N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Islamitische Staat Bij een groot Duits politie-onderzoek naar een financieringsnetwerk van de Islamitische Staat is ook een Nederlands huis doorzocht. Een man uit Limburg zou als verdachte in beeld zijn.
Zeven gearresteerde verdachten zouden samen meer dan 65.000 euro naar de Islamitische Staat hebben gesluisd. Foto Getty
In een Duits politieonderzoek naar een financieringsnetwerk van de Islamitische Staat is ook een Nederlandse woning doorzocht, meldt het Duitse Openbaar Ministerie woensdag. Persbureau ANP schrijft dat het gaat om een woning in Limburg, en dat de bewoner ook als verdachte in beeld is. Duitse en Nederlandse autoriteiten konden dat woensdag nog niet tegenover NRC bevestigen.
Meer dan duizend agenten waren betrokken bij zoekacties op zeker 109 verschillende plekken, schrijft het Duitse OM. Zeven mensen zijn daarbij gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij een internationaal netwerk dat de activiteiten van terreurorganisatie IS ondersteunde.
De zeven verdachten zouden als tussenpersonen hebben gefungeerd. Ze verzamelden het geld dat twee andere IS-aanhangers via Telegram ophaalden en sluisden het door naar Syrië. Op die manier zou zeker 65.000 euro zijn opgehaald, waarvan een deel zou zijn gebruikt om IS-leden te helpen ontsnappen uit gevangenenkampen.
In Duitsland en Frankrijk hebben politie-instanties maandag preventieve maatregelen genomen om aanslagen te voorkomen. In Duisburg zijn veertien middelbare scholen uit voorzorg gesloten en in Parijs pakte de politie drie mannen op die iets te maken zouden hebben met de voorbereiding van een aanslag. Er is geen verband tussen de twee kwesties.
Middelbare scholieren uit Duisburg, in het westen van Duitsland, mogen maandag geen lessen volgen op locatie. Dat heeft een politiewoordvoerder zondagavond laten weten aan Duitse media. De leerlingen krijgen les vanuit huis.
Afgelopen vrijdag ontving het schoolbestuur van de Gesamtschule-Mitte een dreigbrief met rechts-extremistische teksten. De anonieme briefschrijver kondigde aan om op maandag strafbare feiten te plegen die de school zouden raken. Op zondag ontving de school een tweede brief, waarin ook dertien andere scholen werden bedreigd.
Na politieonderzoek werd vastgesteld dat de dreigbrief niet al te ernstig was, maar uit voorzorg is toch besloten om de schoolgebouwen voor leerlingen te sluiten. De politie probeert momenteel te achterhalen wie de briefschrijver is.
Op gymnasia in Duisburg vindt wel fysiek onderwijs plaats. „Lieve ouders, beslis zelf of u uw kind morgen thuis laat”, schrijft een gymnasium in een brief aan de ouders, die het Duitse persbureau DPA heeft ingezien.
Beraamde aanslag in Parijs
In Parijs zijn zondag twee mannen opgepakt die verdacht worden van het beramen van een aanslag. Een derde man wordt verdacht van het niet melden van een terroristisch misdrijf. Hij staat voorlopig onder gerechtelijk toezicht. Dat meldt de Franse antiterreureenheid Pnat.
Volgens het Franse RTL is de hoofdverdachte een 19-jarige man uit Duinkerken, die op internet zou beweren dat hij deel uitmaakt van een jihadistische organisatie. In zijn huis zou de politie een bomvest hebben aangetroffen.
Kan Donald Trump tegen de financiële markten op? Dat is de vraag die met de dag nijpender wordt. De regering-Trump nam afgelopen weekeinde niets terug van het voornemen om de Amerikaanse invoerheffingen zeer fors te verhogen – een maatregel die aanstaande woensdag zou moeten ingaan. De koersdalingen op Wall Street brengen het Witte Huis vooralsnog niet op andere gedachten. Maar die ongenaakbare houding kan veranderen als de onrust aanhoudt.
