Nederlanders zeggen wel dat ze duurzame producten willen kopen, maar ze doen het niet

Reportage

Duurzaam gedrag Nederlanders kopen weinig duurzame producten, blijkt uit onderzoek. In de milieustraat in Tilburg beamen ze dat. „De ballonnen had ik bij AliExpress besteld. Sssst!”

Linda Godschalk gooit een rol tapijt in de container van de milieustraat.
Linda Godschalk gooit een rol tapijt in de container van de milieustraat. Foto Flip Franssen

Welke spullen het meest naar de kringloop worden gebracht? Hij ziet héél veel schaaltjes, vaasjes, beeldjes. Vaak van winkels als Action of AliExpress. Mensen willen hun huis leuk decoreren. Na een tijdje zijn ze de decoratie zat. Brengen ze de oude spulletjes naar de kringloop. Kopen ze nieuwe. Dan gaan die nieuwe spulletjes vervelen. Enzovoorts.

„Mensen maken zich gelukkig met spulletjes”, zegt Piet Bertens. Hij is teamleider bij La Poubelle, een keten van kringloopwinkels in Tilburg en omgeving. Hij zit in de kantine van de milieustraat in Tilburg. Het is een druilerige aprilochtend. Buiten zie je auto’s met gevulde aanhangers een heuvel oprijden. Daar staan talloze open containers waar de bezoekers hun oude spullen in gooien. ‘Rollpackers’ – een soort enorme massagerollers met scherpe punten – duwen de inhoud van de containers plat. Zo kunnen er meer spullen bij.

Foto Flip Franssen

La Poubelle heeft een inzamelpunt op de milieustraat. Voordat de auto’s de heuvel oprijden, kunnen spullen hier gered worden van de rollpackers. In dezelfde loods worden van afgedankt hout en metaal nieuwe producten gemaakt door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Bezoekers zijn blij als ze hun gebruikte spullen een nieuw leven kunnen geven, zegt Bertens. Dat blijkt ook uit een onderzoek dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vorige week publiceerde. Het zocht uit tot welk duurzaam gedrag Nederlanders bereid zijn en welk duurzaam gedrag ze ook daadwerkelijk vertonen. Veel Nederlanders zijn bijvoorbeeld bereid om spullen weg te geven voor tweedehands gebruik en velen doen dat ook. Hetzelfde geldt voor het scheiden van afval, dat in de milieustraat gebeurt. Elke container op de heuvel is bestemd voor een ander soort materiaal.

Wat veel Nederlanders niet doen, terwijl ze zéggen dat ze het wel willen doen, is het kopen van duurzamere producten. Veel Nederlanders zijn bijvoorbeeld niet bereid tot het kopen van tweedehands en refurbished producten.

De woordkeuze doet ertoe

Dat veranderen, begint bij het gebruiken van andere woorden, denkt Guus Waltmans, teammanager bij BAT, het afvalbedrijf dat de milieustraat runt. Hij is met Bertens van de kantine naar de grote loods gelopen waar de kringloopinzameling plaatsvindt. Hier in de milieustraat hebben ze het niet over ‘afval’, maar over ‘grondstoffen’, zegt Waltmans. „En ik betrap jou erop dat je het hebt over de ‘stort’, zoals veel mensen de milieustraat nog noemen. Terwijl wij hier al aan het nadenken zijn over een andere term voor ‘milieustraat’. Willen we de nadruk niet leggen op circulariteit?”

Hier in de milieustraat hebben ze het niet over ‘afval’, maar over ‘grondstoffen’, zegt de teammanager

Daarnaast moet je mensen meer laten zien van die circulariteit, volgens Waltmans. Niet alleen ‘de voorkant’, het inzamelen. Hier in de loods kun je meteen ook zien wat er van je afgedankte hout gemaakt kan worden: een degelijke eettafel, of een insectenhotel.

Er komt een oranje auto met aanhanger de loods binnenrijden. Een grijze man stapt uit. Twee medewerkers van de kringloopinzameling helpen hem zijn aanhanger uitladen en kijken wat ze nog kunnen verkopen. Dat gaat in kartonnen dozen of in één van de twee blauwe containers. De rest gaat door naar de milieustraat.

Er is een magnetron. Boekenplanken. Een bureaulamp. „De meeste spullen komen van mijn dochter”, zegt Ton (72, hij wil niet met zijn achternaam in de krant). „En dat ze alles zomaar wegdoet, vind ik niet echt duurzaam, moet ik zeggen.” Hij lacht. „Neem nou die keurig nette boekenplanken. Maar ja, ze wil ze niet meer. Ze is verhuisd. Het moet weg.”

Buiten, op de heuvel, staan bezoekers hun auto’s en aanhangers uit te laden. Medewerkers helpen hen de juiste container te vinden voor hun spullen. Er staat muziek op: I Can’t Dance van Genesis.

De amicale Linda Godschalk (48) heeft een droogtrommel bij zich, en rollen tapijt, want de wasmachine overstroomde. Zul je altijd zien: het gaat allemaal tegelijk kapot! Of ze zichzelf duurzaam vindt? Nou, nog lang niet genoeg. Ze koopt bijna al haar kleding tweedehands en kijkt altijd eerst op Marktplaats voordat ze iets nieuws koopt.

Foto’s Flip Franssen

En ze gaat geen nieuwe droogtrommel kopen. Gewoon de was aan een droogrek. Maar ze koopt geen gerecycled toiletpapier, en ze doet haar boodschappen ook niet plasticvrij. Terwijl ze die zeedieren zo zielig vindt, met „al dat plastic aan hun kop”.

„We hebben over twee weken een feestje, ik had heel veel ballonnen nodig.” Ze begint te fluisteren. „Bij AliExpress besteld. Sssst!” Ze kijkt schuldbewust. „Dan moet het helemaal uit China komen. Zeg ik tegen mijn man: ‘O nee, mijn CO2-afdruk wordt nu wel héél groot.’ Dan zegt-ie altijd tegen mij: ‘Die boot ging toch al.’ En dan voel ik me minder schuldig.”

Niet zo duurzaam

„Als ik heel eerlijk ben, vind ik mezelf niet zo duurzaam”, zegt Vera van Duren (36) – blond haar en een bril. Uit een kartonnen doos haalt ze kunststof platen met prints – van het museum waar ze werkt – en gooit die in een container. „Ik rijd meerdere keren per week met een dieselauto naar Arnhem. Qua eten mag ik ook wel wat beter opletten wat ik doe.”

Van Duren denkt dat je pas écht duurzaam gaat doen, als je er „gelijk een groot, praktisch voordeel uit haalt”. „Wij wonen in een jarendertighuis. Een krot, een krót. We zijn het nu flink aan het isoleren, dus we zijn megaduurzaam bezig. Maar dat wordt ook wel sterk gevoed door het feit dat we anders zitten te vernikkelen en het huis praktisch onleefbaar is.”

En er is nog een andere prikkel, denkt Van Duren. „Gewoon keihard afstraffen als je niet duurzaam doet, want ik denk dat we met z’n allen gewoon veel te lui zijn om dit probleem uit onszelf goed aan te pakken. Dus kom maar op met die verschrikkelijke, pijnlijke, beperkende maatregelen.”