Nieuw kabinet wil ambassades ontzien bij voorgenomen bezuiniging op ambtenarij

Nieuw kabinet wil ambassades ontzien bij voorgenomen bezuiniging op ambtenarij

Het kabinet wil Nederlandse ambassades ontzien bij de voorgenomen bezuinigingen op de ambtenarij. Dat hebben de fractievoorzitters van PVV, VVD, NSC en BBB afgesproken, schrijft formateur Richard van Zwol in zijn eindverslag, dat maandagmiddag is gepubliceerd.

In het hoofdlijnenakkoord spraken de vier partijen het voornemen uit om 22 procent te bezuinigingen op het ambtenarenapparaat, dat de afgelopen jaren flink is gegroeid. Het doel van de bezuiniging was het inkrimpen van de ‘kerndepartementen’. De uitvoeringsorganisaties, zoals de politie en de Belastingdienst, zouden worden ontzien.

Die aankondiging zorgde direct voor grote onrust op veel ministeries, en in het bijzonder op dat van Buitenlandse Zaken. Het gehele ministerie, inclusief de 157 diplomatieke posten, telt namelijk als kerndepartement. Daardoor zou een relatief groot deel van de bezuiniging – ruim een vijfde van het totaal – door Buitenlandse Zaken worden opgehoest. Ambtenaren waarschuwden dat „tientallen posten” noodgedwongen zouden moeten sluiten, terwijl het postennetwerk de afgelopen jaren juist groeide.

‘Verantwoord en realiseerbaar’

Volgens de nieuwe afspraken van de coalitiepartijen zal de nieuwe minister van Financiën, VVD’er Eelco Heinen, de bezuinigingen „verantwoord en realiseerbaar inboeken met in het bijzonder aandacht voor het belang van goed functionerend toezicht (inspecties) en van een adequaat postennetwerk in het buitenland”. Ook bij de inspectiediensten werd gevreesd voor een kaalslag.

Van Zwol schrijft verder in zijn verslag dat de drie nieuwe ministeries – Asiel en Migratie, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, en Klimaat en Groene Groei – weliswaar een eigen ambtelijke leiding krijgen, maar zoveel mogelijk voorzieningen zullen delen met andere ministeries. Zo zullen ze geen nieuw ministeriegebouw betrekken, maar aan het werk gaan op reeds bestaande departementen.

Van Zwol wil ook een eind maken aan een Haagse traditie. Lange tijd golden ‘ministers van’ als belangrijker dan ‘ministers voor’: de eerste heeft een eigen portefeuille en begroting, de tweede niet. Nu departementen steeds vaker samenwerken, is volgens Van Zwol de tijd aangebroken „het politiek-staatsrechtelijke onderscheid tussen ministers met (“van”) en zonder (“voor”) portefeuille overbodig te maken voor de toekomst”.

Formateur Richard van Zwol bij het formatiegebied. Foto Remko de Waal/ANP