die in februari ontstonden bij een feest van de Eritrese gemeenschap. „Het geweld dat zich tegen hen keerde, was enorm schokkend. Grenzeloos. De agenten voelden dat ze niks waren. Hun uniform maakte geen verschil. Ze leefden in doodsangst.”


Lees ook

Deze groep zet alles op alles om de buitenlandse feestjes van het dictatoriale regime in Eritrea te verstoren

De groep uit het zalencentrum werd later op de avond  met bussen onder politiebegeleiding  afgevoerd.

De nieuwe regering heeft nationale veiligheid uitgeroepen tot ‘topprioriteit’. Het kabinet belooft „een scherp optreden tegen allen die vrijheid en veiligheid bedreigen”. Daarna volgt een lijst van ruim veertig onderwerpen die meer aandacht verdienen: van een steviger aanpak van de georganiseerde criminaliteit tot een „keihard optreden tegen alle vormen van straatterreur”.

Opgelucht dat uw werk nu topprioriteit is?

„Het kabinet vindt veiligheid belangrijk. Daar ben ik blij mee. Ik wil graag met de minister van Justitie in gesprek over hoe we daar invulling aan willen geven. De politie wil niet nog meer taken krijgen. We zullen juist meer keuzes moeten maken”, zegt Knol, die later deze week de nieuwe bewindsman van Justitie, David van Weel (VVD), voor het eerst zal ontmoeten.

„Bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad heeft de politie de afgelopen jaren echt een vuist gemaakt. Hoe de organisatie van Taghi is aangepakt, dat verdient een diepe buiging. Ons Team High Tech Crime is state of the art. De hele wereld ziet wat we doen. Daar ben ik supertrots op. Maar het is ook zaak om lokaal, bij de aanpak van veelvoorkomende criminaliteit, het verschil te gaan maken. We moeten ook meer aandacht hebben voor de rising stars in de criminaliteit. Als je ze bij de eerste interventie herkent, kun je ze misschien nog uit de misdaad houden. Nu zijn er tieners die een pakketje van A naar B brengen en dan 800 euro krijgen. Dat is veel geld voor iemand die bij de supermarkt 8 euro per uur verdient. Dan is het heel waardevol als je met je wijkteam en in samenspraak met docenten en jongerenwerkers tijdig ingrijpt.”

In Oost-Nederland maakte Knol met het Openbaar Ministerie afspraken over wat niet langer vervolgd wordt: hennepteelt tot tweehonderd planten, winkeldiefstal, dierenmishandeling en oplichting tot 2.000 euro. OM-baas Rinus Otte noemde dit recent in NRC „een heel aansprekende richting”.

Moeten er ook landelijk dergelijke afspraken komen?

„Ja, het OM is zich opnieuw aan het beraden over zijn beginselen van opportuniteit: wat wil het vervolgen? Dat wil ik ook heel graag, want dat helpt ons om selectiever te zijn in ons werk. Het gebruik van het strafrecht moet selectiever. Je moet in gesprek met grote ondernemingen als Ahold of Jumbo over het vinden van passende oplossingen voor bijvoorbeeld winkeldiefstal.”

In haar beleidsnotitie schetst Knol hoe het vangen van boeven de afgelopen tien jaar nogal ingrijpend is veranderd. Criminaliteit en ander grensoverschrijdend gedrag is tegenwoordig minder zichtbaar, maar heeft grote effecten op de economie, het milieu, internet en de democratische rechtsstaat. „De totale misdaad bestaat uit een steeds groter aandeel digitale criminaliteit waarbij de locaties van dader en slachtoffer veelal niet in elkaars nabijheid liggen – terwijl wij dit wel gewend zijn en onze manier van werken hierop hebben afgestemd.”

Mijn voorstel is om bij 112 ook te vragen: ‘Is er sprake van een psychisch of sociaal probleem?’

