Donald Trump is, tien dagen voordat hij opnieuw aantreedt als president, bestraft zonder straf te krijgen. Rechter Juan Merchan gaf hem vrijdag ‘onvoorwaardelijke afdoening’ voor de 34 strafbare feiten waar een jury in New York hem in mei voor had veroordeeld. Trump werd schuldig bevonden aan het vervalsen van documenten rond het afkopen van een pornoster, met als doel de verkiezingen van 2016 te beïnvloeden. Een tik op de vingers.
Ook zonder zijn verkiezingswinst was het onwaarschijnlijk dat Trump daarvoor een gevangenisstraf zou krijgen, maar hij ontkomt dus ook aan een proeftijd of een boete.
Trump was niet in New York aanwezig, maar hoorde de strafmaat via een videoverbinding vanuit Florida. Hij verscheen op meerdere schermen in de rechtszaal om minutenlang te vertellen dat hij „compleet onschuldig” is en „niets heeft misdaan”.
Door het afronden van de zwijggeldzaak in eerste aanleg heeft Trump vanaf nu officieel een strafblad. Hij zal op 20 januari de eerste veroordeelde crimineel zijn die geïnaugureerd wordt als president. Zijn strafblad betekent dat hij geen wapen mag bezitten en dat hij sommige landen niet zomaar mag bezoeken. George W. Bush had al speciale toestemming nodig om als president naar Canada te reizen omdat hij schuld had bekend na dronken achter het stuur te hebben gezeten. Trump werd in civiele zaken eerder veroordeeld voor bedrijfsfraude en laster.
Hoewel het vonnis Trump niet buiten het Witte Huis houdt en hij geen enkele straf kreeg, probeerde hij de zitting tot het laatste moment tegen te houden. Donderdag besloot het Hooggerechtshof niet in te gaan op zijn verzoek om deze te blokkeren. Vijf van de negen – overwegend Republikeinse – rechters waren het niet met hem eens dat een eventuele straf en verplichte (virtuele) aanwezigheid bij de zitting ten koste zou gaan van zijn voorbereidingen op het presidentschap. „De last die de veroordeling aan de verkozen president oplegt is relatief onbeduidend”, aldus het Hof. Bovendien kan hij nog tegen de veroordeling in beroep.
De rechter in New York had al voor de zitting kenbaar gemaakt dat hij niet voornemens was Trump een straf op te leggen. Ook het OM vond onvoorwaardelijke afdoening zo vlak voor de inauguratie „de meest verstandige straf”. Omdat het een vonnis in de staat New York betreft, kan Trump zichzelf daar geen gratie voor verlenen, zoals hij bij een federale zaak wel zou kunnen doen.
Lees ook
Donald Trump is zijn juridische zorgen in één klap grotendeels kwijt
Minst relevante zaak
De zwijggeldzaak draaide om het indirect afkopen van pornoactrice Stormy Daniels in 2016. De jury achtte bewezen dat zij 130.000 dollar ontving met als doel haar voor de verkiezingen te doen zwijgen over de nacht die ze in 2006 met Trump had doorgebracht, kort nadat zijn vrouw Melania was bevallen van hun zoon Barron. Het was de meest pikante, maar minst relevante van de vier strafzaken die de in 2023 tegen Trump werden aangespannen.
De twee federale zaken, rond de bestorming van het Capitool in 2021 en het achterhouden van staatsgeheime documenten na zijn eerste presidentschap, zijn gestaakt zodra Trump in november de verkiezingen won van Kamala Harris. De zaak van een openbaar ministerie in de staat Georgia, over inmenging met de verkiezingen van 2020 daar, zou in theorie kunnen doorgaan ná Trumps tweede regeertermijn, maar de kans daarop is nihil. Zittende presidenten kunnen in de Verenigde Staten niet vervolgd worden. Bovendien heeft het Hooggerechtshof Trump, en andere presidenten, recent verregaande immuniteit gegeven voor hun handelingen in het Witte Huis.
