De Nederlandse marine heeft dit weekend zes Russische schepen gevolgd door het Nederlandse gedeelte van de Noordzee, meldt het ministerie van Defensie zondagochtend in een persbericht. De schepen passeerden de zogeheten Nederlandse Exclusieve Zone (EEZ), meldt Defensie.
Het gaat om drie marineschepen, een olietanker en twee transportschepen. Volgens Defensie, die de Russische schepen volgde met een marineschip en helikopter, waren de schepen van de Middellandse Zee op weg naar een Russische haven.
Uitzonderlijk is dit niet: binnen de EEZ geldt het internationaal afgesproken recht dat (Russische) schepen hier door mogen varen en dit gebeurt dus ook vaker. Toch besloot Defensie om de vaartuigen uit „waakzaamheid” te schaduwen. Zo kan er bij „verdachte handelingen of verstoringen” ingegrepen worden.
Kritieke infrastructuur
Defensie wil met het schaduwen „kritieke infrastructuur” beschermen, aldus het persbericht. „Onze bodem ligt helemaal vol met kabels, gas, internet, en meer”, zegt de commandant op het marineschip tegen Nieuwsuur, dat aanwezig was op het schip. „Daar kun je als kwaadwillende van alles mee doen. En het is mede onze taak om te voorkomen dat iemand het in zijn hoofd haalt om daar iets mee te gaan doen.”
Sinds de oorlog in Oekraïne heeft Rusland meermaals leidingen en kabels in onder meer de Oostzee gesaboteerd. Ook een Nederlandse zeekabel was in 2023 doelwit van een Russisch spionageschip, onthulde NRC januari dit jaar.
Het schaduwen van schepen van landen die geen lid zijn van de NAVO behoort tot een van de vaste en formele taken van de Nederlandse marine en maakt onderdeel uit van de grotere rol die Defensie sinds juli 2023 speelt bij het beschermen van de Noordzee. Eerder schaduwde Defensie bijvoorbeeld het Russische schip Admiraal Vladimirsky – officieel een onderzoeksschip, maar regelmatig in verband gebracht met spionage.
Lees ook
Nederlandse zeekabel doelwit van Russisch spionageschip dat eerder sabotage pleegde in de Oostzee
De bioloog staat tijdens laag water aan de Oosterschelde, tilt een steen op die daar ooit is neergelegd om de oever te versterken en toont de tientallen diersoorten die eraan kleven of domweg wachten tot het weer hoog water wordt. „Dit is een groene zeedonderpad”, zegt Brendan Oonk. Hij pakt het dier op. Prachtige kleuren. Even verderop een ruigkrabje. „Die heet zo omdat hij stoppelige haartjes heeft op zijn schaarpuntjes.”
Oonk is medewerker van Anemoon, een stichting die zich inzet voor de bescherming en het behoud van mariene flora en fauna in Nederland. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakte woensdag bekend dat, op basis van honderdduizenden waarnemingen van met name duikers van Anemoon, het met de flora en fauna in de Oosterschelde niet goed gaat. „De populaties van 37 kenmerkende soorten vissen en bodemdieren van de Oosterschelde zijn sinds 1994 gemiddeld met 28 procent achteruitgegaan”, schrijft het CBS.
Van een „opvallend aantal diersoorten” in het Nationaal Park Oosterschelde is de populatieomvang „veranderd”, schrijft Anemoon in een toelichting. „Sommige soorten vertonen een toename, maar vooral vissen nemen af en ook bij andere soortgroepen is een afname zichtbaar. Bij de afname kunnen meerdere factoren een rol spelen, waaronder klimaatverandering, toename van exoten, de schelpdierteelt en veranderingen in de hoeveelheid en samenstelling van het plankton. Ook het gebruik van staalslakken wordt genoemd. Zekerheden over oorzaken zijn er nog niet. Duidelijk is wel dat er het een en ander aan de hand is in onze unieke Oosterschelde.”