De korpschef maakt zich ook zorgen dat de jeugd zich ophoudt in „digitale hangplekken”, zoals TikTok en Telegram-groepen. Het zijn nogal eens oorden van cyberpesten en podia waarop filmpjes worden geplaatst waarin jongeren worden vernederd. „Sommige jongeren groeien online op in een moreel vacuüm. Op dit ongereguleerde web is een politiefunctie nodig. Online moeten we ook contact maken. De overheid laat dit nu volledig liggen.”

Onderbezetting bij de politie maakt de uitoefening van dergelijke nieuwe taken niet eenvoudig. Steeds meer agenten zijn bezig met het bewaken en beveiligen van personen en het handhaven van de openbare orde bij grootschalige demonstraties.


Lees ook

De politie vindt het zelf ook niet meer uit te leggen: overvallers en drugscriminelen gaan te vaak vrijuit

Politieagent Thessa gaat op patrouille in de omgeving van bureau Overbosch in Den Haag.

Groot probleem voor de politie is ook de toenemende tijd die agenten kwijt zijn aan meldingen over mensen met verward gedrag. In tien jaar tijd zijn die meldingen van 80.000 gestegen naar jaarlijks 140.000. Het zijn taken die volgens de nieuwe regering behoren te worden „overgeheveld naar andere, ter zake deskundige organisaties”.

„In het regeerakkoord staat dat dit werk bij de politie weg moet, maar er staat niet waar het dan naartoe moet. Het gaat om een heel grote groep kwetsbare mensen die de grip op hun leven verliezen, zichzelf of anderen schade berokkenen of de openbare orde verstoren. Ze hebben zorg nodig die de politie niet kan bieden. Agenten komen nu soms in situaties terecht waarbij ze geweld moeten gebruiken, terwijl dat niet bij deze doelgroep past.”

Het leidt soms tot het vervolgen van politiemensen. Acht Rotterdamse agenten moeten binnenkort voor de strafrechter verschijnen omdat zij vorig jaar te hardhandig een verwarde man zouden hebben aangepakt waardoor deze kwam te overlijden.

Baart u dit zorgen?

„Ja, afschuwelijk. Dit is vreselijk voor de mensen die andere zorg verdienen en mijn collega’s die vervolgd worden, raken beschadigd. Wat mij betreft moet er een vierde partij bij komen in de meldkamer. Als je het alarmnummer 112 belt, krijg je nu de vraag: wilt u de politie, de brandweer of de ambulance? Mijn voorstel is om ook te vragen: ‘Is er sprake van een psychisch of sociaal probleem?’ Dan moet je kunnen worden doorgeschakeld naar bijvoorbeeld een psychiatrisch deskundige die op basis van expertise kan inschatten wat er moet gebeuren. Als er geen gewelddadige dreiging is dan hoort de politie hier ook niet naartoe te gaan. Als die andere partij het niet redt, komt de politie helpen. Maar de politie is niet de eigenaar van dit probleem.”

Wie dan wel?

„De zorg is in Nederland heel erg gefragmenteerd: van verslavingszorg tot jeugdzorg. Er zou een coördinerende crisisdienst moeten komen die op basis van deskundigheid bepaalt waar iemand het beste terechtkan”, zegt Knol om er vervolgens enigszins dreigend aan toe te voegen. „Dit onderwerp ga ik niet meer loslaten.”

De politie heeft volgens Knol in de maatschappij een „antennefunctie” en moet ook nadrukkelijker deelnemen aan het publieke debat. Om te signaleren welke onderwerpen op de politiek-bestuurlijke agenda moeten komen. „De politie beschikt over veel kennis maar is in het delen hiervan nog te terughoudend en onvoldoende zelfbewust. Hiermee doen we de samenleving tekort.”


Lees ook

Na vertrek politietop blijven ‘uitdagingen onverminderd groot’ – is het tijd voor een vrouwelijke korpschef?

Korpschef Henk van Essen.



Delen