Trump heeft de zaken tegen hem altijd bestempeld als heksenjacht van een door Democraten gepolitiseerd justitiesysteem. De meeste Amerikaanse kiezers deelden die mening, of zien zijn strafbare daden niet als diskwalificerend voor het presidentschap. Trump reageerde woedend op rechter Merchan, maar de meeste Amerikanen halen over deze straf zonder straf hun schouders op.
Al slaat u mij dood. Ik heb geen flauw idee meer waar ik was tijdens de millenniumwisseling, en nu de aarde precies een kwart eeuw ouder is, zit me dat dwars. Ik weet alleen dat ik 23 was, dat ik net was afgestudeerd, en dat dit geheugenverlies een 23-jarige van nu niet meer kan overkomen.
Die veegt met één vinger door Whatsapp-, iCloud-, Instagram- en Facebook-foto’s die onomstotelijk bewijzen waar hij was. Van belangrijke momenten na 2009 heb ik ook bewijs. Van de laatste acht jaar kan ik zelfs van minuut tot minuut nagaan waar ik mij bevond. Mijn tijdlijn in Google Maps vergeet niets.
Ik kijk er vrijwel nooit op. Toch maakte dit mailtje mij nerveus: „Tijdlijn verandert en wordt nu op je apparaat gecreëerd”, meldde Google onheilspellend vaag. „Daarom moet je vóór 6 april 2025 instellingen voor je gegevens kiezen om te voorkomen dat je bezoeken en routes verloren gaan.” In eerste instantie ging ik blindelings akkoord. Eén zo’n geheugenkrater, één zo’n privé-millenniumbug is al tergend genoeg. Maar inmiddels twijfel ik.
Het lijkt zo mooi, een geheugen dat je nooit in de steek laat, en dat valse herinneringen ontmaskert. Zo leefde ik jarenlang relatief vredig met een specifieke herinnering aan de eerste dag van dit millennium. Met wat vrienden – afgestudeerden en langstudeerders – staan we bij een pinautomaat op het Haagse Noordeinde, theatraal in katzwijm om onze eerste getrokken eurobiljetten. Het millenniumfeest was dus bij H. thuis: zij huurde een appartement boven een restaurant. Vergeet het maar. Die euro kwam pas in 2002, las ik pas onlangs ergens terloops.
De moderne homo phonus zou selfies gemaakt hebben met het nieuwe geld, zoals elke soortgenoot een mondkapselfie uit 2020 heeft. Hij heeft zijn geheugen veruitwendigd. Zoals insecten een exoskelet hebben, zo beschikt homo phonus over een exogeheugen in simkaarten, harddisk en datacentra. De objectieve feiten van zijn leven (‘bezoeken en routes’ dekt dat gedoe verrassend adequaat) staan er gerangschikt in een rotsvaste chronologie.
Af en toe slingert een algoritme er een willekeurig flard van in je gezicht. ‘Herinner je je deze dag nog?’, ‘throwbackvideo’, ‘op deze dag’, ‘revisit the moment’: het herinneren, voorheen een grillig proces van innerlijke associaties, schuift op naar iets externs: het openen van bestanden.
Nog even en het algoritme heeft de rol overgenomen van wat Marcel Proust la mémoire involontaire noemde, het onvrijwillige geheugen, waarbij de smaak van een madeleine een complete episode uit het verleden kan laten bovendrijven.
De kracht van dat mémoire involontaire merk je als je Hitster speelt, hét spel van 2024, waarin je muziekfragmenten in de juiste tijdsvolgorde moet plaatsen. Ik speelde het geregeld met drie generaties aan tafel, en dan merk je onmiddellijk wanneer een nummer uit iemands jeugd langskomt. Dan springt iemand ineens ‘aan’, begint te stralen, swingen, dansen, viben. Bij Nirvana’s ‘Smells Like Teen Spirit’ (1991) zíjn de midlifers aan tafel weer vijftien, zestien en staan ze te pogoën in een rokerige discotheek. Die specifieke tijdgeest is geactiveerd, de bodemlaag rond die archeologische vindplaats gloeit even op, de tijdgeest die ons collectief heeft gevormd.
