Israël en Hamas hebben vrijdagmorgen lokale tijd een akkoord bereikt over de vrijlating van Israëlische gijzelaars in Gaza. Dat meldt het kantoor van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu op X. Het veiligheidskabinet van Israël zou later op vrijdag bijeenkomen om de over de deal te stemmen, zo staat in het bericht.
Eerder was een stemming over het akkoord uitgesteld door Netanyahu. Volgens de Israëlische premier wilde Hamas wijzigingen in het akkoord aanbrengen.
Of alle ministers in de Israëlische regering achter de overeenkomst staan moet nog blijken. De extreemrechtse minister van Nationale Veiligheid en de rechtse minister van Financiën dreigden uit het kabinet van Netanyahu te stappen vanwege de aanstaande Gaza-deal. Vertegenwoordigers van Israël, Hamas, de Verenigde Staten en Qatar zouden het akkoord al wel officieel ondertekend hebben, zo melden Israëlische media.
Zondag moet een staakt-het-vuren als onderdeel van het akkoord ingaan in Gaza. Tegenover de vrijlating van Israëlische gijzelaars zou de vrijlating van meerdere Palestijnse gevangenen staan. Daarnaast zouden ontheemde Palestijnen terugkeren naar wat er over is van hun huizen.
Liveblog Het laatste nieuws
Netanyahu: akkoord over vrijlating gijzelaars bereikt
‘We kunnen bijna aan tafel!’ roept Merche Ariza (26) vanuit de grote open keuken in haar appartement in Utrecht. Ze trekt haar keukenschort strak en snijdt gember in blokjes voor een salsa. Er rinkelt een bel, de spiesen met geroosterde oesterzwammen worden uit de oven getrokken. Een Mexicaanse pepersaus staat te pruttelen op het fornuis en de airfryer loeit.
Er gebeurt veel in Ariza’s keuken, zelf straalt ze kalmte uit. Met precisie legt ze de laatste hand aan haar gerechten. Ondertussen praten haar twee gasten met elkaar aan de gedekte eettafel. Het lijkt alsof ze vriendinnen zijn die elkaar lang niet hebben gezien, terwijl ze elkaar nog geen uur geleden voor het eerst hebben ontmoet.
Eén zaterdagavond per maand ontvangt Ariza – geen professionele kok – vrouwen in haar huiskamerrestaurant voor een uitgebreide maaltijd. Vrouwen die Ariza en elkaar niet kennen. Ze komt met geïnteresseerden in contact via het Instagram-account van haar huiskamerrestaurant, Stella’s Supperclub. Alleen vrouwen zijn welkom, omdat ze zich daar veiliger en comfortabeler bij voelt. Ariza selecteert een groep uit de aanmeldingen en vraagt 25 euro per gast. Niet om rijk van te worden, wel om te kunnen zorgen voor de lekkerste olijfolie, verse groenten en goede wijn, zegt ze.
„Ik ben dol op koken voor anderen. Mijn kast staat vol met servies. En mijn huis is ruim en sfeervol, met een open haard, een mooie keuken en een groot raam met uitzicht op de stad. Het ideale decor om gasten in te ontvangen.”
Ze kwam op het idee toen haar gevoel van eenzaamheid uitmondde in somberheid, als gevolg van het gebrek aan sociaal contact sinds de pandemie. Een grote vriendenkring heeft ze niet. „Ik ben freelance moderedacteur en werk sinds de pandemie grotendeels vanuit huis. Collega’s spreek ik nauwelijks en de vrienden die ik heb wonen verspreid over het land. Zo ontstond het idee voor Stella’s Supperclub.”
Rebellie
Dat is het wezen van supperclubs, ze draaien net zo goed om het samenbrengen en leren kennen van mensen als om het eten. Supperclubs worden georganiseerd door thuiskoks, in plaats van professionele chefs. Deze huiskamerrestaurants hebben meestal geen vergunning en zijn niet gebonden aan strikte voedselveiligheidsregels, waardoor ze ook wel ‘underground’ worden genoemd. De diners kunnen plaatsvinden op verschillende locaties: in huiskamers maar bijvoorbeeld ook in een ruimte voor evenementen.
De behoefte aan intieme samenkomsten werd na de pandemie sterker. Volgens een RIVM-rapport uit 2022 voelde bijna de helft van de Nederlandse volwassenen zich in coronatijd eenzaam. Maar daarvoor al steeg het aantal eenzame mensen in alle leeftijdsgroepen. Ondernemers speelden hier op in met initiatieven als The Offline Club, waar belangstellenden samenkomen om zonder telefoon te dineren of een boek te lezen, en Turning Tables, dat Amsterdammers en bewoners van azc’s samenbrengt aan de eettafel.