Penneschaft, een soort hydroïdpoliep, in de Oosterschelde. Met veel hydroïdpoliepen, waaronder de gorgelpijp en haringgraat, gaat het niet goed. Foto Marion Haarsma
Geleiwier en knotszakpijp
De groene zeedonderpad in de groene handschoenen van bioloog Oonk behoort niet tot de „kenmerkende soorten” in de Oosterschelde die een sterk dalende trend vertonen. Maar een fantastisch leven heeft de soort niet. Oonk: „Het gaat nog niet zo slecht als met de gewone zeedonderpad, maar het lijkt die trend wel achterna te gaan.” Oonk wandelt op de duikersplaats bij Wemeldinge op Zuid-Beveland, glibberend over de basaltblokken, met uitzicht op de Oosterscheldekering, waar het zeewater nog steeds heen en weer stroomt – anders dan bij veel andere dammen en keringen van de Deltawerken. Met de vissen in de Oosterschelde gaat het slecht: „Alle platvis zoals schol, bot en tong.” Meermaals noemt hij de zeenaaktslakken. „Elke soort die we tellen kent een neerwaartse trend, met in totaal 70 procent. Dat is heftig.” Bij iedere stap toont Oonk weer nieuwe soorten. Vlak geleiwier: „Een exoot.” Een Japanse knotszakpijp: „Eigenlijk niet meer dan buisje met twee openingen, door de ene opening stroomt water naar binnen en door de andere weer naar buiten.”
De mensheid heeft al vaker maatregelen genomen die later verkeerd uitpakten
De driekantige kalkkokerworm: „Daar zijn er nu heel veel van. En die halen ook veel voedsel uit het water, zoals plankton en algjes. Daardoor is er misschien minder eten over voor andere soorten.” Nader onderzoek is nodig. De gewone broodspons: „Die zien we aanzienlijk minder dan vroeger.” Een blaasjeskrab: „Een prachtig beestje, met een vliezig bolletje tussen de scharen. Misschien werkt die blaas positief bij de seksuele selectie, want alleen mannetjes hebben er een. Maar verder knetteronhandig om zo’n ding tussen je scharen te hebben zitten. Het is een Aziatische soort die zich hier heel goed heeft gevestigd. Mogelijk ten koste van de strandkrab.” Een klein wild mosseltje: „Er komen steeds minder mosselen en kreeften voor in de Oosterschelde.” De kreeftensterfte zou iets te maken kunnen hebben met het storten van staalslakken ter versterking van de dijken door Rijkswaterstaat, maar zeker is dat niet. Oonk: „Dat er giftige metalen uit stromen is zeker, maar de invloed daarvan is niet bewezen. Wel sterft het leven op de plaatsen waar de staalslakken worden gestort, daar is ook veel leefgebied door verloren gegaan.”
Over de oorzaken van de ecologische teruggang wil Anemoon niet te veel speculeren. Is het de visserij? „Daar zou je het over kunnen hebben”, zegt Oonk voorzichtig. Klimaatverandering? „Er zijn zeker soorten naar het noorden vertrokken.” Hoe dan ook zou het prettig zijn maatregelen te nemen om deze beschermde natuur te behouden. Toch?
Oonk: „Tja, ik kan wel zeggen dat als we minder mosselen kweken, er meer eten voor de andere dieren overblijft. Of dat als er geen bodemberoerende visserij meer zou zijn, dit het leven op de bodem ten goede zou komen. Of dat als we geen staalslakken meer zouden gebruiken, de kans op meer leven groter zou zijn. Maar zeker is dat allemaal niet. De mensheid heeft al vaker maatregelen genomen die later verkeerd uitpakten. Bovendien hebben mensen óók belangen, dat besef ik maar al te goed. Ik kan toch moeilijk zeggen: gooi de boel maar op slot, hier mag niemand meer komen?”
ASR heeft sinds december, toen de verzekeraar aankondigde haar beleggingsbeleid open te stellen voor defensiebedrijven, tussen de 50 en 100 miljoen euro geïnvesteerd in de Nederlandse defensie-industrie. Dat vertelde bestuursvoorzitter Jos Baeten deze woensdag in een toelichting aan NRC op de die dag gepubliceerde jaarcijfers. Welke bedrijven financiering kregen van ASR, mag Baeten volgens gemaakte afspraken niet zeggen.