Diepere gevoelslagen
We zijn geneigd om de tijd te zien als een onverbiddelijke lineaire opeenvolging van gebeurtenissen – ja, van ‘bezoeken en routes die verloren gaan’, zoals Google dat zo dichterlijk uitdrukt. Maar vanuit het innerlijk, die raadselachtige plek waar dat onvrijwillige geheugen mee in verbinding staat, is dat heel anders.
Als ik op vakantie terugdeins aan de rand van een diep meer, dan bén ik die jongen die verstijft bij de geur van chloor tijdens het schoolzwemmen. Als ik een slechte recensie krijg, dan bén ik degene die zijn proefwerk terugkrijgt met een 3 erboven. Als ik met de trein een onbekende stad nader, dan bén ik de opgewonden 17-jarige op zijn eerste interrailvakantie.
Je bent nog steeds dáár. Je leven strekt zich uit naar dat verleden, dat geen handjevol toevallige flarden is, maar een voortdurend aanwezige dimensie van wie je bent. Allerlei herinneringen resoneren bijna onmerkbaar op de achtergrond tijdens je dagelijkse activiteiten en ervaringen. In die diepere gevoelslagen ontstaat een innerlijke ordening die immuun is voor de chronologie van ons leven, en die anders werkt dan digitale opslag.
Herinneren is meer is dan vastleggen. Het gaat om het innerlijke proces dat beelden, gevoelens en tijdgeest tot een geheel smelt, en dat lukt het beste met gesloten ogen en dichtgeklapte schermen. Dan krijgen de specifieke beelden, geluiden of geuren de kans om boven te drijven, die bijdragen aan de totale atmosfeer van dat moment. Dat mengsel van objectieve gebeurtenissen en de subjectieve beleving, is amper onder woorden te brengen. Als 15-jarigen je vragen wat er nou precies zo geweldig was aan die Nirvana-tijd, kom je niet veel verder dan: „Je had erbij moeten zijn.”
De huidige 15-jarige kán ook overal bij zijn. Foto’s, filmpjes, appjes: alle herinneringen zitten in zijn broekzak. Mijn online-fotoarchief begint in 2009. Ik dacht dat dit iets particuliers was – ons eerste kind is dat jaar geboren – maar het exogeheugen begon zich in die tijd te vormen: Dropbox (2007), de iCloud (2011), Instagram (2010), Google Drive (2012). Maar kun je met zo’n stortvloed aan gearchiveerde inderdaad ergens echt ‘bij zijn’, de tijdgeest terughalen?
Nul keer gezien
Daarover moest ik denken toen ik stuitte op de website van Riley Walz (22), een Amerikaanse techkunstenaar. Hij heeft een wormgat ontdekt naar dat prille stadium van onze digitale evolutie. Tussen 2009 en 2012 had de foto-app op iPhones een ingebouwde functie. Met één knop kon je je filmpjes direct delen op YouTube, wat duizenden gebruikers gedachteloos deden. Privacy-besef bestond nog niet. Dus zwerven er miljoenen filmpjes rond met automatisch gegenereerde bestandsnamen als IMG_0001, IMG_0002, enzovoorts. Met de zoekfunctie vis je ze uit de digitale stortplaats.
Het is tijdreizen en voyeurisme ineen. Een kinderpartijtje van een kleuter. Schattige huisdieren. Een tuinfeest waar familieleden dansen met bezemstelen. Dit is de digitale variant van willekeurige familiefotoalbums vinden bij de kringloopwinkel.
Herinneren lukt het best met gesloten ogen en dichtgeklapte schermen
Walz bouwde een website waarop die video’s willekeurig verschijnen, met de datum erbij en het aantal views, dat meestal onder de tien is. IMG_0001 heet het project.