Elders begon de heropleving van de supperclub al eerder. In 2011 schreef het Britse dagblad The Guardiandat de trend een reactie was op de torenhoge prijzen van fine-dining restaurants in wereldsteden als Londen en New York. Supperclubs boden het antwoord: intieme en betaalbare eetervaringen.
Ook de oorspronkelijke supperclubs kwamen voort uit rebellie. Zoals de Cubaanse paladares, kleine privé-restaurants in de woonkamers van families, die aanvankelijk onder het communistische regime van Cuba strikt verboden waren. De vroegst bekende versie van een supperclub in het Verenigd Koninkrijk dateert uit 1937, toen een groep socialisten de Half Hundred Club oprichtte, een eet- en wijnclub voor de ‘gewone man’. Ze organiseerden diners op verrassende locaties, zoals de London Zoo.
Sociale media dragen volgens Ariza bij aan de populariteit van supperclubs. Zo zijn er tientallen influencers die van hosten hun beroep maakten. Enkele van de bekendste zijn de Britse Xanthe Ross, de Deense Emma Ranne en de Canadese Julia Khan Anselmo. Dagelijks delen zij beelden van zorgvuldig gedekte tafels (met rvs serviessets, kunstige bloemstukken, strikjes en overal kaarsen) en gerechten die bijna te mooi zijn om op te eten met duizenden – merendeels vrouwelijke – volgers.
Handgeschreven menu’s
Inspiratie voor diners haalt Ariza van sociale media. Deze avond is haar tafel kleurrijk en stijlvol gedekt, met een oudroze tafelkleed, rood-wit gestreepte placemats, witte borden met een gouden randje en zelfgemaakte menu’s. „Vooral de Engelse influencer Laura Jackson inspireert me. De handgeschreven menu’s zag ik op haar Instagram. De chocolademousse die straks op tafel komt is een recept van Xanthe Ross. De groen-geblokte servetten van Café Henry ontdekte ik ook op Instagram.”
De geur van de romige Mexicaanse pepersaus vult de kamer. Grote groene olijven steken vrolijk af tegen oranje schaaltjes en de salade met citrusvruchten biedt een kleurrijk contrast naast de frieten en het desembrood. Als alles staat, komen de telefoons tevoorschijn. „Voor Instagram”, zegt gast Christianna Kazantzis (35). Eerst wordt er gefotografeerd, dan gegeten.
Voor Kazantzis is het de eerste keer dat ze een supperclub bijwoont. „Ik was nieuwsgierig en wilde nieuwe mensen ontmoeten. Niet omdat ik me eenzaam voel, maar omdat ik vaker buiten mijn bubbel wil treden. Samen tafelen biedt ruimte voor echte gesprekken.” Een gesprek beginnen met iemand die je niet kent kan intimiderend zijn, zegt Kazantzis, „maar bij een supperclub heb je de zekerheid dat gasten op zoek zijn naar verbinding. En omdat alle vrouwen alleen komen, staat iedereen vanaf het begin op gelijke voet.”
Gespreksthema
Samantha Wolfson (33) maakte van het organiseren van supperclubs haar fulltime baan. In 2017 lanceerde Wolfson online platform & the Table, waar meer dan 170 vrouwelijke hosts supperclubs aanbieden in Europa en de Verenigde Staten. De site geeft informatie over de host, het menu en de gemiddelde leeftijd van de gasten. Elk diner heeft een gespreksthema, variërend van ‘moederschap’, tot ‘freelancen in de creatieve sector’ en ‘je comfortzone’. De host bereidt doorgaans themavragen voor om het gesprek op gang te brengen.
Bij de aanmelding leveren belangstellenden motivatie en een foto in, waarna de host selecteert wie wordt uitgenodigd. De kosten per diner, inclusief wijn, liggen rond 70 euro. Inmiddels hebben ruim tienduizend vrouwen een & the Table-diner bezocht en worden er maandelijks wereldwijd vijftig diners georganiseerd.
& the Table is alleen voor vrouwen. „Ik voelde me ongemakkelijk bij het idee vreemde mannen naar de huizen van vrouwen te sturen via mijn platform”, zegt Wolfson, die Amerikaans is en in Amsterdam woont. „En bovenal wilde ik graag veilige omgevingen creëren waar vrouwen kunnen netwerken en diepgaande gesprekken kunnen voeren.”
Inclusiviteit waarborgen is een uitdaging als hosts en gasten worden geselecteerd op basis van een foto en motivatie, erkent Wolfson, maar selectie is volgens haar cruciaal. „De kracht van een supperclub zit in een geschikte host en een zorgvuldig samengestelde groep: het garandeert een intieme sfeer en interessante tafelgenoten.”
