Nederlanders vrezen Duitse windmolens: ‘Ik ben bang voor het geluid. Ik ben bang voor de slagschaduw’

De tranen staan haar in de ogen. „Ik slaap niet meer”, vertelt Rolendis Stemerdink. „Ik ben echt helemaal KO.” Ze woont met haar man Frank op honderd meter van de grens met Duitsland en heeft onlangs gehoord dat binnenkort misschien langs drie kanten van hun woonboerderij Duitse windmolens worden gebouwd. Van bijna 250 meter hoog.

Frank Stemerdink: „Dit is mijn geboortehuis. We zijn dankbaar dat we hier mogen wonen. En dat pakken de Duitsers ons nu af. Wat gaat ons overkomen? Ik ben bang voor het geluid. Ik ben bang voor de slagschaduw.” Zijn vrouw Rolendis: „De Duitsers hadden gehoopt dat ze de plannen geruisloos konden laten passeren, omdat hier niet veel mensen wonen. Nou, dan ben je bij ons verkeerd.”

De omwonenden in het Gelderse Ratum vernamen bij toeval de plannen. Dat was toen buurman Peter Aarnink, die in het coulissenlandschap van de Achterhoek nóg dichter bij de grens met Duitsland woont, tijdens een intrekkersmoal, ofwel een housewarming, van iemand te horen kreeg dat werd beoogd zes tot negen windmolens pal langs de grens bij Ratum te bouwen. Er waren al voorlopige contracten met grondeigenaren gesloten. „Ik vind niet dat je zo met je buren om kunt gaan”, zegt Aarnink. „We worden niet geïnformeerd over plannen om die windmolens op de grens te zetten, zodat de Duitsers er zelf het minste last van hebben. Het is onbeschoft.”

Bij de familie Stemerdink komen de windmolens, die hier en daar binnen honderd meter van de grens staan ingetekend, op 630 meter afstand te staan. Frank, timmerman van beroep, vindt het een „idioot” plan. „Het is alsof ik een schutting van vijf meter hoog op de grens met mijn buurman zet en hij daardoor geen zon meer krijgt.” Rolendis: „Het is hier stil. Het is hier donker. Straks kun je nergens meer weg kijken. En dan doen ze net alsof ze niet snappen waar wij ons druk om maken, dat vind ik nog het ergste.” Dat omwonenden een jaarlijkse vergoeding van 2.500 euro krijgen, interesseert hen niets. „De rust is ons veel meer waard”, zegt Frank.


Lees ook
Windturbines dicht bij huizen: ondanks protest komen ze er tóch

<strong>Amsterdam krijg 17 nieuwe windturbines van 150 meter hoog</strong>. Door een aanpassing van de geluidsnorm kunnen ze straks tot op 350 meter van huizen worden gebouwd.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2023/12/nederlanders-vrezen-duitse-windmolens-ac280c298ik-ben-bang-voor-het-geluid-ik-ben-bang-voor-de-slagschaduwac280c299.jpg”><br />
</a> </p>
<h2 class=Recente conflicten

De kwestie in Ratum is een van de vele recente conflicten langs de grens met Duitsland. Het buurland heeft sinds het dit jaar alle kerncentrales buiten werking stelde, zijn oog laten vallen op nog veel meer windmolens, ofwel Windenergieanlagen. Om een fikse slag te slaan, heeft de Bondsregering vorig jaar bepaald dat turbines vooropig ook in beschermde landschappen, de zogenaamde Landschaftsschützgebiete, mogen worden gebouwd – mits het gebied niet hoort tot Natura 2000-netwerk of tot werelderfgoed wordt gerekend. Dit betekent dat zonder specifiek gemeentelijk windmolenbeled de turbines ook langs de Nederlandse grens kunnen worden gebouwd. Wel is het aan de bevoegde autoriteit te onderzoeken of in Nederland schadelijke milieu-effecten optreden – bijvoorbeeld door lawaai of schaduwwerking van de rotorbladen – met gevolgen die voor de betrokken burgers onredelijk zijn, legt Martin Gellermann uit, advocaat en specialist in het Duitse omgevingsrecht. Intussen zijn Duitse deelstaten verplicht een deel van hun grondgebied beschikbaar te stellen voor het gebruik van windenergie. En ze moeten daarvoor een plan maken. Deze plannen zijn nog niet van kracht, moeten volgend jaar klaar zijn en het is niet duidelijk of de windmolens nabij Winterswijk ook in dat nieuwe plan toegestaan zouden worden. Wel wijst het verantwoordelijke district Münster erop dat 2 procent van het landoppervlak van Duitsland uiterlijk eind 2026 voor windenergie beschikbaar moet komen en dat Münster daarvoor „ongeveer 12.670” hectare moet reserveren. Helemaal nieuw is dat gegeven niet, stelt een woordvoerder van het districtsbestuur: „Alle windenergiegebieden in de omgeving van de grens zijn bij de Nederlandse gemeenten bekend.”