Ik dacht altijd dat digitale films en foto’s niet vergeelden. Ik dacht dat het internet onze persoonlijke beelden had beroofd van hun patina, van wat de Duitse cultuurfilosoof Walter Benjamin in 1936 de ‘aura’ noemde. Kunstwerken, stelde hij, waren nu door de opkomst van fotografie en film te reproduceren, waarmee er iets essentieels „wegkwijnt”, namelijk: „de aura van het kunstwerk, dat wil zeggen het hier en nu van de originaliteit”.
Maar hier zie je een nieuwe vorm van ‘aura’, in digitale vorm. Net als de iCloud en de sociale media stond ook een techniek als beeldstabilisatie in de kinderschoenen. Het aantal frames per seconde was minstens de helft kleiner. Er zat maar één camera achterop je smartphone, enzovoorts. Het gevolg: elk filmpje is vaak korrelig en altijd schokkerig, alsof de filmer steevast in een storm stond.
Wat ook bijdraagt aan die digitale aura: de site vermeldt het aantal views. Soms stuit je op een filmpje dat nul keer eerder is gezien. Ik ben de enige die dit filmpje van een kind in een schommel ziet. Nul views geeft zo’n video de aura van een origineel. Hoe minder eerdere kijkers, hoe intiemer het voelt.
Het tijdvak waar IMG_0001 ons heen slingert is te dichtbij voor nostalgie maar ver genoeg om te merken dat er iets is veranderd. Maar wat precies? Het zit in details als deze: op stations loopt iedereen niet over zijn telefoon gebogen, maar er lopen wel witte snoertjes tussen broekzakken en oren. En het gaat om subtiele gedragingen: de gefilmden hebben nog niet die Instagram- of TikTok-reflex die hen verandert in professionele poseurs of influencers. Het zijn aandoenlijke pubers die gitaar spelen in hun kamers. Klunzige dansjes. Onwennige gezichten op vakantieterrassen. Dit materiaal is radicaal a-viraal en ongelikt.
De camera was nog een privé-instrument. Daarom zijn de beelden van IMG_0001 onbewerkt. Zonder filters, niet gemonteerd. We zijn getuige van de overgang tussen de argeloosheid van het analoge tijdperk – dat van de homevideo’s, op verjaardagsfeestjes aan een kring gniffelende bezoekers getoond met de gordijnen dicht – en het hyperzelfbewustzijn van de permanente performance.
En het gaat om de ruimere tijdgeest, van nieuws en politieke ontwikkelingen. Ik stuitte op een filmpje van een demonstratie van de Occupy-demonstratie in Washington, 18 januari 2012. De kartonnen protestborden, de Anonymous-maskers: dit was de wereld in de nasleep van de bankencrisis. Dit was de tijd van Breiviks aanslag op Utøya. Van de kernramp van Fukushima. De Arabische Lente. Van Obama die ‘We got him’ zei, bij de dood van Bin Laden.
Permanente performance
Over het concept zeitgeist zijn boekdelen vol gefilosofeerd, die allemaal verwijzen naar achttiende-eeuwse Duitse dichters en denkers (Herder, Heidegger, Goethe), maar ik houd mijn definitie hier nuchter. Wat atmosfeer is voor straten en wijken, dat is tijdgeest voor jaren en decennia.
We zijn er met z’n allen in ondergedompeld. De tijdgeest bestaat uit alles wat is gevoeld, gebeurd, gevonden, verzwegen en gedroomd. De modes, de mentaliteit, de apparaten en hun design. De angsten, de gewoontes, de muziek in de cafés. Ik neem je mee ee-eh-eh-eeee… Het is de som van alle onzichtbare krachten die op ons inwerken.
