Nederlandse economie kromp licht in eerste kwartaal van dit jaar

De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van dit jaar gekrompen met 0,1 procent ten opzichte van het laatste kwartaal van 2023. Dat blijkt woensdagochtend uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Sinds de coronapandemie halverwege 2020 toen het bruto binnenlands product (bbp) tot een dieptepunt daalde, steeg het bbp tot 2023 vorig jaar vrijwel onafgebroken. Daarna daalde het in vier van de vijf kwartalen.

Als oorzaak noemt het statistiekbureau een daling van de export van goederen, die samenhangt met de krimp van de industrie. Ook daalden de investeringen in de bouw. Het CBS constateert wel dat de uitgaven van zowel huishoudens als de overheid zijn toegenomen in de eerste drie maanden van dit jaar. Burgers gaven, gecorrigeerd naar prijsveranderingen, meer uit aan kleding, schoenen en vliegvakanties. Ook aan vervoersmiddelen en machines werd meer besteed.

Vergeleken met de laatste drie maanden van 2023, toen de economie uit een recessie kwam, werd door sommige analisten gerekend op lichte economische groei. Nederland valt volgens het CBS „negatief op” in vergelijking tot bijvoorbeeld de Europese Unie, waarvan de economie in dezelfde periode met 0,3 procent groeide. Ook belangrijke handelspartners België, Frankrijk en Duitsland zagen het bbp toenemen.