Na de forse verliezen op de beurzen van donderdag en vrijdag is het vandaag opnieuw een zwarte dag. In Azië daalden de koersen vannacht en vanmorgen al fors en vanmorgen nam Europa het estafettestokje over.
Voor een deel komt die reactie door de koersdalingen in de VS op vrijdagavond, waar Aziatische en Europese aandelen vanmorgen pas op konden reageren. Maar beleggers keken vooral vooruit, naar de opening van Wall Street vanmiddag om 15.30 uur. Amerikaanse aandelen zetten wereldwijd de toon: hun gezamenlijke marktwaarde is veel groter dan die van alle aandelen van de rest van de wereld bij elkaar. Er werd vanmorgen een opening van Wall Street voorzien van 3 tot 4 procent lager dan het slot van vrijdag.
Dat techaandelen nu kelderen hoeft niet erg te zijn
Dat techaandelen nu kelderen hoeft niet erg te zijn – behalve dan voor beleggers. De sector levert nu per saldo enkel de enorme koerswinst in die zij sinds een jaar of wat geleden maakte. Potentieel verontrustender is de koersdaling van de financiële sector. Dat was vanmorgen ook in Amsterdam te zien, waar banken en verzekeraars hard onderuitgingen.
Een verzwakkende financiële sector duidt vaak op een risico voor de economie. En dat doet de vraag rijzen of en wanneer de huidige onrust op de financiële markten ophoudt een puur financieel verschijnsel te zijn, en begint door te sijpelen naar de reële economie.
Dat kan via verschillende kanalen. Allereerst is er de door Trump ingezette handelsoorlog, die ten koste kan gaan van de economische groei, en tegelijkertijd de inflatie kan opjagen. Landen die de heffingen hebben ingesteld, zoals de VS, of landen die zelf heffingen als reactie hebben ingevoerd, zoals China, krijgen te maken met duurdere invoer en dus hogere prijzen.
Het probleem is dat centrale banken hier moeilijk een antwoord op kunnen formuleren. Een vertragende economie vraagt om een ruimer monetair beleid met lagere rentes, dat de centrale banken zouden kunnen doorvoeren. Maar tegelijkertijd vergt het risico op een hoge inflatie juist een verkrappend monetair beleid, met stijgende rentes.
Stagflatie
Het tegelijkertijd optreden van stagnatie en inflatie is de geschiedenis in gegaan als ‘stagflatie’ – een verschijnsel dat zich voordeed na de oliecrisis in de jaren zeventig. Beleidsmakers, geconfronteerd met deze tegenstelling, hadden hier toen lange tijd geen antwoord op. Toen de inflatie daardoor uit de hand liep, was er een draconisch beleid met zeer hoge rentes – en een zware recessie – voor nodig om rond 1980 het tij te keren.
Het tweede kanaal tussen de financiële sector en de reële economie is dat van vertrouwen en vermogen. Beleggers voelen zich rijker bij stijgende koersen, en geven een klein deel van hun papieren winst uit – dit is het zogenoemde ‘vermogenseffect’. Maar andersom gebeurt dat ook: dalende koersen kunnen leiden tot minder uitgaven, en zo ten koste gaan van de economische groei. Dat komt dan, zeker in het Amerikaanse geval, boven op de dreun die consumenten toch al krijgen door de hogere prijzen als gevolg van de invoerheffingen.
Het vertrouwen dat beleggers verliezen in de beurs kan virulente gevolgen hebben. Veel mensen zitten nu in zogenoemde exchange traded funds (ETF’s). Dat zijn voortdurend verhandelbare beleggingsfondsen die bijvoorbeeld een beursindex schaduwen, zoals de AEX. Dat doen ETF’s door in dit geval alle aandelen van de AEX, volgens de weging waarin ze in de index zitten, in portefeuille te hebben. Als een beleggers de ETF verkoopt, wat van de ene seconde op de andere kan, leidt dat dus meteen tot een verkoop van de onderliggende aandelen die in de EFT zitten. Met een extra neerwaartse druk op de koersen tot gevolg.