Voor de Nederlandse verzekeraar, die al jaren goed – en vaak als ‘beste’ – scoort op het gebied van verantwoord beleggen, was de aankondiging van het nieuwe beleggingsbeleid verrassend te noemen. ASR had sinds 2007 bedrijven gelieerd aan de productie van wapens juist uitgesloten in haar beleggingsstrategie.
De verzekeraar besloot in december een uitzondering te maken voor Nederlandse defensiebedrijven of -activiteiten. Dat gebeurde na een oproep van de Nederlandse regering aan grote beleggers om met investeringen de Europese defensie-industrie te versterken. Baeten deze woensdag: „Wij staan als verzekeraar midden in de samenleving. En als die dan bedreigd wordt, nadat we tachtig jaar vrede hebben gehad, kunnen we onze ogen daar niet voor sluiten.”
ASR heeft amper negatieve reacties gekregen op de beslissing. „Onze zorg was dat met name van klanten er kritiek zou komen. Maar eigenlijk is meer het omgekeerde gebeurd.”
Geen clusterbommen
Aan de investeringen zijn wel voorwaarden verbonden. ASR wil nog steeds niet geassocieerd worden met handwapens en clusterbommen bijvoorbeeld. Verder moet de activiteit waarin wordt geïnvesteerd in Nederland plaatsvinden. „De achtergrond daarvan is dat als je strenge criteria hanteert waarbinnen je wilt investeren, je die ook moet kunnen toetsen. Bij buitenlandse partijen is dat al een stuk lastiger. Want dan moeten we wel een goede borging hebben van onze criteria. Je moet een inschatting maken van de partijen: aan wie leveren ze? Is er een vergunningstelsel van de lokale overheid voor de verkoop van defensiematerieel?”
Mogelijk komt hier in de toekomst een oplossing voor, als bijvoorbeeld Nederlandse (of Europese) overheden ‘defensieobligaties’ uitbrengen, waar grote beleggers in kunnen beleggen. Het Verbond van Verzekeraars, waar Baeten voorzitter van is, is hierover in gesprek met het ministerie van Defensie.
Baeten is op andere gebieden niet erg te spreken over de Nederlandse politiek. Zo wees het vorige kabinet een plan af van de Nederlandse verzekeraars om waterschade door grote overstromingen verzekerd te krijgen via een garantstelling van de overheid. „Ik heb nog altijd niet begrepen waarom. Terwijl: in potentie kan een overstroming in Nederland evenveel schade opleveren als de natuurbranden rond Los Angeles.”
Het wordt tijd dat EU-leiders opstaan en zeggen: we gaan nu echt voor de Europese Unie. Anders verkaboutert Europa
Op dit moment komt schade door overstroming van bijvoorbeeld de Rijn op de schouders terecht van de overheid. „We hadden een heel plan klaar om zo’n publieke-private samenwerking in te voeren. Maar in de Nederlandse politiek wordt op dit moment veel gepraat en intern geruzied, terwijl niet gebeurt wat er moet gebeuren. Waarschijnlijk moet zich eerst een enorme ramp voltrekken voordat iedereen in actie komt.”
Regeldruk
Behalve over de gevolgen van grote overstromingen maakt Baeten zich zorgen over de woningmarkt – ASR is een grote investeerder in huurwoningen – en de discussie over een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen, een potentiële groeimarkt voor ASR. „Daar was een goed plan voor, maar dan blijkt dat de uitvoeringsinstanties er niet klaar voor zijn. Het schiet allemaal niet op. We blijven maar in cirkels draaien. Ik kan me goed voorstellen dat burgers die wat verder afstaan van wat er in Den Haag gebeurt denken: het zal mijn tijd wel duren.”
