
De Koninklijke Landmacht heeft plannen klaarliggen voor drie nieuwe gevechtsbataljons (in totaal 2.700 militairen). Dat bevestigt het ministerie van Defensie aan NRC. Bovendien blijkt uit een analyse van NRC dat als Nederland wil voldoen aan de nieuwe NAVO-normen, dat nóg meer gevechtseenheden moeten worden geformeerd.
De krijgsmacht moet groeien, zo kondigde staatssecretaris van Gijs Tuinman (Defensie, BBB) afgelopen maandag aan. Voor 2030 moet het aantal mensen stijgen van 76.000 tot 100.000 mannen en vrouwen – een toename van ruim 30 procent. En dat is pas het begin. Op termijn, zo schreef Tuinman aan de Tweede Kamer, moet Defensie kunnen opschalen tot een oorlogsorganisatie van „misschien wel 200.000 mensen”. Tuinman spreekt „van de grootste groeiopgave sinds de Koude Oorlog.”
De groei is een weerslag van nieuwe plannen voor de verdediging van NAVO-grondgebied tegen een mogelijke Russische aanval. Met het nieuwe NATO Force Model moeten daarvoor veel meer grondtroepen beschikbaar komen. De Duitse krant Die Welt schreef dit najaar dat de NAVO het aantal brigades wil uitbreiden van 82 tot 131 – zo’n 170.000 tot 250.000 extra militairen. Voor de luchtverdediging op land is de raming nóg verstrekkender: de huidige 293 eenheden moeten groeien tot maar liefst 1.467.
Zwaard
De Franse admiraal Pierre Vandier, een van de twee hoogste NAVO-commandanten, zei onlangs op een conferentie in Parijs dat het bondgenootschap leden vraagt over de hele breedte 30 procent meer te leveren voor defensie: denk aan schepen, tanks en artillerie.
De NAVO verdedigt zich met een ‘schild’ en een ‘zwaard’, met defensieve en offensieve middelen, zei Vandier. „Het schild en het zwaard zijn [nu] te klein.” Tevens moeten Europese bondgenoten investeren in capaciteiten die tot nu toe alleen de VS leveren, bijvoorbeeld grote transportvliegtuigen. Ook pleit Vandier voor investeren in drones en robotica.
Voor de verdediging van Europa is in 2023 een lijst van militaire benodigdheden opgesteld, de Minimum Capability Requirements. Die werden over de bondgenoten. „Nu wordt bediscussieerd wat per land nodig is”, zei secretaris-generaal Mark Rutte in december. „En dan zie je gewoon de gáten zitten.”
Vanwege de sterk toegenomen dreiging moet het zogeheten NAVO-Defensieplanningsproces worden afgerond vóór de NAVO-top in Den Haag van eind juni.
Materieel
Van Nederland vraagt de NAVO niet alleen extra capaciteit op het land, maar ook bijdragen aan luchtverdediging, satellietsurveillance, drones, cyberwarfare en strategisch transport. En Nederland moet voldoende mensen en materieel achter de hand hebben om gevechtshandelingen langere tijd vol te kunnen houden.
Afgelopen september kondigde het ministerie in een Defensienota al uitbreidingen aan. De landmacht krijgt weer een eigen tankbataljon, de luchtafweer wordt uitgebreid, de marine krijgt twee extra fregatten, de luchtmacht extra F-35’s. Alles in lijn met de nieuwe NAVO-eisen, zo laat het departement weten. Tegelijkertijd is duidelijk dat nog veel meer moet gebeuren.
De grootste problemen liggen bij de landmacht, die al jaren niet voldoet aan wat de NAVO vraagt. Volgens de (oude) plannen stelt Nederland drie brigades beschikbaar. Zowel de 43ste Gemechaniseerde Brigade uit Havelte als de 13e Lichte Brigade uit Oirschot tellen echter maar twee gevechtsbataljons en niet de vereiste vier.
In een evaluatie van de vórige planningsperiode (die begon in 2021), stelde het NAVO-hoofdkwartier in Brussel vast dat Nederland „op dit moment beperkingen kent in het vechten op land”. Versterking van de twee brigades is daarom een prioriteit. Op het hoofdkwartier van de landmacht in Utrecht ligt inmiddels – naast het geplande tankbataljon – dus een blauwdruk voor drie nieuwe infanteriebataljons, die incluis ondersteunende eenheden ieder zo’n negenhonderd militairen en ruim honderd voertuigen zullen tellen.
Volgens Martijn Maathuis, plaatsvervangend hoofd Strategie en Plannen, kan veel van het benodigde materieel in Nederland worden geproduceerd. „Bij Van Halteren Metaal in Bunschoten worden op dit moment onze infanteriegevechtsvoertuigen gemoderniseerd. Onze pantserwielvoertuigen komen van Rheinmetall Defence Nederland, in Ede.”
Volgens Maathuis kunnen de benodigde pantserwagens binnen vijf jaar na ondertekening van de contracten worden geleverd – evenals de al bestelde tanks. „Bij een opschalende defensie-industrie is dit soort levertijden reëel.” Als het kabinet dit jaar extra geld beschikbaar stelt, kunnen de bataljons vanaf 2030 gereed zijn.
