Nieuw wolvenplan ‘vooral vanuit de wolf’ geschreven, vinden boze schapenhouders

De nieuwe, interprovinciale wolvenplannen zijn nog niet klaar, maar met name schapenhouders kunnen er eigenlijk niet op wachten. Ze willen maatregelen. „Je mag nog geen klomp naar een wolf gooien, maar intussen doet de wolf wel van alles waar wij heel veel last van hebben”, zegt Saskia Duives-Cahuzak, schapenhouder en voorzitter van de vakgroep schapenhouderij van landbouworganisatie LTO. Ze roept drie incidenten in herinnering: een meisje dat deze zomer werd gebeten op landgoed Den Treek bij Amersfoort; een boswachter die in september in het Overijsselse Heerde een wolf van zich af moest houden door deze met een stok te slaan; en een jongen die, vorige week, op weg naar school in het Utrechtse Woudenberg geconfronteerd werd met een grote groep wolven en van schrik van zijn fiets viel.

Nadat een passerende automobilist toeterde, liepen de wolven weg, luidt een analyse van het treffen die werd gemaakt op verzoek van de provincie Utrecht. „Het incident betreft een probleemsituatie, aangezien de wolven op minder dan dertig meter van de jongen zouden zijn gekomen”, aldus de provincie. Het advies aan jonge kinderen die door een bosgebied fietsen luidt om dit samen met een volwassenen te doen, en aan kinderen vanaf tien jaar om „in groepjes” te fietsen. Saskia Duives-Cahuzak: „Er verschijnen veel rapporten waarin wolven met dit gedrag niet als probleemwolf worden gezien. Maar dat zijn ze wel. In het geval van de fietsende scholier zou ik zelfs spreken van een probleemroedel.”


Lees ook

Provincie Utrecht wil ‘probleemwolf’ kunnen afschieten, kan dat?

Dagjesmensen met kinderen bezoeken de bossen bij de Utrechtse Heuvelrug. De provincie Utrecht en diverse gemeenten roepen mensen op om voorlopig niet met kleine kinderen in de bossen te komen.

Sinds oktober ligt er een concept van het zogenoemde interprovinciaal wolvenplan op de plank, dat het vorige plan, van vijf jaar geleden, moet vervangen. Over dit plan wordt driftig gepraat door provincies en belangenorganisaties, voordat het half januari door het bestuur van het Interprovinciaal Overleg (IPO) wordt vastgesteld. Nijpende kwestie is de schade die wolven toebrengen aan veehouders. In Nederland zijn sinds de komst van de wolf tot en met 2023 in totaal 3.032 landbouwhuisdieren aangevallen door wolven, waarvan 2.368 met een dodelijke afloop. Dat waren voor 97 procent schapen. In totaal is er ruim 668.000 euro uitbetaald aan tegemoetkomingen door het Faunafonds.

Preventieve maatregelen

Een van de belangrijkste uitgangspunten van het concept wolvenplan is volgens het IPO dat provincies leefgebieden voor wolven moeten vaststellen, en dat binnen deze gebieden veehouders alleen nog op een vergoeding van een door wolven gedood dier kunnen rekenen als zij kunnen aantonen dat zij preventieve maatregelen hebben genomen. Zulke maatregelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een hek van minimaal 120 centimeter hoog zijn dat onder stroom staat, dieren op stal zetten of nachtkralen, omheiningen voor de nacht.

Veehouders buiten deze leefgebieden voor wolven die toch schade lijden, zijn van deze voorwaarden uitgezonderd, net als veehouders in leefgebieden waar het „redelijkerwijs niet mogelijk” is preventieve maatregelen te treffen. Over wat die maatregelen precies moeten zijn, en bijvoorbeeld de vraag of hekken niet véél hoger moeten zijn om wolven echt tegen te houden, en of er voldoende subsidie voor beschikbaar komt, is het laatste woord nog niet gezegd. Wel is het provinciale wolvenplan „vooral vanuit de bescherming van de wolf” geschreven, noteerden enkele organisaties, vooral van schapenhouders, in oktober al.

Dat ontmoetingen tussen wolf en mensen die zich verantwoordelijk gedragen niet snel tot gevaarlijke situaties leiden „is op z’n best wishful thinking”. Enkele suggesties zijn ronduit „onacceptabel”, vinden de organisaties, zoals dat een aanval van een wolf op een kudde met herder en honden een min of meer normale situatie zou zijn. „Dat kan niet zo zijn”, schrijven de organisaties in een reactie op het uitgelekte conceptrapport.

Europa

Wat er ook terechtkomt van het provinciale wolvenplan, de vraag is hoe invloedrijk het zal worden. Ook de landelijke overheid gaat zich er namelijk intensief mee bemoeien – ook al zijn in Nederland provincies verantwoordelijk voor natuurbeleid. „Er is sprake van een urgente situatie met betrekking tot de wolf in Nederland. De aanvallen op vee, huisdieren en mensen vind ik verschrikkelijk”, schrijft staatssecretaris Jean Rummenie (Landbouw en Natuur, BBB) in een recente brief aan de Tweede Kamer. Hij wil „sneller en daadkrachtiger” optreden. Onder meer gaat hij een ‘landelijk team veebescherming’ oprichten om boeren „actief te helpen bij het beschermen van hun vee”, aldus zijn woordvoerder.

Bovendien zit Europa niet stil. Volgende week wordt een belangrijke stap gezet om de beschermde status van de wolf te verlagen van strikt beschermd naar beschermd. Dan mogen landen de wolf eerder afschieten of verjagen. De Europese Commissie heeft de verlaging van de status op de agenda gezet van het comité dat het zogenoemde Verdrag van Bern voor beschermde diersoorten kan aanpassen. Vijftig landen, voornamelijk Europese, zijn hierbij aangesloten. Naast de 27 EU-landen moeten nog tien landen instemmen. De verwachting is dat dit gaat gebeuren. Daarna moet de Europese Commissie de Habitatrichtlijn aanpassen waarmee vervolgens het Europarlement nog moet instemmen. Staatssecretaris Rummenie heeft er „vertrouwen” in dat de status wordt verlaagd. De bewindspersoon „heeft er hard aan gewerkt om andere verdragspartijen mee te krijgen”, aldus zijn woordvoerder.


Lees ook

Ecoloog Rick van Malssen: ‘Wie zijn dieren niet beschermt tegen de wolf, zou geen schadevergoeding moeten krijgen’

Wolvenspecialist Rick van Malssen (links) helpt met het plaatsen van een wolfwerendraster op het terrein van Elize Borsten (rechts).