Neige Sinno kroop in het hoofd van haar verkrachter

‘Als je mond zacht wordt, als je lichaam verstijft’, zingt Johnny Hallyday, ‘als je kuisheid nee zegt, met een heel klein stemmetje, wat houd ik dan van je’. Het zijn regels uit ‘Que je t’aime’, het liefdeslied van Franse popster die de halve wereld mee kan zingen. Voor wie Trieste tijger leest, zal het chanson voorgoed een andere lading krijgen.

Hallyday is namelijk de favoriete zanger van de man van wie de Franse schrijfster Neige Sinno aan het begin van haar boek een beeld probeert te schetsen, het portret van haar verkrachter. En ja, bij nader inzien is die chansontekst dubbelzinnig. Iemand zegt hier ‘nee’, „met een heel klein stemmetje”.

In Trieste tijger is die stem van een knokig, blond, zesjarige meisje met korstige knieën en gericht tegen de sportieve, energieke, vierentwintigjarige perverseling die haar stiefvader is. De tweede man van haar moeder, die een psychiater later zou karakteriseren als een „narcist met sadistische neigingen”, wilde perse dat zijn stiefdochter zei dat ze van hem hield. Nee dus. Zeven jaar misbruik was het gevolg.

In Frankrijk zijn sinds #Metoo de nodige beerputten geopend. Ook in de Franse literatuur van nu zijn misbruik en incest sindsdien een prominent thema. Vier jaar geleden was er Le consentement van Vanessa Springora, waarin ze schreef over haar seksuele relatie met een bekend auteur – vanaf haar veertiende. Daarna was er La familia grande van Camille Kouchner, waarin de advocate onthulde dat haar stiefvader, ook een beroemdheid, haar tweelingbroer misbruikte – vanaf diens dertiende. Daarvoor al was het Christine Angot die in haar autofictie – en in haar recente debuutfilm Une famille – uit de doeken deed hoe haar vader haar misbruikte.

Trieste tijger, onder andere bekroond met de Prix Femina, is dus bepaald niet het eerste boek van een Franse auteur over dit onderwerp. Integendeel. Toch is het anders dan alle andere. Het is een verhaal als een caleidoscoop, met elementen van getuigenis en aanklacht, met processtukken, herinneringen, sprookjes, opsommingen, afbeeldingen van krantenartikelen en filosofische gedachten.

Geen bekentenis

Trieste tijger is de weerslag van een leven lang nadenken over wat de schrijver als meisje is overkomen en een poging alle aspecten daarvan te doorgronden. Ze waarschuwt haar lezer: haar tekst is geen bekentenis, eerder een zoektocht naar de waarheid, waarvan ze bij voorbaat al weet dat ze die ze nooit zal vinden. Ze aarzelt tussen ‘zij’, de derde persoon enkelvoud, als vertelstem, en de ‘ik’. Als ze in de ‘ik’-vorm schrijft moet de lezer beseffen dat die niet voor honderd procent samenvalt met de auteursnaam op de boekcover. En toch is het ook wél zo. Ze mag dan vier-en-veertig jaar oud zijn als ze het boek schrijft, ze blijft dat meisje van toen. Het blijft tegenwoordige tijd voor haar, het blijft ‘nu’. Op alle mogelijke manieren probeert ze haar verhaal onder woorden te brengen. Dat doet ze vooral – en dat maakt dit boek uniek en overgetelijk – in een dialoog met de literatuur.

Sinno herleest Lolita van Nabokov en analyseert het perspectief van waaruit het verhaal wordt verteld, dat van de pedofiel. Ze ziet dat Lolita zelf bijna afwezig is in het boek. Ze herkent dingen, zoals het feit dat de dader zich als slachtoffer presenteert: het meisje was de verleidster, de dader treft geen blaam. Sinno vindt de roman fascinerend: hier is iemand bewust bezig iemand kwaad te doen, kapot te maken – en toch gaat hij ermee door.

Sinno citeert Virginia Woolf, die door haar twee halfbroers werd misbruikt. Ook zij kende „dat bizarre gevoel van de eerste betastingen”, „een moment buiten de tijd, zo vol absurditeit en gevoel dat het ontsnapt aan elke poging om het met een verhaal onder woorden te brengen”. Zo laat ze vele auteurs de revue passeren, van Toni Morrison tot Varlam Sjalamov, van Annie Ernaux tot Oscar Wilde.

Franse Alpen

Moedig probeert Neige Sinno „in het hoofd van de beul” te stappen: wie was die man die haar misbruikte in dat afgelegen huis in de Franse Alpen? En vooral: waarom? Omdat ze hem geen ‘papa’ wilde noemen? Omdat ze ‘de zuiverste onschuld’ vertegenwoordigde? Zag hij ‘gewoon’ de mogelijkheid die onschuld te vernietigen, werd hij gedreven door het kwaad? Damaged for life is ze en ze zal dat onder woorden brengen, „met waanzinnige opstandigheid”, ook al geeft ze haar verkrachter dan de aandacht die hij wil maar niet verdient. Ook al zou ze veel liever over iets anders schrijven.

Opgroeien in een wereld met leugens – daar ontkom je nooit meer aan. Dat blijkt ook uit haar herlezing van de geweldige roman van Emmanuel Carrère, De tegenstander, over een man die zijn gezin vermoordde op het moment dat ze zijn levensleugen doorkregen. Een schijnwereld. Ze leest werk van psychiaters en psychologen, over veerkracht. Ze overdenkt de bekende zin van Sartre: „Wat men van je gemaakt heeft, is minder belangrijk dan wat je zelf doet met wat men van je heeft gemaakt”.

Ze kijkt naar de rol van haar moeder. Ze bedenkt wat ze zelf dacht, toen. Wat vertelde ze zichzelf? Dit: zolang niemand het weet, bestaat het niet. Het is je eigen schuld. Pas toen ze vreesde dat haar stiefvader zich ook aan haar jongere zusje zou vergrijpen, sprak ze met haar moeder. Samen deden ze aangifte. Haar met de hand geschreven aanklacht is in het boek afgebeeld.

Zodra ze kon ging Sinno weg, ver weg. Ze ging Engels studeren in de VS en woonde jaren in Mexico. Haar stiefvader werd opgepakt, na het proces kreeg hij negen jaar gevangenisstraf. Na zijn vrijlating hertrouwde hij, kreeg hij met een jongere vrouw nog vier kinderen. Hij kocht opnieuw een verafgelegen huis. Je rilt van afschuw, zoals je je als lezer vanaf de eerste pagina voortdurend ongemakkelijk voelt. Maar je leest door.

Zolang ze zich kan herinneren wilde Neige Sinno schrijver worden. Voor haar is schrijven geen therapie. Ondanks het feit dat haar boek vol staat met referenties aan de wereldliteratuur, concludeert ze dat de literatuur haar niet kan redden. Het enige wat ze kan proberen is uit de dimensie van het duister stappen, weg van de dreiging en al het weerzinwekkende, op naar het licht. Ze kan alleen in stilte het onzegbare delen en „er niet alleen mee zijn”. Negeren is geen optie. Nooit. Het enige wat ze kan doen is voetje voor voetje verder lopen over het koord van haar lotsbestemming – en vooral niet struikelen.