Niets aan deze auto is dom

Zijn ronde koplampjes en achterlichten kon je kennen van de Honda e. Van opzij zie je een Suzuki Ignis zonder de diagonaal opwippende achterzijruit. De Hyundai Inster doet aan van alles denken, maar dan zoals de jonge Beethoven soms nog op Mozart lijkt. Je hoort weliswaar waar het vandaan komt, je voelt al het genie in de verwerking van invloeden tot het niveau van eigenheid dat deze kleine Koreaan in hoge mate heeft.

Wat een vertederende eyecatcher. En een slimme. De deelbare achterbank is over een afstand van 16 centimeter in lengte verstelbaar, zodat gebruikers kunnen kiezen tussen meer been- of meer bagageruimte. Zo kan de koffer worden uitgebreid van 238 tot 351 liter. De rugleuningen achter zijn verstelbaar, waardoor de Hyundai-passagier met de achterbank naar achteren en de rugleuning in de siëstastand achterin kan chillen als een ceo in een directielimo. Dankzij de neerklapbare rugleuningen van beide voorstoelen zou je in de Inster theoretisch kunnen overnachten. De vloer is vlak zonder een hoge middentunnel voorin, waardoor je zonder acrobatische toeren zo van links naar rechts en andersom schuift over de voorzittingen die door de verbrede bestuurdersstoel bijna een bank vormen. De slappe hoedenplank wordt met de achterbank in de achterste stand een hangmatje voor extra spullen. De draadloze telefoonoplader zit op precies de goede plek onder een optimaal bereikbaar klimaatbedieningscluster met echte knoppen.

Afbeelding met meerdere focuspunten die samen een verhaal vormenZoom in voor alle details van de De Hyundai Inster Klik op de punten voor uitleg over de details.Merlijn Doomernik

Niets is dom aan deze auto. Het is zijn opvallendste, door de vorm bekrachtigde en dus aantrekkelijkste eigenschap. Hedendaagse auto-ontwerpen zijn zelden intelligent. Ze dienen een esthetisch annex psychologisch doel, mooi zijn en indruk maken. Omdat dat voor veel kopers op hetzelfde neerkomt, rijdt de halve wereld suv. Voor slimme auto-architectuur moet je vaak ver terug in de tijd, bijvoorbeeld naar mijn Audi A2. Dat was bij zijn introductie in 1999 een ergonomisch wonder met de binnenruimte van een middenklasser op de schaal van een stadsauto. In de eredivisie van briljante volksauto’s kom je van de Eend en de Fiat 500 tot de eerste Renault Twingo wel meer hoogtepunten van doordachtheid tegen, maar de Inster is er eentje in de buitencategorie. Indrukwekkend hoe Hyundai erin slaagde al naar gelang de uitvoering substantiële batterijpakketten van 42 en 49 kWh onder de vloer te persen, waarmee je respectievelijk tot 327 en 370 kilometer moet kunnen afleggen.

Parkeergarages

Iets zegt me dat Hyundais designteam goed heeft gestudeerd op de A2, waarvoor Audi trouwens al een elektromotor overwoog. Lengte en hoogte van de Inster zijn vrijwel identiek. Hij is iets smaller dan de Audi, maar dat was het originele ontwerp van de A2 ook vóór het studiemodel ten behoeve van de binnenruimte met vijf centimeter werd verbreed. Gelukkig bleven zulke ingrepen de Inster bespaard. Zijn geringe breedte van iets meer dan één meter zestig is een zegen voor wie veel in stedelijk gebied en in parkeergarages komt. Veel middenklassers zijn tegenwoordig snel twintig tot dertig centimeter breder.

Foto’s: Merlijn Doomernik

Tot overmaat van geluk is de Inster met stroom zo efficiënt als met ruimte. Op een regenachtige decemberdag heb ik na een snelwegrit van 208 kilometer met deels twee volwassenen aan boord en normale snelheden voor 118 kilometer stroom over, bij een buitentemperatuur van maximaal vijf graden een veelbelovend resultaat. Met zo’n winterscore gaat dit wagentje zijn opgegeven actieradiussen op warme zomerdagen ongetwijfeld halen. Lovenswaardig verder de zelfbeheersing van de fabrikant, die met 97 pk voor de basisversie en een ruim toereikende 115 voor de luxere Evolve de Inster proportioneel motoriseerde. Niet matig is de uitrusting. Het multimediascherm biedt alle voorzieningen van grotere Hyundais en in het topmodel Evolve Sky ontbreekt van sfeerverlichting in 64 kleuren tot adaptieve cruise control, schuifdak en stuurverwarming vrijwel niets.

De Inster steekt met kop en schouders boven de concurrentie uit. En vooral met het lichte interieur, helaas alleen verkrijgbaar in de duurste uitvoeringen, heeft hij de charme van een aanstaande klassieker. Je had hem alleen vorig jaar moeten bestellen, toen Hyundai de 2.950 euro SEPP-subsidie voor snelle beslissers verdubbelde. Dan had je voor 26.000 euro het topmodel gehad. Dat is inmiddels drie mille meer nu de staatssubsidie voor particuliere EV’s verleden tijd is maar Hyundai Nederland de 2.950 euro korting handhaaft. Zo koop je voor 21.345 euro alsnog een basis-Inster met 42kWh-accu, driefasenlader en een snellader tot 73 kW, nog steeds geen geld voor ongekend veel auto.