In dat geval kan een koersbeweging omlaag zichzelf gaan versterken. De nervositeit op de beurzen, gemeten als heftigheid waarmee de koersen bewegen (de ‘volatiliteit’), neemt toch al toe. De Amerikaanse VIX-index (de zogenoemde ‘angstindex’) steeg vanmorgen naar een waarde van 54. Dat is het hoogste sinds de beursonrust rond de Covid-pandemie in 2020.
Op zijn beurt is de volatiliteit weer een belangrijke factor bij opties en andere financiële derivaten waarmee beleggers koersrisico’s verzekeren (of juist aangaan). De prijs van zekerheid wordt door een stijgende volatiliteit juist hoger.
Banken, verzekeraars, vertrouwen, vermogensverlies en volatiliteit. Zoals deze zijn er nog meer mechanismen die de overstap van een beurscorrectie naar de échte economie bespoedigen. Om een mogelijke neerwaartse spiraal te voorkomen lijkt er op dit moment maar één remedie: het wegnemen van de oorzaak. En dat is het draconische heffingenbeleid van de regering-Trump.
Goldman Sachs verhoogde zijn inschatting op de kans voor een recessie in de VS in de komende maanden al van 35 procent naar 45 procent. Het wordt nu de vraag hoe omineus die economische dreiging moet worden, voordat het Witte Huis met de ogen knippert.
Nederlandse bedrijven in het Europese emissiehandelssyteem (EU-ETS) stootten vorig jaar zo’n 1,8 miljoen ton CO₂ meer uit dan in 2023, een stijging van 2,9 procent. Dat meldt de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) maandag in een persbericht.
Bedrijven die broeikasgassen (zoals koolstofdioxide) uitstoten en deelnemen aan het EU-ETS-systeem moeten rechten kopen om hun emissies af te betalen. In de komende jaren moet het aantal emissierechten afnemen, zodat Europa in 2050 klimaatneutraal kan worden. De uitstoot van alle Europese ETS-bedrijven samen is in 2024 wel gedaald ten opzichte van een jaar eerder, met 5 procent.
De afgelopen zeven jaar daalde de CO₂-uitstoot van Nederlandse ETS-bedrijven bijna elk jaar „fors”, aldus de NEa. Alleen in 2021 nam de instantie een lichte stijging waar.
Afvalverbrandingsinstallaties en zeevaart
In 2024 steeg de uitstoot door industrie in Nederland met 1,2 miljoen ton CO₂. Die verandering is te zien bij Tata Steel. Door onderhoud aan een hoogoven stootte het bedrijf in 2023 relatief weinig uit, maar in 2024 was de uitstoot weer op hetzelfde niveau als in 2022: 5,9 miljoen ton CO₂. In 2023 was dat 4,5 miljoen ton.
De stijging van Nederlandse uitstoot zal vermoedelijk nog toenemen. Voor het eerst tellen ook de afvalverbrandingsinstallaties en zeevaart mee in het Europese emissiehandelssysteem in 2024. Beide sectoren heeft de Emissieautoriteit nog niet opgeteld. Van de zeevaart zijn nog niet alle gegevens verwerkt.
Luchtvaartuitstoot stijgt
In de Nederlandse luchtvaartsector werd de hoogste uitstoot ooit waargenomen. ETS-luchtvaartbedrijven stootten in 2024 3,1 miljoen ton CO2 uit, een stijging van 17 procent ten opzichte van het jaar ervoor. In 2019 werd in die sector 200.000 ton minder CO₂ uitgestoten.
„De luchtvaartmaatschappijen hebben weliswaar meer biobrandstoffen ingezet, waarvan de uitstoot niet meetelt voor het EU-ETS, maar dat is met 1,4% van de uitstoot niet genoeg om het hogere aantal vluchten te compenseren”, schrijft het NEa.