Nieuwe Ajax-trainer Maurice Steijn is voor al zijn spelers hard en streng

Eredivisie Hij werd met Sparta boven verwachting zesde. De keus van Ajax voor trainer Maurice Steijn (49) is mede gebaseerd op overpresteren én aanvallend voetbal.

Maurice Steijn afgelopen zondag als coach van Sparta in de finale van de play-offs tegen FC Twente.
Maurice Steijn afgelopen zondag als coach van Sparta in de finale van de play-offs tegen FC Twente. Foto Gerrit van Keulen / ANP

De Japanse middenvelder Yuki Otsu weet het: trainer Maurice Steijn kan keihard optreden. Bij VVV-Venlo vroeg Otsu eens om een wedstrijd niet mee te hoeven doen. Er kwam een interland met Japan aan en hij wilde niet geblesseerd raken. Dat was buiten zijn coach gerekend, die er absoluut niet tegen kan als een speler zich niet wil inzetten voor het team. Otsu kon zijn tas pakken en kwam nooit meer aan de bak in Venlo.

Otsu is niet de enige. Spelers die een papadag willen? Die nemen ze maar op hun vrije dag. Een dagje ziek? Alleen als je écht ziek bent, niet als er een virusje van de kinderen is overgesprongen. Dan had je maar in een hotel moeten gaan slapen en niet thuis. Mensen vinden hem „bikkelhard”, zei hij in zijn tijd bij VVV-Venlo (2014-2019) tegen Voetbal International. ,,Maar ik ben geen tiran, wel iemand die duidelijk wil zijn.”

Maurice Steijn (49) uit de Haagse Moerwijk wordt de nieuwe hoofdtrainer van Ajax, zo is maandag bekend geworden. Hij komt over van Sparta, waarmee hij dit seizoen verrassend zesde werd en Europees voetbal maar net misliep in de play-offs tegen FC Twente.

Zijn anderhalf jaar bij Sparta vormden een piek in een carrière die er daarvoor treurig bijhing. Nog maar twee jaar geleden maakte Steijn ruzie met alles en iedereen bij NAC Breda en vertrok er onder grote druk van de supporters omdat hij zich bedreigd voelde. Daarvoor was hij al na drie speelrondes ontslagen bij Al-Wahda in de Verenigde Arabische Emiraten.

Lees ook:Met Peter Bosz grijpt PSV terug op de lijn-Schmidt

Toch is er altijd iets geweest wat Maurice Steijn op lijstjes heeft doen belanden. Niet alleen van clubs die vechten tegen degradatie, maar ook in de top. Ooit werd hij genoemd als kandidaat bij Feyenoord en nu – na een uitstekende anderhalf jaar bij Sparta – mag hij, toch nog heel onverwacht, de sprong naar de top wagen.

José Mourinho

Zijn komst heeft alles te maken met de visie van de (nieuwe) technisch directeur Sven Mislintat. Die wilde tot nu toe niet veel zeggen over zijn zoektocht naar een nieuwe trainer, maar één woord dat hij een paar keer noemde, viel op: overpresteren. Dát is wat hij wilde: een ervaren coach die „over meerdere seizoenen” heeft laten zien beter te kunnen presteren dan mag worden verwacht op basis van de beschikbare spelers en het budget.

Mislintat zei het begin juni tijdens een persgesprek en het zou zomaar kunnen dat hij toen al Maurice Steijn in gedachten had. De zesde plaats met Sparta was de beste klassering voor de club sinds 1996. Bovendien beter dan op basis van de begroting (dertien miljoen euro, negende in de Eredivisie) mag worden verwacht. Eerder werd Steijn met VVV-Venlo kampioen in de Eerste Divisie en dwong hij promotie af naar de Eredivisie, waar hij de club ook in wist te houden.

Steijn begon zijn trainerscarrière in 2005, als assistent bij ADO Den Haag. Bij José Mourinho, toen coach van Real Madrid, liep hij stage. Hij zag er hoe hard en streng Mourinho kon zijn, maar ook dat alle spelers – van wissels tot sterspelers – belangrijk werden gemaakt. Zo wilde hij het ook gaan doen. Hij is een coach die aan het bed zit van spelers die zwaar geblesseerd raken, die let op de lichaamshouding van de jongens in zijn team en wil weten hoe het écht met ze gaat. Met Michiel Kramer, een wat losbandige spits, kon hij altijd goed opschieten, ook omdat ze over meer spraken dan voetbal alleen. Ze maakten allebei mee dat een naaste zelfdoding pleegde (Steijns schoonvader, in 2010) en daar konden ze het samen ook over hebben.

Houding is belangrijk voor hem, vertelde hij ooit in VI. Wegwerpgebaren? Háát hij. Met een flesje water gooien na een wissel? Onbespreekbaar. Schelden met kanker? Schorsing en boete.

Persoonlijkheid was dan ook een belangrijke pijler onder de scouting bij Sparta. Samen met technisch directeur Gerard Nijkamp maakte Steijn voor het seizoen een analyse van het type speler dat Sparta nodig had. Dat waren spelers die „fysiek straatvoetbal” konden brengen. Dribbels, acties, lef, bravoure – gecombineerd met een sterke fysiek. Uitgangspunt: 4-3-3, met opkomende vleugelverdedigers. Nodig: spelers die anders durven denken, maar altijd in het teambelang.

Met behulp van data-analyse haalde Sparta zo onder anderen spits Tobias Lauritsen en middenvelder Joshua Kitolano, beiden afkomstig van de Noorse club Odds BK, naar Rotterdam. Twee voltreffers: de kopsterke Noor Lauritsen scoorde dertien keer en gaf vijf assists, de Congolese middenvelder Kitolano blonk uit op het middenveld.

Kwalitatief magere selectie

De uitdaging bij Ajax is onvergelijkbaar met alles wat Steijn eerder meemaakte. De begroting, 160 miljoen euro, is meer dan tien keer zo hoog dan bij Sparta. Daar kon niet zomaar elke speler worden aangetrokken, moest er naar buitenkansjes worden gespeurd – liefst transfervrij. Bij VVV besloot Steijn ooit een trainingskamp te beleggen in Den Haag, en niet in een warm land, omdat er geld bespaard kon worden voor het opknappen van de kleedkamers.

Geld is er genoeg bij Ajax, maar dat maakt de opdracht niet per se makkelijker, heeft het voorbije seizoen uitgewezen. Steijn erft een dure, maar voor Ajax-begrippen kwalitatief magere selectie, die niet verder kwam dan de derde plaats in de Eredivisie. Nog zo’n teleurstellend seizoen kan de club zich niet permitteren. Steijn zal kampioen moeten worden. Daar komt bij dat het publiek in de Johan Cruijff Arena aanvallend, aantrekkelijk voetbal eist. Steijn had, onder meer bij NAC, juist de reputatie een behoudende coach te zijn.

Dat stempel klopt niet, zei de Hagenaar onlangs in VI. Híj wilde wel aanvallen, maar de spelers van NAC durfden dat niet aan. Daarop had Steijn zijn speelstijl aangepast, zei hij. „Dus een verdedigende trainer? Ach, ik en heel veel andere mensen weten hoe het zit.”