NAVO wil troepenuitbreiding door lidstaten
Doelstellingen
Daarmee zouden de achterstanden worden ingelopen, maar met de versterkingen die de NAVO vraagt, is dan nog geen begin gemaakt. Ook Nederland, schreef minister Ruben Brekelmans (Defensie, VVD) afgelopen november in een Kamerbrief, heeft „substantieel meer doelstellingen” toebedeeld gekregen. Het ministerie wil niet ingaan op welke extra capaciteiten de NAVO vraagt. Wie de norm van NAVO-generaal Vandier (overal 30 procent bij) legt over de huidige landmacht van drie brigades, concludeert dat Nederland nóg een hele brigade (van 3.500 tot 5.000 militairen) zou moeten formeren.
Volgens oud-landmachtcommandant Mart de Kruif kan dat door terug te gaan naar het Koude-Oorlog-model. Tot de val van de Muur in 1989 beschikte Nederland over een groot bestand aan voormalige dienstplichtigen die in tijden van oorlog konden worden opgeroepen. Het materieel stond klaar in mobilisatiecomplexen. „Zoiets zouden we weer kunnen doen”, zegt De Kruif. „De NAVO vraagt niet alleen om snel inzetbare eenheden, maar ook om troepen die pas na enkele maanden gereed zijn.”
Volgens Tuinman is een ‘schaalbare’ krijgsmacht nodig die in een crisis kan verdubbelen tot zo’n 200.000 militairen
In de Kamerbrief van staatssecretaris Tuinman, worden de contouren van dit model zichtbaar. Volgens Tuinman is het nodig een „schaalbare” krijgsmacht te formeren die in tijden van crisis kan verdubbelen tot zo’n 200.000 mannen en vrouwen. Volgens Tuinman kan dat door het aantal reservisten (parttime militairen, alleen tijdens een crisis volledig inzetbaar) sterk op te hogen.
Dit jaar al wordt het ‘vrijwillige dienjaar’ uitgebreid tot 1.500 opleidingsplaatsen. Defensie wil ook toe naar een dienjaar-light waarin vrijwilligers een militaire basisopleiding van twee tot drie maanden krijgen. Deze reservisten kunnen functies in de achterhoede op zich nemen, terwijl gevechtseenheden, bijvoorbeeld in Litouwen, strijd leveren.
Aan de herinvoering van de dienstplicht wil Tuinman nog niet denken. Militaire analisten achten de plannen echter niet haalbaar zonder verplichte dienst. „Voor een krijgsmacht met zo’n omvang ontkom je daar niet aan”, zegt Dick Zandee van Instituut Clingendael.
Nederlandse landmacht kampt met achterstanden
Extra budget
Bovendien is er extra geld nodig – véél geld. De komende weken spreekt het kabinet in het kader van de Voorjaarsnota over extra budget voor defensie. In het afgelopen jaar voldeed Nederland voor het eerst aan de NAVO-norm, die voorschrijft om 2 procent van het bbp (22 miljard euro) aan de krijgsmacht uit te geven. Om te kunnen voldoen aan de nieuwe NAVO-normen moet dat bedrag in de komende jaren stap voor stap omhoog. NAVO-secretaris-genaal Rutte sprak eerder over een bedrag dat boven de 3 procent bbp zou uitkomen. Voor Nederland zou dat betekenen dat defensiebegroting met zo’n 10 miljard euro zou moeten groeien. Regeringspartijen PVV, NSC en BBB hebben zich tot nu negatief uitgelaten over plannen van de Europese Unie om de begrotingsnormen voor lidstaten te versoepelen voor defensieuitgaven. Dat zou betekenen dat er fors zal moeten worden bezuinigd.
En dat is het meest positieve scenario. De NAVO-plannen die nu worden uitgerold, zijn vastgesteld in de eerste helft van 2023, toen er nog geen twijfel over bestond dat de VS Europa onvoorwaardelijk zou steunen. President Trump vindt al jaren dat de Europeanen te weinig uitgeven aan hun defensie, vice-president JD Vance heeft een grote afkeer van Europa. Vooralsnog, zeggen bronnen in Brussel, gaat de NAVO ervan uit dat de VS een waardevolle partner blijven, maar dat Europa in hoog tempo conventionele taken moet overnemen.
Daarbij staat er veel op het spel. „Op basis van de huidige aangeboden eenheden door bondgenoten”, zo schreven Defensieambtenaren afgelopen zomer aan minister Brekelmans, blijft er een „groot risico” bestaan voor het uitvoeren van NAVO-plannen voor de verdediging van Europa en de afschrikking van Russische agressie. „Hoog risico betekent meer slachtoffers, zowel militair als civiel wanneer het aankomt op een conflict”, schreven de ambtenaren.
Het ministerie van Defensie laat weten dat landen zelf bepalen welke capaciteiten ze aanbieden aan de NAVO. „Het reduceren en mitigeren van de risico’s vormt een uitdaging en zal tijd, geld en volharding vragen van alle bondgenoten, ook van Nederland.”