De tijdgeest is alleen achteraf merkbaar. Zoals de wijzers van een klok pas verschoven blijken als je even niet hebt gekeken, en zoals kinderen die je een paar maanden niet zag ineens zijn gegroeid.
2801 betanden, 80 mappen
Elk jaar op 5 december stuurt Facebook mij een herinnering van een Google Photo-herinnering die ik ooit postte. Het is een sinterklaasviering uit 2011. Ik was writer in residence bij onderzoeksinstituut NIAS, toen nog gehuisvest in Wassenaar, op een schitterend landgoed. Een van de fellows, een cultureel antropoloog, arriveert er als Sinterklaas op een wit paard, begeleidt door pikzwarte pieten, met gouden oorbellen. Vreemd. Zeker in academische kringen – hoofdparochie van de woke-beweging – is zoiets nu volstrekt ondenkbaar.
Ik herinner me dat we die dag wel de zwartepietendisscussie voerden, ook met de Afrikaanse fellows, maar pas in 2014 introduceerde het Sinterklaasjournaal de roetveegpiet. Er heerste een andere tijdgeest. Iemand stelde voor om met blauwe pieten te gaan werken, schiet me nu ineens te binnen.
Bij de afsluiting van het semester kreeg iedereen een usb-stick met foto’s: 2.802 bestanden in 80 mappen. Allemaal beelden die ik amper heb bekeken, en dat is ook niet nodig. Een paar kiekjes volstaan om de atmosfeer terug te kunnen roepen, met gesloten ogen.
Laten we ook niet vergeten dat vergeten even belangrijk is als onthouden. Het is niet voor niets dat we allerlei pietluttigs en pijnlijks willen opbergen, zonder oprakelend algoritme dat je plaagt met een throwbackvideo. Neem mijn millenniumkrater. Eind 1999 studeerde ik af, en eindigde een lange relatie. Natuurlijk is er een uitstekende reden dat ik die millenniumwisseling, het eerste feest zonder háár, heb weggestopt.
Selectie, schifting en vervorming (mijn eerste eurobiljetten) zijn essentiële processen in de mentale stofwisseling. Als je dat mysterieuze proces overhevelt van de menselijke psyche naar de onbezielde software van de techreuzen, gaat er iets wezenlijkers verloren dan die ‘bezoeken en routes’.
Troostrijk
En kijk nou toch eens. Door al dat praten over herinneren, doemen uit de mist wat gezichten van vroegere vrienden op. Ze dragen gouden glitterbrilletjes, waarvan de gaten de middelste nullen vormen van het getal 2000. Verdomd, nu weet ik waar we waren. Niet bij H., maar bij R., die oliebollen had gebakken. Buiten, op het Pieterskerkhof in Leiden, waren de bomen versierd met lichtsnoeren. Verder weet ik niets meer, maar ik zat dus niet kniezend thuis. Ik had troostrijk gezelschap. Als ik mijn ogen sluit proef ik de opwinding, de onrust van twintigers voor wie het studentenleven net voorbij is, en de angstige hoop voor dat nieuwe millennium. Hoe dat was? Tsja, u had erbij moeten zijn.
De journalist doopte zijn pen in gif en schreef: „De oude roofridders (robber barons) van de Middeleeuwen die plunderden met zwaard en lans in de hand, waren eerlijker dan de nieuwe aristocratie van zwendelende miljonairs.” Deze zakenlui leken op „haaien en wolven”, vond hij, die „ons uiteindelijk allemaal zullen verslinden”.
Over wie gaat de auteur – die schuilging achter het pseudoniem Mr. Hardhack – hier tekeer: Elon Musk, Mark Zuckerberg, Jeff Bezos? Nee. Bovenstaande filippica, afkomstig uit The Atlantic van augustus 1870, is gericht tegen de grote Amerikaanse industriëlen van die tijd – mannen als Andrew Carnegie, J.P. Morgan, John D. Rockefeller en Cornelius Vanderbilt: magnaten die de Amerikaanse maatschappij en politiek meedogenloos hun wil oplegden.