Oudere en jongere vrouw
„Ik selecteer mijn gasten nooit alleen omdat ik ze zelf wil ontmoeten, maar zorg ervoor dat ze goed bij elkaar passen”, zegt ondernemer Caroline van Sprang (26). In haar stijlvolle studio in Amsterdam-Zuid organiseert ze al twee jaar & the Table-diners. „Ik let op leeftijden, beroepen en interesses om een interessante dynamiek te creëren. Onlangs nodigde ik een oudere vrouw uit die net moeder was geworden, samen met een jongere vrouw die net was afgestudeerd. Die combinatie werkte omdat ze nieuwsgierig waren naar elkaar.” Vooral internationale gasten melden zich aan voor & the Table-diners. „Zij zoeken vaak nieuwe vrienden in de stad, waardoor ik een grote groep mensen heb leren kennen.”
Als de gesprekken tegenvallen, is het uitputtend
Hosten is niet altijd makkelijk, geeft ze toe. „Ik vind het prachtig om een scène te creëren: linnen te strijken, de tafel te dekken, glazen te boenen. Gasten betalen voor de ervaring, dus het is belangrijk om te presteren en aanwezig te zijn. Maar als de gesprekken tegenvallen, is het uitputtend.”
Nieuwe vrienden maken bleek bovendien minder vanzelfsprekend dan Van Sprang dacht. „Hoewel er tal van vrouwen over de vloer zijn gekomen, heb ik minder blijvende vriendschappen overgehouden dan ik had verwacht. Dat heeft me doen inzien dat een band opbouwen niet vanzelfsprekend is. Soms blijft het gewoon bij een leuke avond – en dat is oké. Er was een periode waarin ik zo opgeslokt werd door het organiseren van supperclubs dat ik vergat mijn eigen vrienden uit te nodigen. Juist door mijn rol als host ben ik mijn bestaande vriendschappen meer gaan waarderen.”
Bij Merche Ariza aan tafel worden de laatste beetjes chocolademousse opgelepeld. Ariza ruimt de borden af terwijl de gasten napraten en Instagram-profielen uitwisselen. Kort daarna vertrekken de gasten. „Ik voel me altijd gelukkig na een geslaagd diner”, zegt Ariza tijdens het opruimen. Sinds ze met haar huiskamerrestaurant begon, heeft ze meer dan veertig vrouwen aan haar eettafel gehad. Ook voor Ariza betekende dit niet dat ze veertig nieuwe vrienden heeft, maar een aantal vrouwen spreekt ze regelmatig. „Een van mijn gasten begon een boekenclub waar ik nu lid van ben en met de Utrechtse vrouwen zit ik in een WhatsApp-groep.” Koffiedrinken in de stad doet ze zelden meer alleen.
‘Ssst, de kleine slaapt’, zei iemand eens bij het binnenstappen van de woonkamer van Jannie Vontenie (72). Maar de baby in de wieg was geen baby – het was een pop.
Vontenie verzamelt reborn-poppen, poppen die ook van dichtbij nauwelijks te onderscheiden zijn van echte baby’s. In haar woonkamer in Hilversum liggen er zes: twee in de wieg, twee op de loungestoel, een in een hangmat en een ander in een mandje op de grond. In totaal heeft ze er „tien of elf”, zegt ze. „Iedere keer dat ik een pop koop, denk ik: dit is écht de laatste. Maar het is zo verslavend.” Lou, de pop in de hangmat, is haar favoriet. Hij is gemodelleerd naar een premature baby en heeft een zwarte huidskleur.
Wegens gezondheidsklachten is Vontenie grotendeels aan huis gebonden. Haar kinderen en kleinkinderen komen geregeld op bezoek, maar, zegt ze: „Mijn kleinkinderen worden groter en gaan nu allemaal hun eigen gang. De jongste is al negen.” In de poppen vindt ze „warmte” en „een vorm van troost” in een huis dat anders vaak leeg zou aanvoelen.
Morning routines
Reborn-poppen worden wereldwijd verzameld, gekoesterd en soms verzorgd alsof het echte baby’s zijn. Op sociale media als Instagram, TikTok en Facebook zijn grote gemeenschappen van poppenliefhebbers en -makers te vinden. Video’s met honderdduizenden views tonen ‘morning routines’, waarin baby’s uit hun wieg worden gehaald, een schone luier krijgen, omgekleed worden en de fles krijgen. Op TikTok tonen ‘a day in the life’-video’s het dagelijkse leven van de poppen, van het verzorgen en voeden tot een wandeling in de kinderwagen. Bijschriften vermelden vaak dat de beelden uitsluitend bedoeld zijn voor entertainment, en dat er geen echte baby’s in voorkomen.
In Facebook-groepen delen verzamelaars foto’s van de poppen die ze hebben ‘geadopteerd’ en zetten kunstenaars hun creaties te koop. Ook Vontenie is lid van zulke groepen. Op YouTube kijkt ze graag naar rollenspelvideo’s, waarin mensen hun poppen uitgebreid verzorgen of met ze spelen. „Flesjes geven en luiers verschonen doe ik niet, want het blijft toch een pop. Maar ik vind het wel leuk om te zien hoe anderen dat doen.”
