Nergens ter wereld liggen zo veel mijnen als in Oekraïne

Oekraïne vestigde vorig jaar een dubieus record, waarmee het landen als Afghanistan en Syrië achter zich liet. Geen enkel ander gebied ter wereld is zo bezaaid met landmijnen als Oekraïne. Het Rode Kruis schat dat op zo’n 25 tot 30 procent van het Oekraïense grondoppervlak landmijnen liggen.

Terwijl het wereldwijde aantal verspreide landmijnen jarenlang afnam, is deze trend sinds de oorlog in Oekraïne gekeerd. In dat licht is ook een recente andere ontwikkeling problematisch, zegt Jan Tijmen Ninck Blok, specialist humanitair oorlogsrecht bij het Nederlandse Rode Kruis. Polen, Litouwen, Estland en Letland zegden vorige maand het Verdrag van Ottawa uit 1997 op; Finland deed vorige week hetzelfde. ‘Ottawa’ verbiedt het produceren, verhandelen en gebruiken van zogeheten antipersoneelsmijnen. „De terugtrekking geeft ons de mogelijkheid om ons op een veelzijdigere manier voor te bereiden op de veranderingen in de veiligheidssituatie”, aldus de Finse premier Petteri Orpo.

„Dit is heel zorgelijk”, zegt Ninck Blok. „Als landen zich terugtrekken uit het verdrag, is er een kans dat er meer mijnen gebruikt zullen worden. En dat betekent dat er meer slachtoffers zullen gaan vallen.”

Een Oekraïense militair laadt een mijnenlegplatform met landmijnen tijdens een militaire training.

Foto Andriy Andriyenko/SOPA Images/LightRocket via Getty Images

Zorgwekkend zijn de cijfers nu al. Volgens het Rode Kruis kwamen er in 2023 wereldwijd zeker 833 mensen om door een landmijn, het hoogste aantal sinds 2011. Het zijn onprecieze middelen: van de slachtoffers was 80 procent burger, en niet militair of gewapende strijder. „Dat is precies het probleem”, zegt Ninck Blok. „Landmijnen maken geen onderscheid in hun doelwitten. Terwijl onder het humanitair oorlogsrecht burgers niet aangevallen mogen worden.”

Goedkoop

Met name in de jaren negentig kwam de landmijn op als populair strijdmiddel. Het explosief is goedkoop en makkelijk te fabriceren, zegt Valeria Sjoemska van Halo Trust in Oekraïne, een ngo die wereldwijd in oude en nieuwe conflictgebieden landmijnen opruimt. Deze mijnen kunnen jaren of zelfs decennia later nog afgaan en slachtoffers maken. In Sri Lanka worden nog altijd explosieven geruimd van de burgeroorlog die tussen 1983 en 2009 woedde.

Halo is één van de organisaties die ook in Oekraïne actief is om landmijnen te verwijderen. In het land liggen, schat Sjoemska, er momenteel zo’n twee miljoen, de meesten daarvan in agrarisch gebied. „Ook dat is tactiek: het verhindert Oekraïense boeren om op hun land te verbouwen.”

Als Halo een gebied betreedt interviewen de medewerkers eerst de bewoners van getroffen gemeenschappen. Die hebben een melding van een aangetroffen landmijn gemaakt, of wonen in heroverd terrein, wat de kans groot maakt dat er explosieven zijn achtergebleven. „Met deze informatie proberen we zo goed mogelijk in te schatten wat het precieze mijnenveld is”, zegt Sjoemska.

Het daadwerkelijke verwijderen ervan gaat grotendeels mechanisch. Drones helpen om vast te stellen waar de explosieven precies liggen, graafmachines halen ze uit de grond. Als ze in een natuurgebied liggen, gebruikt Halo machines die door begroeiing heen kunnen knippen. Bijkomend voordeel is dat deze machines tegen een stootje kunnen.

In elkaar gefrutseld

Het ruimen van mijnen is ontzettend tijdrovend, zegt Sjoemska. Dat maakt een ander deel van hun werk nog belangrijker: het onderwijzen van burgers. „We geven cursussen aan inwoners van bevrijde gebieden over hoe ze mijnen kunnen vermijden”, zegt Sjoemska. „Ga bijvoorbeeld niet naar onbekend gebied, zeker niet waar gevechten hebben plaatsgevonden. Blijf alleen op bekende, verharde wegen. Ga niet zomaar verlaten gebouwen of voertuigen in, raap niks op van straat dat er onbekend uitziet.” Sommige landmijnen zijn duidelijk herkenbaar, aldus Sjoemska, aan hun ronde, platte voorkomen. Maar sommige explosieven zijn door doe-het-zelvers in elkaar gefrutseld en kunnen er anders uitzien.

In Oekraïne liggen vooral Russische antipersoneelsmijnen, maar mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch leverde in 2023 bewijs aan dat ook Oekraïne op eigen grondgebied, rond de stad Izjoem, gebruik heeft gemaakt van zulke explosieven. Eind 2024 stemde de Amerikaanse president Joe Biden in met een levering van antipersoneelsmijnen aan Oekraïne, met stevige veroordelingen van mensenrechtenorganisaties tot gevolg.


Lees ook

In zwartgeblakerde bossen verzamelt Oekraïne bewijs voor Russische ecocide

Een waarschuwingsbord voor geblakerde bomen in het bos bij Izjoem.

Rusland en de Verenigde Staten, twee belangrijke producenten van antipersoneelsmijnen, hebben ‘Ottawa’ nooit ondertekend. Oekraïne juist wél. Jurist Ninck Blok van het Rode Kruis ziet in het Oekraïense gebruik van landmijnen en de terugtrekking van Europese landen uit het verdrag afbreuk van het internationaal recht. Bij de ondertekening van het verdrag sloten 164 landen zich aan – „bijna universeel” – en daalde het aantal producenten van landmijnen van vijftig naar tien.

Een mijnenruimer van de NGO HALO Trust aan het werk in een veld buiten het dorp Snigurivka, in de regio Mykolaiv, in de zomer van 2024.

Foto Genya Savilov/AFP

„De afgelopen jaren is de militaire dreiging in Europa fors toegenomen”, zegt Ninck Blok. „Maar een verdrag is niet iets dat je ondertekent in vredestijd, om het in oorlogstijd te laten gaan. Door te tekenen, zeg je: wij hebben humanitaire standaarden.”

Los van Ottawa bepaalt ook het algemeen oorlogsrecht dat landmijnen niet mogen. Althans: ze mogen onder bepaalde voorwaarden wel ingezet worden, maar die voorwaarden zijn zo specifiek dat ze nauwelijks haalbaar zijn in de praktijk. De mijnen moeten gemarkeerd worden zodat ze van afstand herkenbaar zijn, ze moeten gemonitord worden en ze mogen niet worden verplaatst. „Maar de prioriteiten van oorlogvoerende partijen ligt niet bij monitoren en informatie verschaffen”, aldus Ninck Blok. „Frontlinies verschuiven, modderstromen verplaatsen de mijnen. De klinische situatie waaronder landmijnen mogen worden ingezet, is niet haalbaar.”