Het idee van steenrijke zakenlui als robber barons maakt sindsdien deel uit van het maatschappelijk discours in de Verenigde Staten. Techmiljardairs als Bezos (Amazon), Musk (Tesla, SpaceX, X) en Zuckerberg (Facebook, Instagram, WhatsApp) krijgen door (progressieve) media en politici regelmatig het etiket ‘roofridder’ opgeplakt als aan de kaak wordt gesteld hoe zij hun imperium bestieren en hun politieke invloed vergroten. Dat roept de vraag op hoe de originele robber barons opereerden.
De eerste zakenman die als zodanig werd gekarakteriseerd, was Cornelius Vanderbilt (1794-1877). In een artikel in The New York Times uit 1859 met de kop ‘Your money or your line’ vergelijkt hoofdredacteur Henry Raymond zijn praktijken met die van „de oude baronnen” langs de Rijn, de Duitse Raubritter die aan het einde van de Middeleeuwen tol afpersten van passerende handelaars.
Wie actief wilde worden in de scheepvaart vond Vanderbilt op zijn weg. Concurrenten moesten ‘tol’ betalen, of hun lijn aan hem verkopen – vandaar de woordspeling in de kop boven het artikel. Raymond sprak er schande van: „De man die zijn kapitaal gebruikt om zijn medeburgers te terroriseren, is een publieke boosdoener en roept evenredig aan zijn onschendbaarheid voor de wet de afkeuring van het publiek over zich af.”
Zoals Vanderbilt verdienden in de VS in die tijd ongeveer 25 mannen een fortuin in opkomende bedrijfstakken. Carnegie (1835-1919) verdiende zijn miljoenen met staal, Morgan (1837-1913) als bankier en Rockefeller (1839-1937) zat in de olie. Hun hoogtijdagen staan bekend als de Gilded Age.
Techmiljardairs als Bezos, Musk en Zuckerberg krijgen regelmatig het etiket ‘roofridder’ opgeplakt
Politici en wetten stonden hen niet in de weg – in tegendeel. Dankzij stevig lobbywerk (dat soms overging in corruptie) konden ze ongehinderd hun gang gaan. Journalist Henry Lloyd concludeerde in 1894 in zijn boek Wealth against Commonwealth dat deze tyconen „macht uitoefenden zoals koningen die nooit gekend hebben”.
Wellicht, maar in tegenstelling tot hun middeleeuwse Duitse collega’s kregen de Amerikaanse roofridders het aan de stok met onderzoeksjournalisten als Lloyd, die als muckrakers de geschiedenis zijn ingegaan. Ook onder arbeiders en plattelandsbewoners bestond onvrede over het contrast tussen hun eigen harde leven en de toename van extreme rijkdom bij de elite in het industriële noordwesten van de VS.
Die woede vond zijn weg naar bewegingen als de Greenback Labor Party en de People’s Party – ook wel bekend als de Populists – die een eind wilden maken aan de ongebreidelde acquisitie van macht en kapitaal door de robber barons, mede mogelijk gemaakt door het monopolie dat zij bezaten in hun respectievelijke bedrijfstakken. Deze fase van sociale strijd wordt wel de Progressive Era van de Amerikaanse geschiedenis genoemd en duurde van ongeveer 1890 tot 1920.
Al snel hadden ook meer main stream politici in de gaten dat er iets moest gebeuren aan de macht van de rijkste zakenlui. De progressieve Republikein Theodore ‘Teddy’ Roosevelt maakte tijdens zijn presidentschap (1901-1909) een speerpunt van het breken van hun monopolies. Hij ageerde tegen „rijkdom die op gigantische schaal is vergaard door allerlei vormen van ongerechtigheid, van de onderdrukking van loonarbeiders tot oneerlijke en ongezonde methoden om de concurrentie te verpletteren, en tot het bedriegen van het publiek door de manipulatie van effecten”.
