Toen haar huisgenoot (26) deze zomer ging samenwonen, kreeg de 31-jarige Ileen per mail twee keuzes van haar huisbaas: óf zij en haar andere huisgenoot (29) moesten voortaan samen de maandhuur van bijna 2.500 euro opbrengen, óf ze moesten het Amsterdamse appartement binnen een maand verlaten. Een derde huisgenoot erbij kon niet meer. In de mail wees de verhuurder de Wet betaalbare huur „van Hugo de Jonge” aan als boosdoener. Die is sinds 1 juli dit jaar van kracht. „Dit is een vreselijke wet die voor heel veel ellende zorgt maar waar wij ons wel aan moeten houden.”
Ook Johanna (20) kreeg bericht van de huisbaas. (Net als Ileen wil ze geen problemen met haar huisbaas en daarom anoniem blijven.) Johanna woont met zes andere studenten in een huis in het centrum van Delft. Ze heeft zelf een huurcontract voor onbepaalde tijd. „Als een huisgenoot verhuist, komt er alleen nog iemand terug op een contract voor maximaal twee jaar. En zodra die tijdelijke contracten aflopen, mogen er geen nieuwe huisgenoten meer gekozen worden”, zo zegt de studente. „Op die manier bloedt het huis uiteindelijk alsnog langzaam leeg – helaas.”
Lees ook
Studenten in de stress door tijdelijk huurcontract
Het zijn geen uitzonderingen, blijkt uit een rondgang van NRC langs de huurteams van acht studentensteden. Huurteams zijn door gemeenten gesubsidieerde aanspreekpunten bij problemen met de huisbaas. In Amsterdam, Delft, Eindhoven, Groningen, Leiden, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht komen de laatste maanden opvallend veel meldingen binnen van studenten en andere woningdelers die hun huis uit moeten. De huurteams in Amsterdam, Groningen en Nijmegen spreken zelfs van een forse toename – al houden ze geen exacte cijfers bij. Het is niet altijd duidelijk waarom de verhuurder wil dat de huurders vertrekken. Als dat wel duidelijk is, zeggen de huurteams, is het meestal omdat de verhuurder het pand wil verkopen. Vaak vanwege de Wet betaalbare huur.
Puntenstelsel
Het beeld strookt met cijfers van het Kadaster, waaruit vorige maand bleek dat met name particuliere verhuurders hun huurwoningen op grote schaal te koop aanbieden. Gert Jan Bakker van !WOON, waar het Amsterdamse huurteam onder valt: „Er is zelfs een verhuurder met tientallen panden in Amsterdam die al zijn huurders dezelfde brief heeft gestuurd, met de boodschap dat hij wil dat ze vertrekken.”
De Wet betaalbare huur, ingevoerd onder minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting, CDA), regelt voor middenhuurwoningen (880 tot 1.158 euro per maand) op basis van een puntenstelsel een huurplafond. Het moet huurders meer zekerheid en een eerlijkere huurprijs bieden. Verhuurders zien er vooral begrenzing van hun huuropbrengst in.
De wet scherpte ook de definitie aan van een ‘zelfstandige woning’. Bakker ziet dat dit nu een belangrijke rol speelt. „Per 1 juli mag je een zelfstandige woning nog aan maximaal twee mensen verhuren. Vanaf drie huurders mag je de woning niet meer voor één (hoge) huurprijs verhuren, maar moet je iedereen een individueel kamerhuurcontract geven.”
Vervolgens, zegt Bakker, loopt de verhuurder tegen het puntenstelsel aan. Voor kamers geldt een ander puntenstelsel dan voor een zelfstandige woning. Dat kan de huurinkomsten drukken.
Studentencorps
De zoektocht naar woonruimte is een belangrijk gespreksonderwerp onder studenten, merken ze ook bij het Delftsch Studenten Corps. De vereniging voerde een onderzoek uit onder haar 2.000 leden. „Zo’n 200 van hen gaven aan binnen nu en zes maanden hun huis uit te moeten”, aldus woordvoerder Otto Brouwers. Hij maakt zich zorgen: „Het afgelopen halfjaar zijn al zeven huizen verloren gegaan; in elk ervan woonden zo’n zeven tot acht mensen.”
Brouwers noemt het verdwijnen van studentenhuizen in de binnenstad een groot probleem voor de vereniging, met name voor de tradities, cultuur en het welzijn van de leden. Samen met andere verenigingen zoekt het Delftse corps politieke aandacht hiervoor. „En daarnaast benaderen we investeerders om hen te interesseren in de aankoop van panden of het verstrekken van leningen.”
Verhuurders
Naast de Wet betaalbare huur zorgt ook de gestegen belasting op vastgoed ervoor dat verhuurders panden gaan verkopen. En dan speelt ook de Wet vaste huurcontracten nog een rol, zegt Alex Prascevic. Hij verhuurt een appartement in Nijmegen aan twee studenten. Die mogen volgend jaar iets anders zoeken. Door de wet, per 1 juli ingegaan, kon hij de studenten nog één tijdelijk huurcontract aanbieden, van maximaal twee jaar. Daarna zou het automatisch een contract worden voor onbepaalde tijd. Dat ziet Prascevic niet zitten. „Zou ik over vijf à tien jaar het huis moeten verkopen, dan levert het maar de helft op als er nog huurders in zitten.”
Ileen en haar huisgenoot, van wie het huurcontract tot mei 2026 loopt, stapten voor advies naar stichting !WOON. Die schreef in een brief aan de verhuurder dat die wel degelijk weer een derde huurder kan toelaten. Ileen: „In reactie daarop schreef de verhuurder dat, als we toch een derde huisgenoot zouden kiezen, de boetes van de gemeente voor onze rekening zouden zijn. Ook zou de huisbaas naar de rechter stappen.”
Ze besloten niet door te vechten. „Mijn huisgenoot voelde zich er niet meer comfortabel bij hier te blijven”, zegt Ileen. Maar die 2.500 euro maandhuur kunnen ze niet betalen, dus gaan ze weg. Ileen overweegt terug te gaan naar Brabant, omdat betaalbare woonruimte in Amsterdam lastig is te vinden. En ze staat nog niet lang genoeg op de wachtlijst voor sociale huur.