Nieuwe beestjes in Nederland – we zullen er maar aan moeten wennen

Natuur Grote giftige spinnen uit Zuid-Europa, maar ook ‘goedzakkerige’ sprinkhanen en metselbijen. In Nederland rukken opvallend veel nieuwe diersoorten op.

Een Aziatische Hoornaar
Een Aziatische Hoornaar Foto’s Getty Images

De Aziatische hoornaar, de valse wolfspin, de dennenprocessierups, de Amerikaanse rivierkreeft, het mediterrane draaigatje (een mierensoort): het krioelt van de nieuwe beestjes in Nederland. „Er is veel tegelijk aan de hand”, valt entomoloog Daan Drukker op. Hij werkt bij EIS, een kenniscentrum voor insecten en andere ongewervelde dieren. Sommige nieuwkomers zijn al een tijdje in opmars, maar Drukker signaleert dat die van een aantal soorten, zoals de Aziatische hoornaar, wel ongewoon snel gaat. „We kunnen er maar beter aan wennen dat we vaker nieuwe soorten zullen tegenkomen. Ook in en om ons huis.”

Dat komt vooral doordat twee factoren op elkaar inwerken: door de snelle klimaatopwarming verschuift het leefgebied van diertjes uit Zuid- en Midden-Europa langzaam richting Nederland. En er liften regelmatig nieuwe dieren mee met vracht- en personenvervoer, ballastwater van schepen en op exotische planten. „Ruwweg kun je zeggen dat klimaatverandering en globalisering de belangrijkste oorzaken zijn”, aldus Drukker. Voor sommige soorten versterken de twee elkaar: omdat de winters hier milder zijn geworden, kunnen soorten uit doorgaans warmere gebieden hier overleven.

Terreurmieren en terrorwespen

In de media gaat het bij de nieuwe soorten vaak over ‘terreurmieren’, ‘Aziatische terrorwespen’, ‘valse weduwe-spinnen’, die zonder aanleiding aanvallen en mensen ziek kunnen maken met hun gif. De angst overheerst. Is dat wel terecht? Neem de gehoornde metselbij. Die bijensoort kwam in Nederland al wel langer voor, hij komt oospronkelijk uit Midden-Europa, en rukt de laatste jaren sterk op, zowel qua aantallen als de verspreiding. Ze gedijen mede goed omdat ze het prettig vinden in de vele bijenhotels die mensen neerzetten om de bestuivende insecten een handje te helpen. Hoopvol: menselijk handelen doet er blijkbaar toe, en meer bijen betekent goed nieuws voor de rest van de natuur.

Maar welke gevolgen voor ecosystemen een nieuwkomer of een zich uitbreidende soort heeft, verschilt nogal. „Sommige nieuwe soorten kunnen hier prima gedijen zonder schade aan te richten”, zegt Drukker. Voor de klimaatverhuizers uit Zuid-Europa of de inheemse soorten die in aantallen toenemen geldt dat hun natuurlijke vijanden geleidelijk aan meeverhuizen, waardoor de populatie in balans blijft. Maar voor dieren die plotseling uit exotische oorden geïntroduceerd zijn, geldt dat niet: die kunnen hier ineens ongeremd schransen.

Roofinsecten

De Aziatische hoornaar, die gemeen kan steken, is daar een voorbeeld van. Die werd in 2017 voor het eerst gezien in Nederland, nadat een eerste nest waarschijnlijk met een scheepslading uit Azië in Frankrijk belandde. De Aziatische hoornaar leeft in Nederland vooral onder de grote rivieren, maar duikt nu voor het eerst ook op in andere provincies.

„Het zijn roofinsecten: één nest eet in een seizoen ongeveer elf kilo andere insecten op, ruim 100.000 insecten, vooral honingbijen”, zegt Rob Voesten, die als zelfstandig hoornaarexpert de opmars van het insect in opdracht van diverse provincies monitort en bestrijdt. „Als ze een nest in je haag hebben gemaakt en je komt ineens met een snoeischaar, kunnen ze extreem agressief zijn.”

Eerst groeide het aantal hoornaarnesten volgens de cijfers van Voesten vrij langzaam: van 1 in 2017 tot 23 in 2021. Sindsdien neemt het aantal Aziatische hoornaars exponentieel toe. „Vorig jaar waren er al 146 nesten en dit jaar tot nu toe 305.” Het hek is van de dam, volgens Voesten. Bij de Aziatische hoornaar wordt vooralsnog gekozen voor zoveel mogelijk verdelgen, bijvoorbeeld door nesten en koninginnen in de vriezer te leggen. Ook bij mierensoorten, rivierkreeften en spinnen is dat de strategie.

Beheersen, controleren, uitroeien – het is de vraag hoelang dat nog houdbaar is. „We zouden meer moeten nadenken over hoe we ecosystemen op de lange termijn weerbaarder kunnen maken tegen nieuwkomers”, zegt Drukker. Een diversere natuur is vaak beter bestand tegen verandering. Maar tegen invasies als die van de Aziatische hoornaar en de Amerikaanse rivierkreeft zijn ook gezonde ecosystemen niet opgewassen. Hoe dan ook moet Nederland de komende jaren leren leven met allerlei nieuwe beestjes. De een wat onschuldiger dan de ander.