Ook voor Vontenie is poppenliefhebberij een dagelijkse bezigheid: ze kleedt haar poppen regelmatig om, of geeft ze een andere plek in huis. Af en toe legt ze er een op een kleed met blokken. Niet omdat ze denkt dat de pop daar echt mee wil spelen, benadrukt ze, maar gewoon omdat het er leuk uitziet.
„Als ik ’s avonds tv-kijk, neem ik een van de poppen op schoot.” Het is rustgevend, zegt Vontenie, maar kan ook gemengde gevoelens oproepen: „Soms vind ik het suf dat ik dat doe. Dan laat ik ze toch maar liggen.”
Soms maak ik een budgetpop, voor mensen die minder te besteden hebben
Ze neemt ze niet mee naar buiten. Hoewel ze dat wel zou willen: „Ik schaam me ervoor. Als mijn kleindochter van negen er is, gaan we weleens samen wandelen met een pop in de wagen. Als ik een goed excuus heb, loop ik er wél trots naast.”
Negatieve reacties op haar verzameling heeft ze nog nooit gehad. Alleen haar schoondochter vindt de poppen nog wat griezelig. „Mijn man vindt het heel normaal. Soms zegt hij zelfs dat hij de outfit van een van de poppen niet leuk vindt.”
Zwangerschapsonderbreking
Vontenie koopt de hyperrealistische creaties graag bij poppenkunstenaar Margriet Shein (29). Reborn-poppen zijn voor Shein een bron van verwerking en troost, vertelt ze in haar woonkamer in Gouda. „Ik heb twee keer een vroege zwangerschapsonderbreking gehad. In mijn omgeving werd daar best luchtig over gedaan. Sommigen zeiden: dat spoel je gewoon door de wc, en dan ga je verder met je leven. Maar ik ervoer het niet zo. Ik voelde dat ik twee keer een kindje had verloren.”
Zoekend naar een manier om haar verlies te verwerken, stuitte Shein online op reborn-poppen. „Ik dacht: is het niet mooi als ik een pop bestel die lijkt op hoe een kindje van mij en mijn man eruit had kunnen zien? Ik wilde onze ongeboren baby een gezicht geven. En gewoon een beetje fantaseren.”
Zo’n pop bleek moeilijk te vinden. Haar man heeft een donkere huidskleur en de poppen die online verkocht werden, waren bijna allemaal wit. Ze besloot er een te kopen en deze zelf te verven.
„Met mijn man fantaseerde ik over hoe ons kindje eruit zou zien, wat voor haren en gezichtje het zou hebben. Dat heb ik nagemaakt. Ik kleedde de pop in het pakje dat ik eerder aan mijn man had gegeven om hem te verrassen met het nieuws van mijn zwangerschap.” Het hielp bij het verwerken, zegt Shein. „Als ik heel verdrietig was, nam ik de pop op de arm. Dat doe ik soms nog steeds.”
Haar man moest aan het idee wennen. „In films hebben poppen vaak een griezelige rol. Dat was ook zijn associatie ermee. De eerste keer dat ik met een pop bezig was en de onderdelen uit elkaar had gehaald, kreeg hij er ’s nachts een nachtmerrie van. Dat snap ik wel: reborn-poppen lijken zó echt.”
Beschrijving van het karakter
Door gezondheidsproblemen kon Margriet Shein niets anders dan thuisblijven. „Ik verveelde me en besloot opnieuw een levensechte pop te maken. Uiteindelijk deelde ik die op Facebook, waar ik veel reacties kreeg van mensen die de pop wilden kopen.” Inmiddels verkoopt ze haar creaties via haar Instagramaccount, waar ze meer dan 34.000 volgers heeft. Sommige klanten benaderen haar om een gepersonaliseerde pop te bestellen, elk met hun eigen reden. „Ik heb klanten gehad die hun overleden kind hebben laten namaken. En ouders met het legenestsyndroom, die de babyversie van hun kinderen wilden laten repliceren.” Voordat ze begint, vraagt Shein om foto’s en filmpjes van het kind en een beschrijving van diens karakter. Online zoekt ze vervolgens naar een ‘kit’, een onbewerkt poppenlichaam dat het meest overeenkomt met het uiterlijk van het kind. „Daarna houd ik me bezig met de huidskleur, de oogkleur en het soort haar. Uiteindelijk kom ik vrij dicht bij het werkelijke uiterlijk.” Op haar telefoon toont ze een foto van een baby naast een foto van de nagemaakte pop. De pop heeft niet alleen dezelfde oog-, haar- en huidskleur als de baby, maar ook hetzelfde scheve lachje.