Nog een zorg is de regeldruk voor verzekeraars. Volgens Baeten was ASR het afgelopen jaar 15 tot 20 miljoen euro kwijt aan duurzame verslaglegging. Onder de Europese CSRD-regels moeten beursgenoteerde bedrijven als ASR verslag doen over hun impact op mens, klimaat en milieu. „Dat geld had ik liever uitgegeven aan iets wat de wereld echt had verduurzaamd. En als ik dan ons concept-jaarverslag lees, dan staan er 120 pagina’s met gegevens in waarvan ik denk: wat kan een enigszins geïnteresseerde lezer hier nu uithalen?”
Baeten juicht het dan ook toe dat in Brussel wordt gekeken naar vereenvoudiging van de duurzame verslaggeving. „En nee, ik hoop niet dat daarmee het gas afgaat van onze Europese duurzaamheidsambitie. Maar wat wel minder mag, is hoe gedetailleerd en uitgebreid we hierover moeten rapporteren.” Baeten snapt dat het risico is dat bedrijven onder de regels proberen uit te komen. „Maar pak díe bedrijven dan aan. De nieuwe regels schieten nu hun doel voorbij.”
Lees ook
Dijkdoorbraak aan de Rijn? ‘Kwalijk’ dat zo’n ramp onverzekerbaar blijft, vindt verzekeringsadvocaat
Voor wat betreft de investeringen in defensiebedrijven en duurzaamheid kijkt Baeten sowieso nu naar Brussel, „gezien wat er geopolitiek gebeurt”. „Geen enkel Europees land gaat het zelfstandig redden tegenover China, Rusland of Amerika. Maar wij zitten nog steeds in een politiek speelveld waarin iedereen vooral naar zijn eigen landje kijkt. Het wordt tijd dat Europese leiders opstaan en zeggen: we gaan nu echt voor de Europese Unie. Anders verkaboutert Europa. En dat is niet in het belang van de Nederlandse en de Europese burger.”
Met vereende krachten proberen Arabische landen een alternatief plan voor de wederopbouw van de Gazastrook van de grond te krijgen, waarbij de Palestijnse bevolking in het eigen gebied kan blijven. Hiermee hopen ze het verrassende plan van president Trump van tafel te krijgen, die begin februari aankondigde de Gazastrook te willen overnemen en na verdrijving van de Palestijnen de ‘Rivièra van het Midden-Oosten’ te willen herscheppen.
Vooral Egypte, waar volgens Trump een deel van de Gazanen naar toe zou moeten, lobbyt hard voor zo’n alternatief Gaza-voorstel. Dit voorziet in de vorming van veilige gebieden, waar de Palestijnse burgers in tijdelijke behuizing zouden moeten afwachten tot bij Israëlische bombardementen verwoeste gebieden elders in de Gazastrook zijn opgebouwd. De wederopbouw zou in drie fasen moeten verlopen, gedurende een periode van maximaal vijf jaar.
Het belangrijkste element in het plan is dat de Palestijnen niet uit hun eigen gebied worden verjaagd. De Egyptische president Abdel Fattah al-Sisi hamerde hier woensdag ook op tijdens een bezoek aan Madrid. Hij riep de internationale gemeenschap op zijn initiatief te steunen „om de Gazastrook weer op te bouwen zonder de Palestijnen te verdrijven – ik herhaal, zonder de Palestijnen uit hun land te verdrijven”.
De Egyptische president Abdel Fattah al-Sisi woensdag tijdens een toespraak in Madrid, geflankeerd door de Spaanse minister van Economische Zaken Carlos Cuerpo en de Spaanse koningin Letizia. Foto Chema Moya / EPA
Sisi kreeg daarbij steun van zijn Spaanse gastheer, premier Pedro Sánchez. Eerder hadden ook Frankrijk en Duitsland al aangegeven zo’n initiatief te steunen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio kreeg woensdag bij een bezoek aan Abu Dhabi van de leider van de Verenigde Arabische Emiraten, Mohammed bin Zayed al-Nayan, eveneens te horen dat van verjaging van de Gazanen geen sprake kon zijn.
