Nederland staat stil in zijn ontwikkeling richting gendergelijkheid. Dat blijkt uit de woensdag verschenen Global Gender Gap Index van het World Economic Forum (WEF). Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam, die de Nederlandse cijfers van de index nader bekeken, stellen vast dat het emancipatiebeleid in Nederland al drie jaar stilstaat en dat daardoor de kloof tussen vrouwen en mannen niet verder is geslonken.
Het jaarlijkse WEF-rapport biedt een tussenstand over het verloop van vrouwenemancipatie in 146 verschillende landen, waarbij economische participatie, politieke invloed, gezondheidszorg, levensverwachting en toegang tot onderwijs als indicatie dienen. Voor het derde jaar op rij gaan 27 landen Nederland voor op die ranglijst. De ontwikkeling van vrouwenemancipatie in Nederland liep afgelopen jaar iets terug in vergelijking met het jaar daarvoor, waardoor volgens de index nu 77,5 procent van de genderkloof in Nederland is gecorrigeerd.
Lees ook
De loonkloof groeit weer. Mannen lijken meer te profiteren van de hoge inflatie
Op wereldschaal ligt dat voortgangspercentage op 68,5 procent, aldus de onderzoekers. Gezien de geringe verbetering van afgelopen jaar zou het volgens het WEF nog zeker tot het jaar 2158 duren alvorens gesproken kan worden van gelijkheid tussen man en vrouw. Met name Scandinavische landen leiden de index, maar ook Duitsland, Spanje, Namibië, Nicaragua en Ierland behoren tot de tien best scorende landen. IJsland voert de lijst aan.
Nederlandse loonkloof
Op vlak van economische participatie en kansen voor vrouwen belandt Nederland dit jaar in de middenmoot en moet daarbij 73 landen voor laten. Nederlandse vrouwen krijgen nog steeds niet hetzelfde betaald als mannen voor hetzelfde werk. Op de ranglijst voor verloning voor soortgelijk werk staat Nederland pas op plek 65. Volgens de UvA-onderzoekers zou de genderloonkloof in Nederland met name voortkomen uit de onevenredige vertegenwoordiging van vrouwen in bepaalde sectoren.
De index stelde ook vast dat ruim de helft — 56 procent — van de doorgelichte landen gelijke beloning in wetten voorschrijven. Toch zou maar een op de vijf landen over transparante regelgeving beschikken om die bij de bedrijfswereld af te dwingen. Opvallend is hoe meer dan de helft van de doorgelichte landen het beter doen dan Nederland wat betreft vrouwelijke posities onder wetgevers, hoge ambtenaren en managers. Op vlak van onderwijsparticipatie — waar wereldwijd de kloof het kleinst is — staat Nederland wel helemaal bovenaan de lijst.