Nederlandse leerlingen ‘beduidend’ minder kennis over burgerschap en rechtsstaat dan buitenlandse scholieren

Nederlandse scholieren weten minder over democratie en burgerschap dan leeftijdsgenoten in vergelijkbare landen. Dat blijkt uit een internationaal onderzoek in 24 landen naar de kennis en opvattingen over deze onderwerpen onder leerlingen in de tweede klas van het voortgezet onderwijs.

„We hebben Nederland op twee manieren met andere landen vergeleken”, vertelt Anne Bert Dijkstra, de programmaleider voor Nederland, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. „Het meest interessant en relevant is de vergelijking met vier landen die veel op ons lijken. Dan heb je het over Denemarken, Zweden, Noorwegen en Noordrijn-Westfalen, want Duitsland doet mee op het niveau van de deelstaten. Deze landen lijken het meest op ons als je kijkt naar sociale, culturele en economische kenmerken.”

Vergeleken met leerlingen in die landen is de kennis van Nederlandse leerlingen over burgerschap en de democratische rechtsstaat „beduidend lager”. „Daarnaast hebben we Nederland ook vergeleken met het internationaal gemiddelde van alle 24 onderzochte landen”, zegt Dijkstra. „In dat opzicht wijkt de kennis in Nederland niet heel erg af.”

De onderzoekers nemen over het algemeen geen standpunt in over de resultaten van hun onderzoek. Op één punt kiezen ze „een wat andere lijn”, zegt Dijkstra. „We denken dat het goed is om te onderstrepen dat de uitkomsten geen verbetering laten zien sinds de vorige meting in 2016. Sterker nog, het kennisniveau is in zes jaar tijd verder afgenomen.”


Lees ook
In de brugklas al grote verschillen in democratische waarden

Jongeren in de Tweede Kamer tijdens het Nationaal Jeugddebat.

Aanscherping

In 2016 leidden de uitkomsten van het onderzoek tot zorg onder beleidsmakers en in de politiek. Dat was een van de redenen om in 2021 de burgerschapswet voor het onderwijs aan te scherpen. Dat moest het voor scholen, die al sinds 2006 verplicht aandacht geven aan burgerschap, duidelijker maken wat precies van ze werd verwacht. Voortaan moesten ze een heldere visie hebben op burgerschapsvorming én daar op doelgerichte wijze invulling aan geven in hun curriculum.

Nederlandse scholen doen relatief weinig aan burgerschap, blijkt uit het onderzoek. Aan leraren werd gevraagd hoeveel aandacht ze besteden aan verschillende perspectieven op politieke en maatschappelijke onderwerpen, en aan diversiteit en inclusie. Aan de leerlingen werd gevraagd hoeveel ze op school hadden geleerd over bijvoorbeeld de rechtsstaat, gelijke rechten en mensenrechten. In beide gevallen bleek dat in Nederland minder aandacht werd besteed aan deze onderwerpen.

minister Primair en Voortgezet Onderwijs (VVD)Mariëlle Paul Het onderzoek laat zien waar we staan en wat beter moet

Dijkstra vindt het te vroeg om nu al te concluderen dat de aanscherping van de burgerschapswet niet heeft geholpen, want het laatste onderzoek is gedaan in 2022. „Maar misschien is het wel goed om erover na te denken of er niet een tandje bij moet. Wat hebben scholen nodig om die burgerschapsopdracht goed in te vullen?”

Minister Mariëlle Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs, VVD) noemt het onderzoek „waardevol”. „Het laat zien waar we staan en wat beter moet. Daar werken we ook al aan.” Ze verwijst naar de nieuwe burgerschapswet uit 2021 en naar het Expertisepunt Burgerschap dat is opgericht om scholen op weg te helpen.