Negeren onbetaald werk beschadigt de economie

Waardevol werk Wil je concurrerend zijn als economie, dan zul je onbetaald werk moeten inbedden en beter moeten waarderen, denkt .

Foto Mona van den Berg
Foto Mona van den Berg

Steeds meer werknemers bezwijken onder de combinatie van te weinig lonend en stressvol betaald werk, met een oplopende hoeveelheid taken in de privésfeer waarvoor ze niets betaald krijgen. Gevolg: overbelasting en depressies en daarmee schade aan de economie en maatschappij.

Dit komt mede doordat ons land wordt aangestuurd als een bedrijf met – om in het jargon te blijven – een niet duurzaam businessmodel, dat zijn totale work load heeft opgedeeld over twee dochtermaatschappijen. De ene voor betaalde arbeid en de andere voor alle andere taken die de maatschappij draaiende houden, maar niet betaald worden. In het kader van bezuinigingen dumpt de overheid wel steeds publieke taken bij die tweede dochter, maar blijft intussen uitsluitend prognoses maken op basis van het dashboard van de ander.

Zo verhult zij de onderlinge afhankelijkheid van deze bedrijfsonderdelen in ons maatschappelijk ecosysteem – de totale hoeveelheid taken die er verzet moet worden – en komt zij niet toe aan de vraag hoe die het beste over alle werknemers te verdelen. Zodat die allemáál kunnen floreren, zowel financieel als mentaal, zowel thuis als in hun betaalde werk.

Dubbele boodschap

Met haar oproep meer fulltime te werken geeft de overheid dan ook een dubbele boodschap af: „Ga meer werken! En graag ook meer zorgen.” Waarbij het eerste deel luid wordt geroepen, en het tweede een tikje achterbaks wordt gefluisterd. Daarbij wordt fulltimers zelden verweten dat zij een afstand tot die onbetaalde arbeidsmarkt hebben, dat ook aan hun arbeidsmoraal een collectieve dimensie ontbreekt, en dat ze afhankelijk zijn geworden van de onbetaalde werker.

Vooral vrouwen lijden nu nog financieel onder deze gebrekkige organisatie. Zij draaien, ook als zij betaald werken, nog steeds op voor het leeuwendeel van het immer uitdijende onbetaalde werk. Zo hebben zij door het sluiten van verzorgingshuizen voor ouderen er bijvoorbeeld het nieuwe, tijdverslindende, maar onbetaalde beroep van mantelzorger bijgekregen. De meesten van hen hebben niet de middelen om dit werk uit te besteden.

Het is zaak de omvang van dit onbetaalde werk volledig in beeld te krijgen

De totale hoeveelheid onbetaald werk die vrouwen verzetten moet zichtbaar worden gemaakt. En het bewustzijn over gebrek aan waardering daarvoor moet worden vergroot. Dat zal meer vrouwen ertoe inspireren economisch zelfstandig te worden en meer betaald werk te doen. Anno 2022 is in Nederland nog steeds maar een magere 53 procent van alle vrouwen economisch zelfstandig. Dat komt doordat ze ofwel te weinig tijd over hebben om (meer) betaald werk te doen, ofwel de relatie met hun partner nog niet goed hebben geregeld. Dat wil zeggen geen goed samenlevingscontract, geregistreerd partner- of huwelijkscontract hebben gesloten waarin de financiële en maatschappelijke achterstand van de partner die het onbetaalde zorgwerk doet, wordt gecompenseerd tijdens en ook na het eindigen van de relatie.


Lees ook de column van Marieke Stellinga: Helpt een voltijdbonus?

Maar het verlenen van zorg voor naasten zal onherroepelijk ook een grotere plek in het leven van mannen krijgen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid verwacht dat in 2040 één op de vier mensen in de zorg zou moeten werken om de vraag dan aan te kunnen. Dat zal erop neerkomen dat er nog meer zorgtaken naar privé gaan. Wie goed kan zorgen heeft dus de toekomst, en onbetaald zorgen ís een ieders toekomst.

Het is dus zaak om de omvang van dit onbetaalde werk volledig in beeld te krijgen, en daarmee het belang ervan te openbaren, de waardering ervan te verhogen en tot een evenwichtiger verdeling ervan te komen. Daartoe kan van alles worden gedaan door de politiek, werkgevers en de burgers zelf.

Werkelijk betaalbaar

De overheid moet de totale zorg voor het huishouden, kinderen, familieleden en de gemeenschap systematisch kwantificeren in zoiets als een Bruto Nationaal Gemeenschapszorg Product, zodat ze haar economische beleid ook daar op kan afstemmen. Kinderopvang in brede scholen moet niet alleen voor iedereen beschikbaar, maar ook werkelijk betaalbaar worden. Betaald werk moet veel meer gaan lonen, zodat je niet steeds meer uren hoeft te werken om rond te komen, en er meer uren voor onbetaalde zorg overblijven.

Werkgevers kunnen flexibeler zijn in hun werktijden en werklocaties, vrouwen en mannen niet straffen voor hun verloven door ze promoties en salarisverhogingen te onthouden, en in de werving de ervaring van het ouderschap ook voor vrouwen als een plus gaan rekenen, onder meer vanwege de daarmee opgedane, nu zeer gewilde ‘zachte’ competenties als probleemoplossend vermogen, flexibiliteit, creativiteit, emotionele intelligentie, aandacht voor detail en verantwoordelijkheid.

Maar ook wij die betaalde arbeid doen moeten ons onbetaalde werk meer waarde toekennen: door het bijhouden van onze uren en het op basis daarvan beter verdelen van de taken thuis. Door visitekaartjes te geven met onze onbetaalde zorgfuncties, en de daarmee opgedane competenties en vaardigheden op onze cv’s te zetten. En door te stoppen met het bezigen van begrippen als ‘thuisblijven’, ‘werkende moeder’, ‘papadag’, ‘deeltijdprinses’, ‘gat in je cv’ en ‘fulltimer’ louter voor mensen die betaald werk doen.

Nu betaalde arbeid voor velen toch niet de bron van alle zingeving blijkt, kunnen zij gelukkig nog altijd ‘het verschil maken’ met het opvoeden van de volgende generatie, het koesteren van degenen die jou hebben voortgebracht en het in stand houden van het sociale weefsel van de maatschappij.