Nergens zorgt de wolf voor zo veel onrust als in Drenthe, in de campagne laait het debat op

Schaapskudde van Balloo (vlakbij Assen) met schaapherder Marianne Duinkerken. Rechtsonder: een hek met elektra als extra beveiliging tegen de wolf.


Foto’s Sake Elzinga

Reportage

Drenthe Er is een wolvendraaiboek en een wolvenconsulent, maar veel Drentenaren zien het dier liever dood. Met de verkiezingen op komst, en steeds meer wolven, laait het debat hoog op.

Herder Marianne Duinkerken houdt van haar vierhonderd schapen en van haar border collie. Ook van mensen hoor. Behalve de mensen van de Partij voor de Dieren dan. „Die zou ik het liefst willen voeren aan de wolf.”

Zeven dagen per week loopt Marianne met haar kudde over de Drentse hei bij Balloo. Daar grazen haar schapen tussen oude grafheuvels en pingoruïnes, de overblijfsels van ijsheuvels uit de laatste ijstijd, om de hei gezond te houden. Staatsbosbeheer betaalt haar voor natuurbeheer, en ze verkoopt de wol en het vlees. Verder krijgt ze subsidie van de provincie.


Mooi werk. Haar vader was priester en tussen de schapen op de hei is het net of je in de Bijbel rondloopt. Maar sinds de wolf zich in Drenthe heeft gevestigd, is haar pastorale idylle bruut verstoord. „We hebben afspraken met de provincie, daar houd ik me aan. En dan komt er ineens een wolf binnenwandelen en die zet alles op zijn kop. Ík sta op mijn kop. Ik ben woest, ik ben boos, ik ben ongerust en ontdaan.”

Een wolvenaanval kan haar hele kudde verstoren, zegt ze met zachte stem. „Ze worden vermoord of raken in shock. Ze durven niet meer naar de plek des onheils. De kans op spontane abortussen neemt toe.”

Heel Drenthe vindt wat van de wolf, sinds het eerste exemplaar in 2015 op Drentse bodem werd gesignaleerd. En vooral sinds 2020, toen het dier definitief in de provincie neerstreek. Het worden er meer, ze bijten vaker schapen dood en als het zo doorgaat, denkt Marianne, kan ze haar kudde wel opdoeken.

Geen plukje wol in haar schapenwollen sjaal en haar schapenwollen armwarmers die eraan twijfelt: de wolf moet weg. En ze is niet de enige. Zes op de tien Drenten zijn de wolf liever kwijt dan rijk, meldde RTV Drenthe eind februari op basis van het stemgedrag in het Kieskompas, meer dan in alle andere provincies.

Ook in Friesland, Groningen, Overijssel, Gelderland en Limburg zijn wolven waargenomen. Maar de aangerichte schade is nergens zo groot als in Drenthe. Hier zijn weinig uitgestrekte bossen, waar de wolvenroedel ongestoord kan jagen op wild. De kleine plukjes bos die er zijn, liggen vaak pal naast heidegronden en boerderijen. En daar lopen weer veel schapen, geliefd op het menu van elke wolf.

„En dat doen we dan allemaal voor de mensen die op 10 hoog in Amsterdam wonen en die het zo’n leuk idee vinden dat er weer een wolf in Nederland is”, zegt de herder zuchtend.

De wolvenconsulent denkt mee

Renate Zuiker woont niet in Amsterdam en schrikt als ze de woorden van Marianne hoort. zij is juist wel blij met de komst van de wolf. „In Drenthe willen we graag een oerprovincie zijn”, zegt het Statenlid van de Partij voor de Dieren op het provinciehuis in Assen. „Dan hoort zo’n wolf er natuurlijk ook bij. De wolf is voor Drenthe enorm goed. Voor de natuur, maar ook voor de mens.”

Dat de wolf na 250 jaar afwezigheid weer terug is in Drenthe, is een succesverhaal als je het aan haar vraagt. Natuurbeleid wérkt, zie hier het resultaat. Ze begrijpt er niets van dat het provinciebestuur de handen ineen heeft geslagen met Friesland en Groningen en nu probeert om de Europese beschermde status van de wolf af te zwakken.

Als die beschermde status vervalt, kan er op het beest gejaagd worden. Want nu „veroorzaakt de wolf onrust en verdriet in ons land”, zei gedeputeerde Henk Jumelet (CDA).

De meeste partijen zijn het daar volledig mee eens. Vooral op rechts klinkt de roep om actie. Dat betekent vaak: afschieten. „Er heerst angst in de dorpen in de Provincie Drenthe!” zo klinkt het in het verkiezingsprogram van de BoerBurgerbeweging (BBB). De VVD wil zich „weren tegen de wolf”. „Ook de veiligheid van de mensen is in het geding!” schrijft de PVV.


