Nederlandse wensouders halen hun bevruchte eicellen uit Portugal

Coimbra is een universiteitsstadje in het midden van Portugal, tussen Lissabon en Porto, met als een van de belangrijkste toeristische trekpleisters de ruïnes van een omvangrijk klooster. Het is er al zonnig als in Nederland het lenteweer ver weg lijkt. Eind februari bestuderen Liza en haar partner Erik daar, op terrasjes, belangrijke papieren: achtergrondinformatie van mogelijke eiceldonatrices. „Een bizarre situatie”, zegt Liza aan de telefoon. Het stel leest onder meer over uiterlijke kenmerken, opleidingen, redenen om te doneren.

Bij Nederlandse wensouders is Coimbra vooral bekend om fertiliteitskliniek Ferticentro, een instelling met een uitgebreid bestand aan eiceldonatrices. Hier gaan veel Nederlandse vrouwen heen die zelf niet over eicellen beschikken, om zwanger te worden van een kind dat genetisch niet van henzelf is. Erik: „De reis was vrolijk en zwaarmoedig tegelijkertijd.” Liza: „We hadden een missie.”

Congratulations”, zegt een Portugese kliniekmedewerker op een donderdag in maart aan de telefoon. Het is gelukt om zeven embryo’s op te kweken met Eriks zaad en de eicellen van een donatrice. „Ik moest lachen en huilen tegelijk”, zegt Liza. Binnenkort komen de embryo’s met het vliegtuig naar Nederland.

Als haar baarmoederslijmvlies met behulp van medicatie voldoende is opgebouwd, hoeft Liza níét naar Portugal. Ze mag naar Fertiliteitskliniek Twente (FKT) in Hengelo, waar de eerste embryo bij haar wordt geplaatst. Liza is een van de eerste vrouwen bij wie dat via deze constructie gebeurt. Afgelopen zomer ging FKT een samenwerking aan met het Portugese Ferticentro. De kliniek in Twente mag in Portugal gekweekte embryo’s naar Nederland halen. Eén bezoekje van wensouders aan Portugal is genoeg, voor papierwerk en een zaaddonatie. Voor wensouders is het zo makkelijker om een donor te vinden. Maar waarom worden er geen Nederlandse eicellen gebruikt?

Vervroegd in de overgang

Liza was 28 toen haar gynaecoloog vertelde hoe het ervoor stond: „Iedere vrouw heeft een trein met eitjes en in de loop van haar leven verliest ze die eitjes langzamerhand. Jouw trein is helemaal leeg.” Liza was vervroegd in de overgang geraakt; dat merkte ze toen ze niet meer ongesteld werd en opvliegers kreeg. Met Erik was ze twee jaar samen. Het stel leed een onbezonnen leven. Kinderen waren steeds vaker onderwerp van gesprek, maar nog niet heel serieus. „Onze toekomst stopte voordat die goed en wel was begonnen – zo voelde het”, zegt Liza. De enige optie, zei de gynaecoloog, was eiceldonatie.

Liza is niet alleen. Een op de duizend vrouwen komt te vroeg in de overgang – nog voordat ze veertig wordt. Ook vanwege andere aandoeningen of door hun leeftijd kunnen vrouwen afhankelijk worden van eiceldonatie. In theorie kunnen die vrouwen tot en met hun negenenveertigste terecht bij Nederlandse eicelbanken.

In 2012 richtten Amsterdam UMC, UMC Utrecht en de zelfstandige kliniek Medisch Centrum Kinderwens drie Nederlandse eicelbanken op. En sindsdien overstijgt de vraag naar eicellen het aanbod ruimschoots. Het UMC Utrecht en Medisch Centrum Kinderwens werken niet eens meer met wachtlijsten. „Als er genoeg eicellen op voorraad zijn, gaat onze wachtlijst heel kort open voor een beperkt aantal vrouwen, bijvoorbeeld tien”, zegt Nicole Beckers, fertiliteitsarts in Medisch Centrum Kinderwens. „Dit lukt meestal één of twee keer per jaar.”

Liza en Erik maakten, kortom, geen schijn van kans op een Nederlandse eicel, wisten ze. Ze vroegen nog rond bij bekenden. Liza: „Ik heb even aan mijn zus gedacht, maar zij is jonger dan ik en heeft zelf nog geen kinderen.”

De meeste mensen die voor anonieme donatie uit Spanje kiezen, vertellen dat niet aan hun kinderenAnneke JanssenStichting Kinderwens Buitenland

Door de donortekorten zoeken veel Nederlandse wensouders hun toevlucht bij klinieken in bijvoorbeeld België, Spanje, Portugal of Finland. Daar zijn korte of zelfs geen wachtlijsten. Hoeveel mensen dit precies doen, wordt niet bijgehouden. Volgens de recentste cijfers werden in 2022 27 zwangerschappen door eiceldonaties geregistreerd – zwangerschappen door buitenlandse behandelingen worden niet bijgehouden.

