De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft dinsdag voor het eerst gesproken in de rechtszaal. Daar staat hij terecht voor omkoping en fraude. Netanyahu zou onder meer geprobeerd hebben journalisten om te kopen ten gunste van positievere berichtgeving over zijn regering. Zelf ontkent de premier in alle toonaarden.
Netanyahu werd in 2019 aangeklaagd in drie zaken voor omkoping, fraude en misbruik van vertrouwen. Het is de eerste keer in de geschiedenis van Israël dat een zittende premier werd aangeklaagd. Netanyahu zou onder meer afspraken hebben gemaakt met de eigenaar van een krant over positievere berichtgeving, in ruil voor tegenwerking van een concurrerende krant.
Een tweede zaak gaat om gunsten door toezichthouders, waar een telecombedrijf voor zo’n 478 miljoen euro van zou hebben geprofiteerd. In ruil daarvoor zou Netanyahu de topman van dat bedrijf, die eveneens leiding gaf aan de nieuwssite, hebben gevraagd om positieve berichtgeving. Netanyahu erkende dinsdag in de rechtbank bevriend te zijn met deze telecombaas, maar dat is volgens hem geen hechte vriendschap.
De derde aanklacht, over het aannemen van bijna 190.000 euro aan geschenken van zakenlui – waaronder champagne en sigaren – voor het verdedigen van zakelijke belangen, noemt Netanyahu in de rechtszaal dinsdag een „complete leugen”. „Ik haat champagne.”
‘Druppel in oceaan’
Netanyahu doet de aantijgingen tegen hem in de rechtszaal af als „een druppel in een oceaan”. Over zijn contacten met kranten zegt de premier dat hij wel vaker met journalisten en uitgeverijen heeft gepraat in zijn ambtswoning. Naar eigen zeggen wilde hij het medialandschap enkel veelzijdiger en opener maken, omdat dat zijns inziens een overwegend linkse bedoening was.
Netanyahu heeft altijd ontkend schuldig te zijn en spreekt steevast van een „heksenjacht”. Hij probeerde aanvankelijk vervolging te ontlopen door via het parlement immuniteit te verkrijgen. Dat verzoek trok hij in januari 2020 in toen het politiek onhaalbaar bleek. Voor het uitbreken van de Gaza-oorlog zorgden de aanklachten voor veel verdeeldheid in Israël, maar ze weerhielden Netanyahu er niet van in mei 2020 een nieuwe regering te vormen.
Door de oorlog in Gaza hoefde Netanyahu vooralsnog niet in de rechtbank te verschijnen, maar afgelopen donderdag oordeelden rechters dat aan dat uitstel dinsdag een einde komt. Hij zal de komende weken drie keer per week moeten verschijnen. Netanyahu sprak donderdag nog van een „couppoging” door „sommige autoriteiten, die weigeren de keuze van kiezers te accepteren”. Zijn verdediging spreekt dinsdag van Noord-Koreaanse en Sovjetpraktijken.
Het is niet Netanyahu’s eerste aanval op de onafhankelijke rechtsspraak. In juli 2023 probeerde de Israëlische regering de macht van rechters nog drastisch in te perken met een wetswijziging, die na hevige protesten strandde bij het hooggerechtshof.