„Als ik zo’n pop maak, bestudeer ik alle gezichtstrekken van het kind: de manier waarop de wenkbrauwen zitten, de vorm van de mond.” Ze is maandenlang met een pop bezig. „Daardoor krijg ik er een band mee. Hoe langer ik met een pop bezig ben, hoe moeilijker ik het vind om hem weg te geven.”
Foto’s Lars van den Brink
Reborn-poppen worden ook aan demente ouderen gegeven. Zij denken vaak wél dat het om een echte baby gaat, zegt Shein. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat ‘poppentherapie’ een positief effect heeft op dementiepatiënten: het vermindert onder meer agressief en obsessief gedrag, bevordert communicatie met de ouderen en verbetert hun gemoedstoestand. „Het is heel bijzonder om te zien”, zegt Shein, die weleens filmpjes krijgt waarop dementerende ouderen met haar creaties spelen. „Ze praten tegen de pop, of gaan ervoor zingen. Daar worden ze rustig van.”
Dat kalmerende effect heeft het ook op andere klanten. „Ik verkocht laatst een pop aan een vrouw met autisme en een zware angststoornis. Ze durfde het huis niet uit. Met de pop die ik voor haar maakte, voelde ze zich veilig genoeg om weer naar haar psycholoog te gaan.”
De meeste klanten van Margriet Shein zijn gewoon verzamelaars. „Voor hen is het leuk om dit soort kunst in huis te hebben.”
Zwaarte van de pop
Tijdens het gesprek loopt Sheins assistentiehond geregeld naar haar toe om aan haar hand te snuffelen. Shein heeft Functionele Neurologische Stoornissen, een hersenaandoening die lijkt op epilepsie, vertelt ze. „Vermoeidheid, fel zonlicht of harde geluiden kunnen ervoor zorgen dat ik flauwval.” Op basis van haar lichaamsgeur kan de hond haar gezondheid monitoren en alarm slaan wanneer dat nodig is.
„Door mijn ziekte raken mijn armen vaak verlamd, of voel ik mijn benen niet meer goed. Dat is een beangstigend gevoel. Sommige mensen gebruiken op zulke momenten een verzwaringsdeken. De poppen hebben dat voor mij vervangen. De zwaarte van een pop helpt me mijn lichaam weer te voelen, waardoor ik ontspan.” De kwetsbaarheid ervan dwingt tot voorzichtigheid, voegt Shein toe, wat afleidt van de pijn of spasmes in haar lichaam.
Ze houdt haar poppen graag vast, maar voedt en verschoont ze niet. De groep reborn-poppenbezitters die dat wél doet is „in mijn ervaring heel klein”, zegt Shein. Die groep krijgt volgens haar te veel aandacht in de media. „Rollenspellen roepen sterke reacties op. Zo van: die mensen zullen allemaal wel gek zijn. Maar wat is er mis met volwassenen die spelen?”
Zwitsal-parfum
In haar werkkamer liggen poppen in verschillende stadia van afwerking: sommige compleet, andere nog ongeverfd of kaal. Overal liggen materialen: verf voor de huid, haren voor het hoofdje en de wenkbrauwen, glasparels waarmee het gewicht van een baby wordt nagebootst, een rek met kleding. In een boekenkast liggen losse lichaamsdelen, gemaakt van vinyl. De ruimte ruikt zelfs naar baby’s – met Zwitsal-parfum geeft ze de poppen een kenmerkende geur.
Dankzij de strategisch verdeelde glasparels krijgen de poppen een natuurlijke gewichtsverdeling: het hoofdje is zwaar, waardoor het ondersteund moet worden tijdens het tillen, en de armen en benen vallen naar beneden bij het vasthouden van het bovenlichaam.
Voor haar poppen gebruikt Shein het liefst mensenharen. „Ik werk graag met verschillende haarstructuren. Met synthetische materialen worden die niet altijd goed nagemaakt.” Ze koopt ze op Etsy, of krijgt ze van vrienden. „Ik ben bevriend met een kapster. In plaats van dat ze het haar dat ze knipt weggooit, betaal ik haar ervoor: win-win.”
„Ik had laatst een klant voor wie ik de babyversie van haar inmiddels oudere dochter mocht namaken. Ze stuurde wat afgeknipte haren van haar kind op, zodat ik die voor de pop kon gebruiken.”
Margriet Shein maakt voornamelijk poppen van kleur. „Zeker 90 procent van de reborn- poppen die gemaakt worden, is wit. Die verhouding klopt natuurlijk niet met de echte wereld. Ik wil me focussen op de modellen die het minst gemaakt worden.” Haar poppen dragen kleren met verschillende culturele patronen, zoals Thais en Maleisisch. Die bestelt ze bij een gespecialiseerde kleermaker.