„Ik heb sinds kort iemand in dienst, omdat ik de vraag niet meer aankan”, zegt Anneke Janssen. Zij begeleidt met haar bedrijf Kinderwens Buitenland wensouders in hun zoektocht naar ivf-behandelingen en zaad- en eiceldonaties in het buitenland. Zo’n tien jaar geleden werkte ze bij een Nederlandse ivf-kliniek. „Daar kregen we heel veel vragen over behandelingen in het buitenland, maar de kennis ontbrak.” En soms mochten artsen niet doorverwijzen. Zo zijn anonieme zaad- en eiceldonatie verboden in Nederland, terwijl dit in Spanje wel mag.

Buitenlandse klinieken googelen

„Mensen die waren aangewezen op eiceldonatie gingen zelf maar buitenlandse klinieken googelen”, zegt Janssen. „Ze kwamen plekken tegen waar ik ze niet naartoe zou sturen. Ooit stond ik voor een Tsjechische kliniek met een prachtige website, maar het was net een spookhuis.”

Volgens Janssen werd Portugal snel een populaire leverancier van eicellen aan Nederlandse wensouders, nadat hier in 2018 anonieme donatie werd verboden. De Portugese kliniek Ferticentro heeft een Nederlandse website, Janssen fungeert sinds 2019 als Nederlands contactpersoon voor de patiënten. „Toen ik in 2020 de kliniek bezocht, zag ik daar héél veel Nederlanders die het vliegtuig hadden genomen, puur voor wat formulieren.” Janssen opperde een samenwerking met FKT.

Toen in de zomer van 2023 de eerste embryo’s naar Nederland werden gevlogen en de media daar aandacht aan besteedden, werd Janssen naar eigen zeggen overspoeld met aanvragen. „Ik moest mijn telefoon uitzetten.”

In Portugal is doneren iets om trots op te zijn. Op sociale media delen vrouwen gewoon hun donorervaringenVladimiro Silvadirecteur van het Portugese Ferticentro

Een van die telefoontjes kwam van Liza en Erik, die net als veel anderen zo’n 10.000 euro aan het hele traject zullen gaan besteden – ongeacht de uitkomst. Waarschijnlijk krijgen ze ongeveer een kwart vergoed door hun verzekeraar.

„Onze kliniek bestaat 22 jaar en vanaf het begin hebben we Nederlandse patiënten gehad”, zegt Vladimiro Silva, de Portugese directeur van Ferticentro. Zo’n 10 procent van alle patiënten bij Ferticentro is Nederlands, zegt hij. De kliniek stuurde voor de Nederlandse samenwerking al embryo’s naar onder meer Australië, Frankrijk, Ierland en Zwitserland. „Dat ging best makkelijk”, zegt Silva. „Het was altijd een kwestie van papierwerk invullen, en de volgende dag kunnen de embryo’s worden gestuurd.”

‘Passende zorg’

Aan de samenwerking met Hengelo daarentegen, gingen jaren aan gesprekken vooraf, zegt Silva. Dat komt vooral omdat Fertiliteitskliniek Twente precies wilde uitzoeken of Ferticentro wel aan alle Nederlandse eisen voldeed, zegt FKT-directeur Jacqueline Neve in haar kantoor in Twente, in een gebouw op een bedrijventerrein. Neve vindt de samenwerking onderdeel van „passende zorg”. Ze wist dat veel Nederlandse vrouwen hun heil zochten in het buitenland en vroeg zich af of er voor hen „een simpelere oplossing” te verzinnen was.


Lees ook
Iedereen weet wie mijn donorvader is, behalve ik’

Maria (20)

Een nog simpelere oplossing zou een Nederlandse eicelbank met voldoende donoren zijn, maar die komt maar niet van de grond. Bestaande eicelbanken vinden werven „moreel” lastig of weten te weinig van wervingscampagnes. Dat weinig eiceldonatrices zich spontaan melden, verbaast fertiliteitsarts Nicole Beckers niet. „Een donatrice moet een halve ivf-behandeling ondergaan, een pittig traject.” Ze injecteert twee weken lang hormonen. Daarna ondergaat ze een, ondanks pijnstilling, soms ongemakkelijke eicelpunctie. Een donatrice krijgt hier in Nederland een onkostenvergoeding van 680 euro voor.

Hoe kan het dat de Portugese vrouwen dat „pittige traject” wel willen doorlopen? Directeur Silva denkt dat de cultuur een rol speelt. „Doneren is hier iets om trots op te zijn”, zegt hij. „Vrouwen delen hun donorervaringen gewoon op sociale media.”

Dat ziet ook Annemiek Nap, hoogleraar gynaecologie en voorzitter van de pijler voortplantingsgeneeskunde van de beroepsvereniging voor gynaecologen (NVOG). „In Nederland is eiceldonatie beladen”, zegt ze. In Portugal is de vergoeding ongeveer 900 euro. „Het kan ook dat dat een rol speelt, omdat de levensstandaard daar lager ligt.”