Uiteindelijk werd de macht van de zakelijke elite gebroken door wetten van het Congres (de Sherman Antitrust Act en de Clayton Antitrust Act) en door uitspraken van het Hooggerechtshof. Het Supreme Court oordeelde in 1911 in de zaak ‘Standard Oil Co. of New Jersey v. United States’ dat het bedrijf van John D. Rockefeller een illegaal monopolie vormde en moest worden opgebroken. Dat gebeurde: de oliemaatschappij viel uiteen in 34 afzonderlijke bedrijven – die sindsdien allang weer samen zijn gegaan en zo nieuwe reuzen hebben gevormd.
De robber barons zelf staan er tegenwoordig niet meer zo slecht op als in hun eigen tijd. Hun filantropische activiteiten zullen daaraan zeker hebben bijgedragen. Ze schonken miljoenen dollars aan goede doelen als de bouw van het Vredespaleis in Den Haag (Carnegie), gezondheidszorg (Rockefeller), musea, (Morgan) en universiteiten (Vanderbilt). De term robber barons gebruiken historici niet meer, in tegenstelling tot opiniemakers. Wetenschappers belichten sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw het liefst hun succes en zakelijke creativiteit.
Het zou de muckrakers verbaasd hebben. Ida Tarbell (1857-1944), die geldt als een pionier van deze onthullende, activistische journalistiek, oordeelde over politici uit haar tijd dat zij „onwetend, corrupt en principeloos” waren en zo de deur wijd open hadden gezet voor gewetenloze ondernemers. Hun filantropie deed daar voor haar niets aan af: „Daar is maar één woord voor: hypocrisie.”
Lees ook
Elon Musk bemoeit zich met alles, ook Europa. Vijf verhalen over de Amerikaanse ‘schaduwpresident’
Als eerste politieke partij in Nederland gaat Volt van X af. Dat zegt partijleider Laurens Dassen. Volt (twee zetels in de Tweede Kamer) deactiveert komende maandag de X-accounts van de partij en van leden van de partijtop.
Volgens Laurens Dassen wordt het platform sinds de overname door Elon Musk, de rijkste man op aarde, gebruikt voor de politieke agenda van de eigenaar. „Hij zet X volledig in om zijn dystopische wereldbeeld te dienen. Hij geeft een podium aan haat, extremistische ideeën en desinformatie. Nu mengt Musk zich ook in de Duitse verkiezingen, zoals hij dat eerder bij de Amerikaanse verkiezingen deed. Dat is voor ons de aanleiding om te zeggen: we trekken hier een grens, we willen hier geen onderdeel meer van zijn.”
Musk promoot op X de radicaal-rechtse AfD voor de verkiezingen van 23 februari. Hij schreef dat alleen AfD Duitsland nog kan redden, en organiseerde deze week een live-gesprek op X met partijleider Alice Weidel. Hij bemoeit zich ook met de Britse politiek, en schreef de afgelopen dagen vele berichten die gericht waren tegen de Britse premier Keir Starmer, en die de radicaal-rechtse partij Reform UK promootten (al viel hij ook partijleider Nigel Farage aan).
Het gedrag van Musk op X plaatst Nederlandse politieke partijen voor een groot dilemma. De meeste kijken met afschuw naar het platform, maar gebruiken het ook als middel om aanwezig te zijn in het publieke debat.
Veel zijn van X afgegaan vanwege haatberichten, anderen blijven er, soms met tegenzin, actief
Twitter, de voorganger van X, bestaat sinds 2006, maar is met name de laatste tien jaar populair geworden onder politici, opinieleiders, journalisten. X had volgens marktonderzoeker Newcom begin vorig jaar 3,1 miljoen gebruikers in Nederland, van wie het overgrote deel geen actieve gebruiker is. Wel wordt X in Den Haag gezien als veel invloedrijker dan grotere sociale media als Facebook, TikTok of Instagram. De Voltaccounts @VoltNederland (31,6 duizend volgers), @DassenLaurens (42,4 duizend) en @KoekkoekMarieke (12,2 duizend) zijn relatief klein. Laurens Dassen roept andere Nederlandse partijen op hun X-accounts ook te deactiveren. „Musk ligt er niet wakker van dat wij van X afgaan. Maar nu hoor je nog vaak het argument: ja, maar journalisten zitten erop, politici, experts. Dus dan moet ik er ook op zitten. Op het moment dat we massaal ergens anders actief zijn, is X niet meer nodig.”