De prijs van de poppen loopt uiteen. „Hoewel donkere huidskleuren meer verflagen nodig hebben en daardoor meer tijd kosten, wil ik geen prijsverschil maken op basis van huidskleur”, zegt Shein. Een pop met de kenmerken van een premature baby kost zo’n 500 euro, een grotere pop richting 1.000. „Soms maak ik een budgetpop, voor mensen die minder te besteden hebben. Die hebben bijvoorbeeld geen haartjes op hun hoofd en kosten 200 tot 400 euro.”
Jannie Vontenie heeft vorig jaar „twee of drie” poppen gekocht. „Dat is algauw 1.500 euro. Maar dat doe ik niet elk jaar, hoor.” Niet alleen de poppen zijn duur, benadrukt ze. Kruippakjes, pyjama’s, kerstkleren („gewoon bij C&A”) – haar kast met babykleding puilt inmiddels uit. „Mijn dochter zei laatst: ‘Als ik ooit nog een kind krijg, kom ik gewoon bij jou kijken.’”
Lynn de Boer (23) uit Amersfoort‘Mijn zusjes vindt de poppen heel eng’
In 2020 kocht ik mijn eerste reborn-pop, voor 100 euro. Ik had geld geleend van mijn ouders om hem te kunnen betalen. Ik was er helemaal gek op – de pop ging overal mee naartoe.
„Ik heb autisme en depressieve klachten. Ik woon alleen, maar op momenten dat het minder goed met me gaat, verblijf ik bij mijn ouders. Als ik vervolgens terugkom in mijn eigen huis, kan het leeg aanvoelen. Op zulke momenten vind ik het fijn dat de poppen er zijn. Ze geven me een veilig gevoel en verminderen mijn gevoelens van eenzaamheid.
„Ik voel veel liefde voor mijn poppen en vind het fijn om ze te verzorgen: ik kleed ze om en verschoon af en toe een luier.
„Mijn ouders zijn niet zo’n fan van de poppen. Mijn zusje vindt ze heel eng, dus als ze op bezoek komt, stop ik ze weg. Maar ze zijn allemaal blij dat ik een hobby heb die ik leuk vind.
„Online deel ik niet veel over mijn poppen, omdat het veel haatreacties oplevert. Ik denk altijd: er zijn toch ook volwassenen die lego verzamelen, kerstdorpen bouwen, of met treintjes spelen? Waarom is mijn hobby zo controversieel?”
Max Venhuizen (19) uit Benthuizen‘Dankzij de poppen voel ik me nooit alleen’
‘Op mijn twaalfde kwam ik op YouTube een filmpje van reborn -poppen tegen. Ik vond ze meteen interessant. Ik heb een aantal jaar moeten wachten voordat ik er zelf een mocht kopen, omdat mijn ouders het in eerste instantie te eng vonden.
„Nu heb ik drie poppen: twee jongens en een meisje. Een van de poppen heb ik op bestelling laten maken, omdat ik er graag een wilde hebben die op mij lijkt.
„Dankzij de poppen voel ik me nooit alleen. Als ik thuis in mijn kamer ben, leg ik ze op mijn schoot of loop ik ermee rond. Dat voelt erg fijn. Ik vind het ook leuk om ze aan te kleden met kleertjes die ik op Vinted heb gekocht.
„Ik ben altijd erg angstig geweest. De poppen helpen daarbij – ze geven me veel rust. Als ik verdrietig ben of net ruzie heb gehad, pak ik graag een pop vast.
„Mijn vrienden vinden mijn verzamelhobby heel normaal. Mijn oma vindt de poppen superleuk. Mijn moeder vindt ze nog steeds een beetje eng, maar wel minder dan vroeger gelukkig.
„Het lijkt me leuk om mijn poppen mee naar buiten te nemen, maar ik denk dat dat voor mijn ouders iets te ver zou gaan. Bovendien heb ik nog geen kinderwagen of draagzak, en het zou vreemd voelen om ze gewoon in mijn armen te dragen. Dan zou ik steeds denken: heeft dat arme kind het niet koud?”
Fenna van Leeuwen (16) uit Den Haag‘Af en toe neem ik ze mee naar buiten in een draagzak’
‘Ik ben altijd een poppenmeisje geweest. Mijn eerste reborn-pop kocht ik rond mijn tiende. Toen ik op mijn dertiende een hersenontsteking kreeg, nam ik mijn pop mee naar het ziekenhuis. Voor mij was dat een soort therapie – het gaf me steun.
„Ik heb twee poppen, een jongen en een meisje, allebei gemaakt van siliconen. Die zien er nóg realistischer uit dan poppen van vinyl en zijn een stuk duurder: voor een siliconen pop betaal ik meestal 1.500 euro.
