Niet eerder waren er zó veel vrouwelijke bondscoaches op een groot voetbaltoernooi

Langs de zijlijn op het EK in Zwitserland wordt geschiedenis geschreven: nog nooit deden er zó veel vrouwelijke bondscoaches mee op een internationaal vrouwenvoetbaltoernooi.

Zeven van de zestien teams worden geleid door een vrouw: Gemma Grainger bij Noorwegen, Pia Sundhage bij Zwitserland, Elísabet Gunnarsdóttir bij België, Montserrat Tomé bij Spanje, Nina Patalon bij Polen, Sarina Wiegman bij Engeland, Rhian Wilkinson bij Wales.

Die 43,75 procent aan vrouwelijke coaches is meer dan de 37,5 procent op het EK van 2022 en de 18,75 op het EK van 2013. „Maar ik vind vooral opvallend hoeveel vrouwen in Zwitserland hun debuut als bondscoach op een groot toernooi maken”, zegt Vicky Huyton, oprichter van Female Coaching Network, dat 10.000 leden wereldwijd telt. „Alleen Wiegman en Sundhage hebben veel ervaring, en Tomé, die vorig jaar met Spanje de Nations League won, in mindere mate.”

Bij de meeste grote toernooien roteerden tot nu toe een paar bekende namen, zegt ze: naast Wiegman en Sundhage ook Vera Pauw (Verenigde Arabische Emiraten), Jill Ellis (oud-bondscoach VS) en Martina Voss-Tecklenburg (oud-bondscoach Duitsland). Mede door coachingprogramma’s van FIFA, UEFA en IOC zijn daar een paar nieuwe namen bijgekomen. De nieuwelingen op het EK én Emma Hayes (bondscoach VS) en Casey Stoney (bondscoach Canada).

Van de in totaal negentien winnende voetbalploegen op EK’s, WK’s en Olympische Spelen sinds 2000, hadden zestien een vrouwelijke bondscoach. „Een positieve prikkel voor voetbalfederaties”, zegt Huyton.