Brullende F-35’s boven Lelystad en omgeving. Amfibische oefeningen van mariniers op de stranden bij Schagen. Een megakazerne in het – nu nog – rustige polderland bij Zeewolde.
De plannen voor defensie met de ruimtelijke inrichting van Nederland zijn even ingrijpend voor burgers als verstrekkend voor het land. Vrijdag maakte het kabinet de tientallen plekken bekend waar het een nieuwe kazerne, munitiedepots, landingsbanen en oefenplaatsen wil laten aanleggen, en waar uitbreidingen van bestaande locaties moeten komen. De plannen voor Lelystad Airport, dat een gecombineerde commerciële en militaire toekomst moet krijgen, de kust bij Schagen waar een oefenplek voor mariniers is gepland en het toekomstig kazernecomplex Zeewolde zijn maar drie van de vele ‘voorkeurslocaties’ die in het oog springen.
De claim van defensie op de beschikbare ruimte groeit van de huidige 35.000 hectare naar ruwweg 37.000 hectare in 2035 als ‘ruimteslurpers’ zoals de super-kazerne en uitbreidingen van oefenterreinen klaar moeten zijn. Al eerder, vermoedelijk binnen enkele jaren, wordt het drukker in de lucht met drones en helikopters. Ook op zee, voor de kust van Noord- en Zuid-Holland en in het Waddengebied, neemt de (amfibische) activiteit toe.
Anders dan de tamelijk abstracte miljarden voor defensie die in de media over elkaar buitelen, gaat het om concrete voornemens met concrete gevolgen, al zullen die dus wel pas op langere termijn zichtbaar en voelbaar worden. Huizen, bedrijfspanden en boerenbedrijven – vooralsnog enkele tientallen – moeten wijken, vooral in Flevoland; hun eigenaren moeten worden uitgekocht. Veel meer burgers zullen te maken krijgen met geluidsoverlast. De 1.500 asielzoekers die nu nog in het azc in Budel verblijven, moeten daar weg, omdat defensie de kazerne, waarin het azc zit, vanaf 2028 weer in gebruik wil nemen. Beschermde gebieden zoals de brede zandstranden van Vlieland worden benut voor schietoefeningen of trainingen met drones.
Plaatsen en luchtgebieden waar Defensie wil uitbreiden
Afschrikwekkend
Alle aanpassingen en uitbreidingen zijn hard nodig, schrijft staatssecretaris Gijs Tuinman (Defensie, BBB) vrijdag aan de Tweede Kamer. „Nederland is dichter bij betrokkenheid bij een oorlog dan het lange tijd geweest is”, staat in zijn brief getiteld Ruimte voor vrede, veiligheid en bescherming. „Het verdedigingsniveau moet voldoende afschrikwekkende werking hebben om te voorkomen in een grootschalig militair conflict te raken, ook met andere agressors dan nu voorzien.”
De oorlog in Oekraïne toont dat een traditioneel treffen met tanks en artilleriebeschietingen geen verleden tijd is. Daarvoor dient intensief geoefend te worden, stelt Defensie, dat ook twaalf plekken in de plannen heeft opgenomen voor ‘graafwerkzaamheden’, zoals het maken van schuttersputjes. Bovendien, schrijft Tuinman, moet de krijgsmacht nu te vaak een beroep doen op de solidariteit van bondgenoten als Duitsland en Noorwegen voor oefeningen. Voor het personeelsbeleid en de werving pakt dat slecht uit: militairen met kinderen zijn liever niet te lang van huis.
De gepubliceerde plannen komen niet uit de lucht vallen. Eind 2023, bijna twee jaar na de Russische inval in Oekraïne, begon het kabinet-Rutte IV met het ‘Nationaal Programma Ruimte voor Defensie’. Militairen trokken met kaarten onder hun arm het land in voor overleg met provincies en gemeentes. Ze bleken vooral geïnteresseerd in gebieden waar ruimte was en waar Defensie al beschikte over locaties met bijbehorende vergunningen. Militaire activiteiten op nieuwe plekken, zoals in Zeewolde, probeerde Defensie zoveel mogelijk te vermijden.