Geen bestuur van Hamas meer
Een ander kernpunt van het Arabische plan is dat Hamas de Gazastrook niet langer zou besturen. Ook voor de Palestijnse Autoriteit, die de Westelijke Jordaanoever op papier althans deels bestuurt, zou er in de Gazastrook geen plaats zijn. Wie er dan wel de lakens in de Gazastrook moet uitdelen, laten de plannenmakers in het midden. Maar op deze manier zou in elk geval tegemoet worden gekomen aan de wens van de Verenigde Staten en Israël dat Hamas niet langer de dienst mag uitmaken in de Gazastrook.
Hamas heeft laten doorschemeren dat de groep zou kunnen leven met een nationale Palestijnse regering in Gaza
Hamas liet zondag bij monde van woordvoerder Abdul Latif al-Qanou tegenover persbureau AP doorschemeren dat de groep zou kunnen leven met een nationale Palestijnse regering in Gaza, waarin het zelf geen zitting zou hebben, of zelfs met een regering van Palestijnse technocraten. Wat er met de duizenden overgebleven Hamasstrijders zou moeten gebeuren, bleef onduidelijk.
Donderdag zou een aantal leidende Arabische staten het plan nader bespreken in de Saoedische hoofdstad Riad, terwijl dit ook eind volgende week het voornaamste agendapunt vormt op een Arabische top in Caïro. Op beide bijeenkomsten zouden de betrokken landen proberen financiers voor de wederopbouw in eigen kring te vinden, waarbij de hoop vooral gericht is op rijke oliestaten als Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten.
Lees ook
Bestand Israël en Hamas in precair stadium, onderhandelingen over tweede fase zijn onzeker
Het Arabische plan maakt echter alleen kans als de huidige wapenstilstand in de Gazastrook tussen Israël en Hamas voortduurt. Het lot daarvan blijft ongewis. De eerste fase van het bestand loopt op 1 maart af. Eigenlijk hadden de onderhandelingen over de invulling van de tweede fase al begonnen moeten zijn, maar Israël heeft nog geen nieuwe delegatie naar Qatar gestuurd.
Jonge kinderen
Wel werd dinsdag bekend dat Hamas komende zaterdag niet drie gijzelaars zal vrijlaten maar zes. Daarnaast worden ook de stoffelijke overschotten van vier andere gijzelaars aan Israël gegeven. Onder die laatste bevinden zich naar wordt aangenomen een moeder, Shiri Bibas, en haar twee jonge kinderen, Kfir en Ariel. Velen in Israël leefden intens met hen mee na hun gijzeling, maar volgens Hamas werden ze al in november 2023 bij een Israëlisch bombardement gedood.
Een poster met een afbeelding van de Israëlische gijzelaar Shiri Bibas hangt woensdag bij een protestkamp van familieleden van gijzelaars, nabij de woning van premier Benjamin Netanyahu in Jeruzalem. Foto Abir Sultan / EPA
In ruil voor de snellere vrijlating zou Israël alle vrouwelijke gevangenen en jongens onder de negentien jaar, die sinds oktober 2024 zijn opgepakt, vrijlaten. Daarnaast zouden er meer graafmachines en andere zware apparatuur tot de Gazastrook worden toegelaten, voor de wederopbouw.
Volgens Egyptische functionarissen was Hamas pas bereid tot deze snellere ruil onder Egyptische druk. Egypte hoopt hiermee meer goodwill bij de Verenigde Staten te kweken voor het alternatieve plan. Volgens sommige bronnen zou president Trump hiermee ook kunnen leven.
Of het plan ook genade vindt in de ogen van de Israëlische regering en of die zelfs heil ziet in voortzetting van de wapenstilstand, blijft onzeker. Netanyahu’s extreemrechtse coalitiegenoot Bezalel Smotrich heeft herhaaldelijk gedreigd het kabinet ten val te brengen als de Gaza-oorlog na de eerste fase van het bestand niet zou worden hervat.
Familieleden en medestanders van Israëlische gijzelaars demonstreren maandag in Tel Aviv, om vijfhonderd dagen te markeren sinds de aanval van Hamas op Israël op 7 oktober 2023. Foto Shir Torem / Reuters