Lees ook: Polderen over de wolf: moet de mens zich aanpassen of niet?

Maar dat er schapen sterven, is niet de schuld van de wolf, zegt Renate Zuiker. „We kunnen beter aan schaaphouders vragen of ze wel genoeg doen om hun kudde te beschermen.”

Ze snapt dat de komende jaren eerst een overgangsperiode nodig is. Er is een wolvendraaienboek en er is een wolvenconsulent aangetrokken die mensen kan uitleggen hoe ze met de wolf moeten omgaan. Er is zes ton aan subsidie beschikbaar om rasters en hekken te plaatsen. „Mensen worden geholpen in de transitie van een situatie zonder wolf naar een situatie met de wolf”, zegt ze.

De wolf moet terug, weg uit Drenthe

Maar uiteindelijk moet iedereen wennen aan de wolf. „Een gloeilampenfabrikant of iemand met een heel klein winkeltje in de stad blijven we ook niet eeuwig helpen. De wereld verandert en je moet je aanpassen. Als iemand dan zegt: ik krijg het niet rond, dan is er zo misschien geen toekomst voor je bedrijf.”

Het wolvendebat is emotioneel én ideologisch. De wolf hóórt in Drenthe, zeggen de wolvenliefhebbers, want hij is hier zelf naartoe gedribbeld, uit Polen of nog oostelijker, om zich in de Drentse bossen te vestigen. Dat is de natuur in optima forma, dat moet je niet tegenwerken.

Ja hallo, brengen de wolvensceptici daartegenin, alsof ‘natuur’ nog iets betekent in een door mensenhanden gemaakt land. Dat bos waar de wolf zich zo thuisvoelt, is boom voor boom door de mens aangelegd. En de provincie wilde eerder toch juist heidegronden met grazende schapen cultiveren?

Van een natuurlijk proces is volgens Marianne Duinkerken in geen geval sprake. Wolven zijn kadaver-eters, die na een dag weer terugkeren om de resten van hun prooi te verorberen. Maar als de herder dode schapen in de wei aantreft, is ze verplicht die binnen 24 uur op te ruimen. „Dan doet de natuur toch ook niet zijn werk?”

Schaapherder Marianne Duinkerken. gebruikt als extra beveiliging tegen de wolf een hek met elektra.
Foto Sake Elzinga

Ze heeft wel een idee hoe het wolvenprobleem kan worden opgelost. „Wat is nou leuker dan dat je een dag plant, je gaat met jagers op pad en je zegt: kom op wolf, jij moet hier niet zijn want je valt iedereen lastig. We brengen je daarheen waar je het goed hebt.”

Niet naar de eeuwige jachtvelden, bedoelt ze, maar naar het buitenland: de wolf moet terug naar waar hij vandaan komt.

„Weet je”, denkt Renate Zuiker als ze de argumenten van schaaphouders hoort, „je was niet van plan om samen oud te worden met die schapen. Dat je het in jouw mindset prima vindt als ze op een gegeven moment worden geslacht: oké. Maar dan moet je wel zeggen: ik ben verantwoordelijk voor die schapen. En niet: die wolf moet dood.”

Toen Marianne Duinkerken in de krant vertelde dat ze haar lammetjes niet meer meeneemt naar de hei, stuurde het CDA in Rolde een marsepeintaartje als steunbetuiging. Verder hoort ze hier op de hei niets van de politiek. Zoveel vertrouwen heeft ze ook niet in een oplossing vanuit de overheid. Ze is liberaal, stemt VVD, maar is niet actief. „Ik ben geen politiek dier.”

Dode schapen op het provinciehuis

Elders loopt de temperatuur intussen flink op. Boeren die met een wolvenaanval te maken kregen, legden dode schapen en een dode geit voor het provinciehuis. Een bijeenkomst werd afgezegd omdat de sprekers niet durfden.

Er is een boswachter die met een appje laat weten dat hij niks mag zeggen en die doorverwijst naar Natuurmomenten. Een schapenhouder heeft weleens iets gezegd in een andere krant, maar dat leverde zo veel gedonder op dat hij er niet nog eens aan begint, zegt hij.

Bij natuurorganisaties leeft de hoop dat het na een paar jaar transitiebeleid wel goed komt. Dan zijn er genoeg rasters en heeft de wolf zijn dieet aangepast, zo denken ze daar.

Maar de wolf mag hopen dat het politiek rustig blijft. De BBB zou weleens de grootste partij kunnen worden, een rechtse coalitie lonkt. En dat is nog de politieke route. Eén boer heeft al trots in de plaatselijke media verkondigd dat hij een wolf heeft aangereden. Expres.

Andere boeren fluisteren al: als het provinciehuis het niet doet, regelen we het zelf wel.