Staphorst reageerde bijna beledigd toen het merkte dat het niet was opgenomen in de plannen
In elke provincie plande Defensie vorige zomer informatie-avonden voor belangstellenden om verschillende alternatieven door te nemen en intussen de temperatuur van het badwater te meten. In Almere bleek dat een wisselbad. „We zijn benieuwd of de straaljagers ons straks om de oren vliegen”, zei een vrouw die vlak naast vliegveld Lelystad recreëert voor de camera van Defensie. Een inwoner van Swifterbant reageerde juist begripvol: „Flevoland heeft nog nooit militairen gehad. Alle provincies zitten vol.”
Ook natuurorganisaties, provincies en gemeenten reageerden wisselend. Naast zorgen – zeker na natuurbranden waarbij legermunitie een rol had gespeeld – waren er ook positieve geluiden. De Natuur en Milieufederatie Drenthe vond de omvorming van kale landbouwgrond tot natuurterrein door Defensie „een unieke kans”. Staphorst reageerde bijna beledigd toen het merkte dat het niet was opgenomen in de plannen en bood uitbouw van een bestaand munitiedepot aan.
De Staphorster bestuurders krijgen daarvoor een pluim van de staatssecretaris. „Dat de gemeente Staphorst vanuit haar verantwoordelijkheid een stap naar voren doet om (..) een actieve bijdrage te leveren aan de nationale veiligheid en ruimte voor defensie, is noemenswaardig”, schrijft Tuinman. De burgerzin gaat vergezeld van handjeklap: de staatssecretaris gaat kijken of de aansluiting van Staphorst op de A28 kan worden verbeterd.
Aardbevingsgebied
In de brief van vrijdag zijn de effecten van de overlegrondes en milieueffectrapportages die Defensie liet doen, goed zichtbaar. Het aardbevingsgebied in Groningen blijft gevrijwaard van het munitiedepot dat daar zou komen. Enkele ‘springterreinen’ voor oefeningen met explosieven, zoals bij Swifterbant, zijn ook geschrapt. Paardenhouders-met-connecties mochten juni vorig jaar hun zegje doen in de Tweede Kamer en wisten de gevolgen voor hun branche en dieren in Oost-Brabant en Noord-Limburg te verzachten, al speelde stikstof daar ook een rol. Heropening van vliegveld De Peel waarvan sprake was, komt niet meer in de plannen voor.
Hoe nu verder? „Eind dit jaar wordt bekend wat we daadwerkelijk gaan doen”, zegt een woordvoerder van Defensie. In de tussentijd kunnen de Tweede Kamer, provincies, gemeenten en direct betrokkenen zoals mensen die hun huis uit moeten reageren. Defensie wil de plannen zoveel mogelijk intact houden. Het wijst op de intensieve voorbereidingen en hoopt op meer ‘Kennedy-momenten’ à la Staphorst („Vraag niet wat uw land voor u kan doen, vraag wat u kunt doen voor uw land”, zei de Amerikaanse president Kennedy in 1961). Vrijdagmiddag, pal na het ministerraadsbesluit, was Defensie druk doende om betrokkenen te informeren voordat die het – ten dele al uitgelekte – nieuws via de media zouden vernemen.
De Raad van State kan nog roet in het eten gooien. De bestuursrechters moeten over eventuele geschillen oordelen bij de noodzakelijke vergunningverleningen. Na de Toeslagenaffaire heeft men zich in die kringen voorgenomen niet bij voorbaat mee te gaan met alle overheidswensen. Voor als het tegenzit, heeft Defensie een bestuurlijke bazooka klaarliggen: het departement bereidt een aparte wet voor die ruimte biedt om af te wijken van (Europese) milieuregels met een beroep op de „urgentie” van de toestand in de wereld, zei staatssecretaris Tuinman in maart.
Hoe die ‘toestand’ kan veranderen, toont de geschiedenis van een dorp in Noord-Friesland waar Defensie ook een munitiedepot wil bouwen. In Kollumerwaard opende al in 1986 een munitieopslag, van Muiden Chemie. Vier jaar later, in 1990, ging het depot alweer dicht. De Muur was gevallen, er kwam vrede.
Lees ook
‘Zolang ze maar niet de hele dag lopen te knallen’: plan voor megakazerne in Zeewolde roept gemengde reacties op