Donor zonder kinderwens

In 2003 schreef de NVOG in hun ‘modelreglement embryowet’ dat een Nederlandse eiceldonor een voltooid gezin móét hebben. Dat voorschrift is losgelaten in 2018. Nap: „Maar we raden nog steeds aan dat een donor een kind heeft, of geen kinderwens.” Bij het UMC Utrecht komen vrouwen jonger dan dertig jaar helemaal niet in aanmerking als eiceldonor. Nap: „Het is heel zuur als je een eicel doneert en je daarna zelf geen kinderen kunt krijgen, door bijvoorbeeld een onvruchtbare man. Daarnaast is er minder dan 1 procent kans dat je door de procedure een infectie krijgt en onvruchtbaar wordt.”

In Portugal is een voltooid gezin geen regel. „Misschien zouden we in Nederland meer in het belang van de wensouder en niet de donor kunnen denken”, zegt Nap. „Maar dat voelt niet goed, de donor heeft niks te winnen en wel wat te verliezen.”

De drieduizend geregistreerde donoren bij Ferticentro zijn gemiddeld 25 jaar. De overgrote meerderheid werft de kliniek aan de universiteit; Coimbra telt zo’n 25.000 studenten. In de Portugese kliniek wordt aan het werven – in tegenstelling tot in Nederland – veel tijd en menskracht besteed. De privékliniek kan bovendien een gespecialiseerd team bekostigen dat zich enkel met donoren bezighoudt, en donoren kunnen buiten werktijden bij de kliniek terecht.

In Nederland zijn er drie eicelbanken en is het niet mogelijk er zomaar eentje te beginnen. „Om een eicelbank in te richten heb je ivf-laboratorium nodig en hoeveel er daarvan in Nederland mogen zijn, is gereguleerd”, zegt Nap. „In Portugal is dat niet vastgelegd.” Nap denkt dat het zou helpen als Nederlandse donorbanken door de overheid worden gecompenseerd voor de kosten die tijdens het screenen van donoren worden gemaakt. „Een eicelbank investeert in potentiële donoren door hen te onderzoeken, maar er vallen er veel af.”


Lees ook
Nog steeds weten veel kinderen niet wie hun vader is

Nog steeds weten veel kinderen niet wie hun vader is

„Ik begrijp goed dat patiënten vanwege het donortekort oplossingen elders zoeken”, zegt Nap. „Maar voor de kinderen zal het later vanwege de afstand of taal praktisch moeilijker worden om hun donormoeder te leren kennen.” Er zijn ouders die júíst daarom voor donatie uit het buitenland kiezen. „De meeste mensen die voor Spanje kiezen, waar je anoniem kan donoren, vertellen het niet aan hun kinderen”, zegt Janssen van Stichting Kinderwens Buitenland.

Rechten van vrouwen en kinderen

„Wij hebben bedenkingen bij eiceldonatie uit het buitenland”, zegt Sandra van Loon van Fiom, expertisecentrum op het gebied van ongewenste zwangerschap, verwantschapsvragen en adoptie. „Er is een markt ontstaan van vraag en aanbod. Eiceldonatie uit het buitenland lijkt misschien een oplossing, maar wij maken ons zorgen om de rechten van deze vrouwen en de kinderen die geboren worden.”

Eiceldonatie uit het buitenland lijkt een oplossing, maar we maken ons zorgen om de rechten van de vrouwen en kinderenSandra van LoonFiom

Van kinderen verwekt met mannelijk donorzaad is bekend dat ze op volwassen leeftijd kunnen kampen met complexe familieverhoudingen, omdat hun donor bijvoorbeeld geen contact met ze wil. Volgens de Nederlandse wet heeft een donorkind op zijn of haar zestiende recht op de persoonsgegevens van de donor. In Portugal is dat achttien jaar. Omdat eiceldonatie via eicelbanken nog maar kort gebeurt – het eerste Nederlandse kind werd in 2015 geboren, is niet bekend welke effecten dit op het kind kan hebben.

Het is een goede zaak dat anoniem doneren ook in Portugal verboden is, en dat vrouwen er maximaal vier keer hun eicellen mogen delen, vindt Fiom. „Maar bij grensoverschrijdende behandelingen kan je niet altijd controleren of de aangeleverde informatie klopt.” Hoogleraar Nap heeft de indruk dat FKT goed onderzoek deed naar Ferticentro: „Dit is een goede gereguleerde manier, maar ik had liever gehad dat we het in Nederland goed kunnen regelen.”

Van Loon zat in een werkgroep over nationaal georganiseerde donorwerving, maar de gesprekken zijn gestopt. Nap zegt dat gesprekken binnen de NVOG over Nederlandse oplossingen nog lopen. „Ik hoop dat we buitenlandse donatie als tussenoplossing kunnen zien.”

Liza en Erik hebben veel nagedacht over de eiceldonatie. Voor hen is er geen andere optie om het gezin te krijgen waarnaar ze verlangen. „We zullen eerlijk zijn tegen ons kind”, zegt Erik, „en we denken dat het minder belangrijk is van wie het genetisch materiaal komt. We vertrouwen op nurture, op onze opvoeding.”


Lees ook
‘Ik vind het fascinerend, dat minimalisme van de zaadcel’

Bioloog Tzviya Zeev-Ben-Mordehai: „We vinden zoveel nieuwe dingen waar we niet eens naar op zoek waren”.