Op de kunstbeurs PAN Amsterdam wordt een zeventiende-eeuws jongens-portret gepresenteerd dat experts toeschrijven aan Jan Lievens, in zijn jonge jaren in Leiden ateliergenoot van Rembrandt. Het zou gaan om een portret van de jeugdige prins Maurits van de Palts, de vierde zoon van Frederik V, ‘winterkoning’ van Bohemen. Deze spotnaam kreeg Frederik omdat hij de troon al na één winter moest opgeven en op de vlucht sloeg.
Renialme Fine Art, een nieuwe Amsterdams-Londense kunsthandel, biedt het 54 bij 40 centimeter metende, niet gesigneerde en niet gedateerde portret aan met een vraagprijs van 3,3 miljoen euro. De Duitse Lievens-expert Bernhard Schnackenburg en David de Witt, conservator bij Museum Rembrandthuis, steunen de toeschrijving aan Lievens.
Gillis Tak Labrijn, een van de twee eigenaren van Renialme, vond het schilderij bij een erfgenaam van twee Parijse tandartsen. De laatste keer dat het portret op de markt kwam was in 1889, op een veiling in Parijs. Daar werd het toen aangeboden als een werk van Gerard Dou, tegelijk met schilderijen van onder anderen Rembrandt en Frans Hals, alle afkomstig uit de collectie van de familie d’Oultremont, een aan de Oranjes geparenteerde familie met een grote verzameling Hollandse oude meesters.
Op stilistische, technische en compositorische gronden schrijft Renialme het portret toe aan Lievens en dateert het circa 1630. Dat het schilderij in de negentiende eeuw nog werd gezien als een werk van Dou, een andere Leidse schilder, is niet zo vreemd, zegt Tak. „Het oeuvre van Lievens is complex en kameleontisch. We hebben nu een veel beter zicht op zijn werk dan destijds.”
Of toch 1650?
De kunsthandel doopte het portret De Winterprins. Tak: „Prins Maurits is weergegeven als embleem van het begrip ‘winter’, met bontmuts op en een met bont gevoerde mantel aan.” Het moet bij zijn ouders in de smaak zijn gevallen, veronderstelt Tak, want Lievens portretteerde korte tijd later Maurits’ oudste broer Karel Lodewijk. Dat schilderij, een dubbelportret met Karels theologieprofessor, hangt in het Getty Museum in Los Angeles.
Bernhard Schnackenburg, auteur van de monografie Jan Lievens. Freund und Rivale des jungen Rembrandt (2016) rekent De Winterprins „tot de beste werken van Jan Lievens uit zijn Leidse jaren”, schrijft hij in een mail aan Tak.
David de Witt van Museum Rembrandthuis is na bestudering van hoge-resolutiefoto’s eveneens overtuigd van de toeschrijving aan Lievens. De verfbehandeling, de compositie, het is typisch Lievens, zegt hij in een telefoongesprek.
Op één punt is De Witt het oneens met Schnackenburg en Renialme: hij dateert het portret veel later, rond 1650. Hij wijst naar de Poolse hoed van het jongetje, een hoofdeksel dat in de jaren vijftig in de mode was, en naar de gebruikte koele tinten die aansluiten bij Lievens’ latere kleurpalet. De Witt: „Zijn vroege werken laten meer warme kleuren zijn, gebaseerd op aardpigmenten, oker en omber, net als bij de jonge Rembrandt.”
Renialme heeft met spoed een dendrochronologisch onderzoek aangevraagd om de ouderdom van het gebruikte paneel te bepalen.
De 36ste editie van PAN Amsterdam, dit jaar met 125 kunst- en antiekhandelaren, begint zaterdag in de RAI met een opening voor genodigden. De beurs duurt tot en met zondag 26 november.