„Af en toe neem ik ze mee naar buiten in een draagzak. Dat levert soms vreemde blikken op, maar meestal juist leuke reacties, zoals: ‘Oh, wat mooi’, of ‘Wat knap dat je dat maakt’.
„De poppen zijn voor mij een dagelijkse bezigheid. Ik vind het fijn ze even vast te pakken, om te kleden of de haartjes te kammen. Het geeft me veel rust.
„Ik maak zelf ook poppen. Die verkoop ik voornamelijk via Facebook, Marktplaats en reborn-beurzen. Mijn klanten zijn meestal ouderen, mensen die een kind hebben verloren of mensen die geen kinderen kunnen krijgen. Soms zijn het jongeren zoals ik, die het leuk vinden om een pop te hebben.”
Een decor met een molen en een grachtenpand, echte tulpen en spruiten, een haringkar, stroopwafels, en blaasband Kleintje Pils die Laat de zon in je hart speelt. Alle Hollandse clichés zijn er vrijdag bij de opening van het NL Paviljoen op de Grüne Woche in Berlijn, de grootste landbouwbeurs van Europa.
Om acht uur ’s ochtends stroomt het vol met mensen uit de Nederlandse agro- en voedselindustrie en van de overheid. Na de traditionele ‘provincieborrel’ in een rooftopbar in de stad de vorige avond, staat nu een lange, lange rij voor de koffiebar.
Maar een échte Frau Antje die kaasblokjes uitdeelt, het symbool van de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), ontbreekt dit jaar. Er is alleen een bordkartonnen Frau Antje in klederdracht om selfies mee te maken. Dat komt omdat de brancheclub het bezoek aan de beurs heeft afgezegd wegens de uitbraak van mond-en-klauwzeer (mkz) in de Duitse deelstaat Brandenburg, waar Berlijn in ligt. „Er gaat een verkeerd signaal van uit als zij er wel zou zijn”, legt een NZO-woordvoerder uit aan de telefoon vanuit Nederland.
Grote afwezige
De andere grote afwezige op de 99ste editie van de Grüne Woche is landbouwminister Femke Wiersma (BBB). Uit voorzorg, om snel te kunnen handelen als de mkz-uitbraak zich zou uitbreiden, is Wiersma in Nederland gebleven. Maar een risico op besmetting in Berlijn is er volgens experts niet, heeft het ministerie gemeld. Dus is staatssecretaris Jean Rummenie (BBB) wél aanwezig om het NL Paviljoen te openen, samen met de Duitse landbouwminister.
Dat er zes Tweede Kamerleden hierheen zijn afgereisd, van VVD, NSC, GroenLinks-PvdA en D66, noemt Rummenie in zijn openingspraatje niet. Dat zou hij misschien ook ongemakkelijk vinden, omdat Caroline van der Plas en andere leden van de BBB-fractie – Rummenies eigen partij – afwezig zijn.
Was het geen „overtrokken reactie” van de minister van Landbouw om wegens mkz thuis te blijven, wordt staatssecretaris Rummenie eerder die ochtend gevraagd tijdens een persmoment. Hij gaat er niet op in. „Dit is nou zo Nederlands weer. Gaan we elkaar weer de maat nemen”, zegt Rummenie geïrriteerd.
Zo komt voorlopig een eind aan een week van onzekerheid en verwarring over de mkz-uitbraak in Brandenburg. Bij de laatste grote uitbraak in het Verenigd Koninkrijk in 2001 werden daar bijna 6,5 miljoen landbouwdieren preventief gedood, in Nederland ongeveer 300.000.
Ook Nederlandse politici en bestuurders twijfelden of ze wel of niet naar Berlijn moesten afreizen. De Grüne Woche is hét netwerkfeestje voor de agrosector en Duitsland is de belangrijkste handelspartner. Maar stel dat de uitbraak wel groter zou worden, of dat ze het virus zelf mee terug zouden nemen via hun kleding, schoenen of een handdruk?
Geen koeien, wel paarden
Informeel laat minister Wiersma leden van de landbouwcommissie van de Tweede Kamer op dinsdag al weten dat dat risico zeer klein is.
Op de Grüne Woche zijn dit jaar namelijk geen evenhoevige dieren aanwezig die vatbaar zijn voor mkz, zoals koeien, schapen en geiten – wel paarden en konijnen. Als Kamerleden met de auto door een besmet gebied zouden rijden, zou het virus theoretisch aan hun banden kunnen blijven plakken, maar Berlijn is wel 700 kilometer rijden en het virus kan niet lang overleven zonder gastheer. Als je als Kamerlid niet in besmet gebied komt, en per trein of vliegtuig reist, is er eigenlijk geen risico dat je de ziekte verspreidt.
