Terwijl in Indonesië recent duizenden mensen protesteerden tegen de aftakeling van de democratie, vlogen presidentszoon Kaesang Pangarep (29) en zijn vrouw Erina (27) in een privéjet naar de Verenigde Staten en aten ze een broodje kreeft van omgerekend vijfentwintig euro. Spottend postte een Indonesische criticaster op X de foto die Erina daarvan op haar Instagram had geplaatst naast een schilderij van de achttiende-eeuwse Franse koningin Marie-Antoinette met een gebakje. Aan haar wordt de beroemde uitspraak „Ze kunnen toch taart eten?” toegeschreven, die ze zou hebben gedaan toen ze hoorde dat het volk geen brood had. Het geldt sindsdien als symbool voor de minachting van een steenrijke elite voor het arme volk.
De meme sloeg voor veel Indonesiërs de spijker op de kop. Want in Zuidoost-Azië wordt momenteel de een na de andere ‘nepo-baby’ op de troon gezet, kinderen van heersers die dankzij hun familiebanden aan de macht zijn gekomen. Ook in Indonesië doet president Joko Widodo er volgens critici alles aan om zijn eigen dynastie te installeren nu zijn regeerperiode in oktober afloopt. Vorig jaar verlaagde het Constitutionele Hof onder leiding van Widodo’s zwager de verkiesbare leeftijd voor vicepresidentskandidaten naar 35 jaar, zodat Widodo zijn zoon Gibran Rakabuming (36) als running mate kon koppelen aan presidentskandidaat Prabowo Subianto (72). Het duo won de verkiezingen.
Lees ook
Omstreden aanpassing kieswet in Indonesië gaat na protesten voorlopig niet door
En in augustus diende de coalitie van Widodo een noodwetsvoorstel in, waarmee zijn tweede zoon Kaesang Pangarep (29) oud genoeg zou zijn om zich kandidaat te stellen als gouverneur van Centraal-Jakarta. Daarop brak in Jakarta en andere steden een volksopstand uit. ‘Koning Widodo’ wil zijn zonen op de troon, zodat hij zijn invloed kan behouden, was de teneur onder de demonstranten. Door de straten golfde razernij en teleurstelling. „Weg met nepo-baby’s”, stond op spandoeken. Onder druk van de protesten ging de stemming over de noodwet niet door.
Schaduw
Nepo-baby’s zijn een trend in de regio, schrijft Ben Bland van de Britse denktank Chatham House in The Financial Times: in zes van de tien landen in Zuidoost-Azië zitten nakomelingen van oude leiders op de troon. Zo werd onlangs in Thailand Paetongtarn (38), dochter van voormalig premier Thaksin Shinawatra (75), de nieuwe regeringsleider. Hoewel ze probeert om zich als onafhankelijk politicus te presenteren, wordt ze door politiek analisten gezien als marionet van haar populistische vader. Een recente toespraak waarin haar vader zijn beleid uitstippelde aan investeerders, alsof niet zijn dochter maar hijzelf de premier is, versterkte deze indruk. Maar de steenrijke populist die, nadat hij al eens is afgezet, weer een machtige positie heeft verworven tussen de koningsgezinde elite van Thailand, ligt niet goed bij het conservatieve establishment. Het is de vraag hoelang gevestigde machten achter de schermen zijn invloed, en dus dochter Paetongtarn, zullen dulden.
Het is dan ook niet altijd even gemakkelijk om nepo-baby te zijn. Een jaar geleden nam Hun Manet in Cambodja de teugels over van zijn vader Hun Sen, een autocraat die het land achtendertig jaar met ijzeren vuist regeerde. Net als Paetongtarn komt Hun Manet (46) amper uit de schaduw van zijn machtige vader. Zelfs als Hun Sen het land uit is, haalt hij thuis nog de voorpagina’s. Bijvoorbeeld wanneer hij in Thailand borrelt met Thaksin Shinawatra, de vader van Paetongtarn, die Hun Sen „een geliefde oom” noemt.
Kolonialisme
Ben Bland verklaart het nepotisme uit de afwezigheid van een democratisch verleden. Bijna alle naties in Zuidoost-Azië maakten een koloniale overheersing door, waarin westerse machthebbers door middel van geweld, cliëntelisme en verdeel-en-heerspolitiek de controle in handen probeerden te houden.
Democratische instituten in de regio die de macht bevragen en controleren, zijn daarna niet goed uit de verf gekomen. In Thailand maakt een machtige elite elke democratische poging via de rechtspraak of het leger ongedaan. Brunei wordt geleid door een autocratische sultan-dynastie en in de communistische eenpartijstaat Laos trekt de familie Siphandone aan de touwtjes.
Lees ook
In de Filippijnen is een terugkeer van de Marcos-dynastie ophanden
En in de Filipijnen won Ferdinand Marcos Junior (66), de zoon van autocraat Ferdinand Marcos, in 2022 de verkiezingen, na een mediacampagne die dreef op desinformatie. Dat had hij mede te danken aan een campagnekas die het budget van zijn tegenstanders verre overtrof. Zoals de meeste nepo-kinderen groeide Ferdinand Junior op in puissante rijkdom. Zijn ouders Ferdinand en Imelda (aan de macht tussen 1965 tot 1985) roofden naar schatting omgerekend 10 miljard Amerikaanse dollar uit de staatskas. Slechts een klein deel is na de val van hun regime teruggekomen.
Soeharto-clan
In veel Zuidoost-Aziatische landen blokkeren oude machtsstructuren democratische en economische hervormingen, stelt ook The Economist. In de Filippijnen kochten de eeuwenoude rijke families na de Spaanse koloniale overheersing massaal land op. Anno 2024 hebben deze families bijna 80 procent van alle invloedrijke politieke posities in handen, zo schrijft het blad, en verdedigt de elite „als onverwijderbare bandieten” de macht en weelde.
Lees ook
In Indonesië zijn autocratische krachten terug van nooit weggeweest
Ook in Indonesië ontstond in de tijd van autocraat Soeharto een machtige elite waarvan de leden elkaar de hand boven het hoofd houden. Na de val van Soeharto in 1998 zette zijn opvolger Habibie een democratisch hervormingsproces in, maar inmiddels keren de aloude dynastieën terug: op 20 oktober treedt de in februari gekozen Prabowo Subianto, schoonzoon en oud-generaal van Soeharto aan als nieuwe president van Indonesië.