Primaire communicatiekanaal
Voor radicaal-rechts is X een ideaal platform geworden sinds de overname door Musk in 2022. PVV-leider Geert Wilders (anderhalf miljoen volgers) gebruikt het als zijn primaire communicatiekanaal. Hij leek deze week te vissen naar steun van Elon Musk, toen hij de miljardair uitgebreid bedankte voor diens steun aan de extreemrechtse leider van de English Defence League, die nu een celstraf uitzit. „Heel veel dank aan @elonmusk voor zijn dappere en rechtvaardige steun aan Tommy, die een politieke aardbeving in het VK veroorzaakte. Hopelijk zal die leiden tot gerechtigheid voor de verantwoordelijken en vrijheid voor Tommy!”
Andere politici worstelen al jaren met hun plek op X. Veel zijn van X afgegaan vanwege haatberichten, anderen blijven er, soms met tegenzin, actief. Kamerlid Barbara Kathmann (GroenLinks-PvdA, ruim 5.400 volgers) zegt: „Blijven of niet is een individuele afweging. Maar belangrijker vind ik de vraag hoe we zonnekoningen als Elon Musk beteugelen, die politieke macht uitoefenen en zo de vrije wereld ontwrichten. Dat moeten we Europees doen.” Volgens haar moet de Europese Unie bestaande wetten strenger handhaven, zoals de zogeheten Digital Services Act (DSA) die vorig jaar is aangenomen. Die wet moet gebruikers van onlinediensten beter beschermen. „Als continent moeten we onze tanden laten zien.”
Haar collega Jan Paternotte (D66, 56.200 volgers) is het met Dassen en Kathmann eens over het ondermijnende karakter voor de democratie van Musk, maar wijst ook op de voordelen van wél op X blijven. „De haatberichten lees ik niet, daar heb ik tien jaar training voor gehad. Mijn tijdlijn is door de vervuilde algoritmen niet meer bruikbaar, maar ik heb lijsten aangelegd met betrouwbare accounts over onderwerpen als Oekraïne. Daar blijf ik goed op de hoogte. Ik merk ook dat sommige berichten veel gedeeld worden en een ander publiek bereiken dan ik normaal zou bereiken.”
Terugvechten
Ten tijde van de coronacrisis plaatste Paternotte oproepen op X als een leeftijdscategorie zich mocht laten vaccineren. „Toen kreeg ik veel berichten van mensen die blij waren dat ik bijvoorbeeld hun naasten erop gewezen had. Ik snap dat veel mensen weggejaagd worden, maar ik zie blijven een beetje als terugvechten tegen Musk.”
Volt zal in de toekomst actiever gebruikmaken van alternatieve sociale media als BlueSky, Mastodon en LinkedIn. In de partij, maar ook daarbuiten, moet volgens Laurens Dassen het debat gevoerd worden over de aanwezigheid op Instagram, waar eigenaar Mark Zuckerberg deze week aankondigde in de VS te stoppen met modereren en factcheckers. „Maar weggaan van X zie ik als een eerste stap.”
Ook wil hij in debat met het kabinet over de aanwezigheid van de Rijksoverheid op X. Dassen: „In de eerste plaats moet de overheid naar alternatieven gaan zoeken. Geen enkele minister zit volgens mij nu op BlueSky. Ze moeten veel meer naar de pluriformiteit van het sociale medialandschap kijken.”