Niet-Nederlander kan straks toch aan een politieke partij doneren, maar niet meer dan 250 euro

Mensen zonder Nederlands paspoort die in Nederland wonen kunnen in de toekomst toch weer doneren aan politieke partijen. Dat staat in de aangepaste Wet op de politieke partijen van demissionair minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken, CDA), die deze week naar de Raad van State is gestuurd. De aanpassing is opmerkelijk in het licht van de huidige discussie over buitenlandse politieke beïnvloeding. Precies die discussie was voor de Tweede Kamer eerder reden om giften van niet-Nederlanders aan politieke partijen te verbieden.

Op 1 januari vorig jaar werd al een wetswijziging van kracht waarin de regels rond donaties flink werden aangescherpt. Een belangrijke aanleiding daarvoor was de angst voor mogelijke beïnvloeding van Nederlandse politieke partijen vanuit autocratische landen als Rusland. Onlangs nog werd dit onderwerp zeer actueel door een waarschuwing van de Tsjechische inlichtingendienst dat Europese politici, inclusief Nederlandse, zouden zijn omgekocht door een pro-Russische website die door het Kremlin werd gefinancierd.


Lees ook
Met omkoopschandaal Voice of Europe wordt een Europees netwerk van Russische beïnvloeding blootgelegd

Zakenman en politicus Viktor Medvedtsjoek (bijnaam: ‘de zwarte prins’)  met de Russische president Vladimir Poetin in 2019.

Om financiële beïnvloeding te voorkomen regelde de wetswijziging uit 2023 dat donaties aan partijen gemaximeerd werden op 100.000 euro per gever. Anonieme giften mogen hoogstens 250 euro bedragen en donaties vanuit het buitenland zijn sindsdien volledig verboden, net als giften van niet-Nederlanders die in Nederland wonen.

Principieel punt

Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft nu besloten om dat laatste terug te draaien. Niet-Nederlanders mogen straks toch weer doneren, als het aan minister De Jonge ligt tot een maximum van 250 euro per jaar. Volgens het ministerie is het huidige verbod niet proportioneel en druist het in tegen Europees recht, dat onderscheid op basis van nationaliteit verbiedt.

Het ministerie vindt een volledig verbod ook niet logisch omdat niet-Nederlanders zich wel verkiesbaar mogen stellen voor de gemeenteraad en het waterschap. Omdat contributie betalen aan een politieke partij ook als een donatie geldt, is het volgens het ministerie wenselijk om het verbod op te heffen. Anders zou de merkwaardige situatie ontstaan dat niet-Nederlanders zich wel verkiesbaar mogen stellen, maar geen contributie kunnen betalen of aan hun politieke partij kunnen doneren.

Hoogleraar Hansko Broeksteeg (Radboud Universiteit) vindt dat een belangrijk principieel punt. „Nu mag ik als Nederlander wel doneren, en mijn Duitse fractiegenoot niet. Dat is discriminatie en zou geen standhouden bij de rechter.”

Risico beperkt

Als gevolg van de wetswijziging mogen alle niet-Nederlanders straks weer tot 250 euro aan partijen doneren, of ze nu politiek actief zijn of niet. Een woordvoerder van minister De Jonge denkt niet dat door de versoepeling van de donatieregels de kans op buitenlandse beïnvloeding wordt vergroot. „Door giften van niet-Nederlanders weliswaar toe te staan, maar te beperken tot een maximum van 250 euro, wordt het risico op buitenlandse beïnvloeding beperkt en wordt tegelijkertijd rekening gehouden met de verschillende juridische kaders, waarbij de duidelijke norm blijft staan dat financiële invloed op een politieke partij vanuit het buitenland onwenselijk is.”

In theorie zouden groepen niet-Nederlanders uit autocratische of onvrije landen zich als gevolg van de wetswijziging kunnen organiseren en aan een partij kunnen gaan doneren, om deze zo te beïnvloeden. Hoogleraar Broeksteeg denkt dat dit risico beperkt is. „Het ministerie heeft de donaties gemaximeerd op 250 euro, daarmee kun je weinig invloed kopen. Een wet vertoont op papier altijd gaten, maar het werkelijke risico op financiële beïnvloeding verloopt natuurlijk niet via de officiële kanalen, maar eerder via stromannen.”


Lees ook
‘Geen aanwijzingen voor Russische giften in jaarcijfers FVD’

Thierry Baudet tijdens een debat in de Tweede Kamer over de staat van de oorlog in Europa in maart.

Onzichtbaar

Minister De Jonge zei onlangs in het Kamerdebat over de berichten van de Tsjechische inlichtingendienst ook dat heimelijke beïnvloeding vaak „onzichtbaar” is. Hij benadrukte dat, als er signalen van omkoping door Rusland zijn, de inlichtingendienst AIVD tal van bevoegdheden heeft om onderzoek te doen en eventueel het Openbaar Ministerie kan informeren zodat justitie strafvervolging kan instellen. Als gevolg van de Wet op de politieke partijen komt er een nieuwe toezichthouder die de regels voor bijvoorbeeld donaties moet controleren.

Een zwakke plek is de controle op de financiële handel en wandel van Kamerleden en -fracties in het parlement zelf. Toezicht daarop is formeel nog niet geregeld, hoewel de Tweede Kamer wel een register heeft waar Kamerleden hun (betaalde) nevenactiviteiten en ontvangen geschenken kunnen opgeven.

Nieuwsuur onthulde onlangs dat veel Kamerleden dit register niet volledig hebben ingevuld, sommige Kamerleden – zoals die van Forum van Democratie – weigeren dit categorisch. Minister De Jonge heeft aan de Raad van State advies gevraagd hoe het toezicht op Kamerleden beter zou kunnen worden geregeld.