Blijven GroenLinks en de Partij van de Arbeid los van elkaar in twee-onder-een-kappers wonen en gaat het tussenmuurtje eruit? Óf trekken ze samen in een gloednieuwe villa?
Als het aan GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans ligt, wordt het de villa. Timmermans wil een nieuwe brede partij op links, zo zei hij afgelopen dinsdag. Hij sloot zich aan bij Kamerlid Habtamu de Hoop, die tegen NRC zei dat er „echt een nieuwe beweging” moet komen, „niet een samengaan van oude organen”.
De Hoop ergert zich aan de „paringsdans” die GroenLinks en PvdA doorlopen. In 2026 kiezen de leden of ze los van elkaar doorgaan, willen fuseren of een nieuwe partij willen. Maar in hoeverre is dat laatste überhaupt een optie?
RoodGroen of Verenigd Links?
GroenLinks en PvdA zijn verenigingen met leden. Hoogleraar verenigingsrecht aan de Vrije Universiteit Marjan Olfers zegt dat „het oprichten van een geheel nieuwe vereniging zou betekenen dat alle leden opnieuw moeten beslissen of ze lid willen worden van de nieuwe vereniging”. Dat vindt GroenLinks-PvdA geen optie. „Logischer is een gelijkwaardige fusie, met een nieuwe naam, statuten, en standplaats”, zegt Olfers. Over die zaken moeten de leden van beide partijen het eens worden tijdens het fusieproces, en ook over bijvoorbeeld de manier waarop leden inspraak hebben, of er regio-afdelingen zijn en hoe het bestuur verkozen wordt.
Als je volhoudt dat het om een nieuwe beweging gaat, past daar een lijsttrekker bij van buiten. Dán heb je echt een nieuwe partij.
Dat linkse politici toch spreken van een ‘nieuwe partij’ of een beweging is voor de bühne, zegt Gerrit Voerman, emeritus hoogleraar parlementaire geschiedenis. Een fusiepartij, zegt Voerman, klinkt minder goed dan een ‘nieuwe beweging’. „Beweging suggereert dat het iets is dat uit de samenleving opborrelt. Bij een fusiepartij denk je aan Den Haag, aan de politiek.”
De Hoop heeft het over een inhoudelijke koerswijziging, met minder aandacht voor herverdeling en meer voor dagelijkse kosten. Maar waar Timmermans en de Hoop het vooral over lijken te hebben, is het creëren van een nieuw imago. Over een nieuwe naam wordt al tijden gespeculeerd, zoals RoodGroen of Verenigd Links.
Het is een beproefd concept om oude partijen opnieuw aan de man te brengen met cosmetische veranderingen. Toen het CDA in 1980, GroenLinks in 1990 en de ChristenUnie in 2000 ontstonden door fusies, lukte het ze om zich te presenteren als iets nieuws.
Point of no return
Volgens Timmermans hebben de twee partijen inmiddels „een point of no return bereikt” in de samenwerking, omdat „bijna 90 procent” van de afdelingen in 2026 samen meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen en de partijen „altijd samen aan de Tweede Kamerverkiezingen zullen meedoen”.
De afgelopen tijd hebben verschillende bekende PvdA’ers – zoals Ad Melkert en Rob Oudkerk – zich uitgesproken tegen de fusie. Hun slagkracht binnen de partij is beperkt.
Volgens Voerman is er ondanks zulke strubbelingen geen weg meer terug: „Als je eenmaal samen een lijst hebt, een fractie, een verkiezingsprogramma, dan is de enige logische conclusie dat je één partij wordt.”
De eerste gezamenlijke teleurstelling hebben GroenLinks en PvdA al te verduren gehad. In 2021 haalden de partijen opgeteld 17 zetels. De verwachtingen voor de linkse samenwerking afgelopen verkiezingen waren torenhoog. GroenLinks-PvdA dacht de verkiezingen zelfs te winnen: Timmermans werd uit Brussel gehaald om premier te worden.
Dat gebeurde niet. GroenLinks-PvdA werd met 25 zetels de tweede fractie en werd veroordeeld tot de oppositie.
Neergaande lijn
Voerman ziet een patroon. Wanneer partijen samengaan wordt de electorale neerwaartse spiraal wel gestopt, maar grote zetelwinst boeken de partijen niet. KVP, ARP en CHU (die later het CDA zouden worden) vormden in 1977 samen een lijst en behaalden 49 zetels. ‘Slechts’ één meer dan ze los van elkaar haalden bij de verkiezingen daarvoor. „Maar de neergaande lijn werd wel gestopt.” Bij de daaropvolgende verkiezingen behaalde het inmiddels gefuseerde CDA 48 zetels.
„Pas in 1986, tien jaar na de gezamenlijke lijst, brak het CDA écht door”, zegt Voerman. Toen haalde de nieuwe lijsttrekker Ruud Lubbers 54 zetels. Ook GroenLinks en de ChristenUnie werden pas jaren nadat zij ontstaan waren electoraal succesvol, en altijd met nieuwe leiders.
Timmermans heeft zichzelf opgeworpen als leider van de nieuwe partij – of er verkiezingen komen is nog onduidelijk. Voerman denkt wel dat zo’n verkiezing belangrijk is, ook als Timmermans daaruit als winnaar naar voren komt. Hij zou dat niet gek vinden, omdat Timmermans in 2019 onverwacht de PvdA de grootste maakte bij de Europese verkiezingen en omdat hij als ontwerper van de Green Deal én PvdA-kopstuk allebei de partijen vertegenwoordigt. „Maar als je volhoudt dat het om een nieuwe beweging gaat, past daar een lijsttrekker bij van buiten. Dán heb je echt een nieuwe partij.”
Lees ook
Fusiepartij GroenLinks-PvdA wint in de steden maar verliest trouwe aanhang op het platteland