Lees ook
In Kootwijkerbroek ‘wás in 2001 helemaal geen mkz’ en de boeren hopen dat het virus nu ook wegblijf
De landbouwcommissie wil dinsdag om 17 uur samenkomen voor gezamenlijk overleg over een besluit. Maar dan verschijnt eerder die middag al een filmpje van BBB-leider Caroline van der Plas online. „Lieve mensen”, zegt ze, vanwege de mkz-uitbraak gaan BBB-Kamerleden, het partijbestuur en andere BBB’ers „natuurlijk níet naar de Grüne Woche”.
Er is verbazing en irritatie bij sommige andere fracties, die vinden het oncollegiaal omdat dit ook druk legt op hun besluit om wel of niet te gaan. „Ik snap de ophef niet zo goed. Iedereen maakt zijn eigen keuzes”, reageert Van der Plas. Zij wist toen ook al dat het ministerie het besmettingsrisico zeer klein achtte, maar BBB wil solidair zijn met boeren en heeft alle „niet-noodzakelijke bezoeken” afgezegd. Van der Plas: „Bij een uitbraak in Nederland wíl je niet zelf in de discussie belanden.”
Minister Wiersma laat die dinsdag daarna officieel bekendmaken dat zij in Nederland blijft en dat experts zeggen dat er „geen veterinair risico is.” VVD-Kamerlid Thom van Campen, de reisleider van de commissie, wil dat wel graag officieel bevestigd zien. Hij vraagt de minister woensdagochtend een „risicobeoordeling”, een Kamerbrief met een onderzoeksverslag waarin staat dat de kans op een mkz-besmetting „verwaarloosbaar” is. En wel graag vóór 14 uur, want de trein van Amsterdam naar Berlijn vertrekt precies twee uur later.
Van Campen: „In de commissie was de afweging: is er een kabinetsafvaardiging? Ja. Is er een risico? Nee. Dus wie wil, kan naar Berlijn.”
Sommige Kamerleden maken een eigen afweging. De ChristenUnie en SGP vonden het niet gepast om te komen nu minister Wiersma er zelf niet was, terwijl zij de Kamerleden formeel had uitgenodigd. Het ministerie betaalt ook de kosten van hun hotel in Berlijn.
Carpaccio van wilde gans
Opvallend is ook dat sommige BBB-gedeputeerden bewust niet komen, maar anderen weer wel. De Zeeuwse landbouwgedeputeerde Arno Vael maakt op maandag al bekend dat hij niet naar de Grüne Woche gaat, nog vóór BBB-partijleider Van der Plas en BBB-minister Wiersma hun afwezigheid melden.
Maar BBB-gedeputeerde Jelle Beemsterboer uit Noord-Holland staat bij de provincieborrel in Berlijn op donderdag gewoon aan de deur iedereen welkom te heten. Hij is gastheer, Noord-Holland en Zuid-Holland waren dit jaar aan de beurt om de borrel te organiseren. Speciaal met streekproducten: er gaan schalen rond met lepeltjes Haagse bluf en carpacciorolletjes van wilde gans.
„Als het ministerie besluit dat het veilig is om hier te komen, is het niet aan de provincie Noord-Holland om een andere afweging te maken”, zegt hij. Bovendien kun je niet zomaar een borrel afblazen en driehonderd genodigden teleurstellen, zegt BBB-gedeputeerde Mariëtte van Leeuwen van Zuid-Holland. „Het gaat ook om het gemeenschapsgeld dat we uitgeven.”
De paniek zat vooral in bestuurlijk Nederland, Duitsland zelf had de mkz aardig onder controle, is de indruk van Laura Bromet van GroenLinks-PvdA. De Kamerdelegatie zou in Duitsland ook met minister Wiersma op excursie gaan naar supermarktketen Rewe, vertelt ze. Maar dat is door het ministerie afgezegd, toen Wiersma besloot thuis te blijven. „Dat vonden wij onzin, wij wilden alsnog gewoon gaan”, zegt Bromet. „Toen wilde staatssecretaris Rummenie wel mee, maar heeft supermarkt Rewe het bezoek zelf afgezegd.”
„Het is allemaal zo ondoordacht”, zegt Bromet, „om zo met een belangrijke handelspartner om te gaan.”
De leden van de Tweede Kamer is een alternatief programma aangeboden, reageert de woordvoerder van Rummenie.
De nieuwe EU-landbouwcommissaris Christophe Hansen zei op de Grüne Woche tegen een Nederlandse journalist dat minister Wiersma beter wél had kunnen komen, om in Berlijn samen de mkz-aanpak op elkaar af te stemmen. „Dat vind ik een beetje… Hoe moet ik dat nou zeggen? In deze moderne wereld kun je op veel manier contact met elkaar hebben”, reageert Rummenie daarop. „Ik ga niet in de beweegredenen van mijn minister treden. Het is uit goede zorg dat ze thuis is gebleven.”