Vlak over de grens bij Winsterswijk staan zeven windmolens op Duits grondgebied.
Foto Eric Brinkhorst

Felle strijd in Overijssel

Ook noordelijker langs de Duitse grens lopen de gemoederen hoog op. In het Overijsselse Hardenberg woedde eerder een felle strijd om windmolenplannen. Gemeentelijke plannen werden afgeblazen, nadat was gebleken dat werd samengewerkt met een Duitse gemeente die óók windmolens wil plaatsen. „Wij proberen met de Duitsers in contact te blijven, wij vinden het belangrijk dat zij met onze inwoners rekening houden”, aldus een woordvoerder van de gemeente. Wat ertegen te doen is? Hardenberg verwijst naar het Verdrag van Meppen, uit 1824, dat verbiedt binnen een zone van 376 meter van de Nederlands-Duitse landsgrens te bouwen. Op dat verdrag kunnen de Nederlanders zich wellicht beroepen.

Ook in het Twentse Losser hebben veel inwoners stelling genomen tegen plannen voor de bouw van windmolens, zowel aan de Nederlandse als Duitse kant van de grens. „Onze Duitse buren de lusten, wij de lasten? Laat het niet zover komen”, aldus een ruim vijfhonderd keer ondertekende petitie. „De plannen zijn al vrij concreet”, zegt Lies ter Haar, raadslid van de lokale partij Burgerforum die zich verzet tegen de plannen. Ter Haar: „Er zijn plannen voor de bouw van zes turbines van 250 meter hoog. Die hebben een enorme impact op de kwetsbare natuur in de omgeving. Ook de effecten op de gezondheid zijn nooit goed onderzocht. Een goede naober houdt rekening met de buren, maar dat gebeurt hier niet. We hebben er als Nederlanders geen grip op. Het enige wat kan helpen, is een massaal protest.”

Veelal worden de Duitsers ervan beschuldigd windturbines bewust langs de grens te bouwen. Omgekeerd hoor je dat verwijt ook weleens over windmolens die Nederland in grensgebieden heeft gebouwd. „Die handelwijze is schering en inslag”, zegt voorzitter Fred Jansen van het Nationaal Kritisch Platform Windenergie. Dat strijdt al jaren tegen windenergie omdat die „een verwaarloosbare bijdrage aan de oplossing van onze energie- en klimaatproblemen zal kunnen leveren”, terwijl daar volgens de club tegenover staat dat windturbines „afbreuk doen aan de kwaliteit van de open ruimte en het landschap, ernstige effecten hebben op de woon- en leefomgeving van omwonenden, en zeer veel gemeenschapsgeld kosten”. Jansen: „Het is zeker geen toeval dat veel turbines langs grenzen worden geplaatst, ook door Nederlandse gemeenten trouwens. Daarvoor is het voordeel te groot.”

Werkgroep Ratum biedt een petitie aan aan de burgemeester van de Duitse grensgemeente Sudlohn, teneinde het plaatsen van windmolens te voorkomen.

Foto Eric Brinkhorst

Vlieginstructeur en raadslid

Eind november, woensdagavond. Tijd om actie te voeren. Samen met ongeveer honderd andere omwonenden staat Frank Stemerdink uit de Gelderse buurtschap Ratum op de stoep van het Rathaus van de Duitse buurgemeente Südlohn. Daar vergadert de gemeenteraad over de plannen. Voorafgaand krijgt burgemeester Werner Stödtke een petitie aangereikt – inmiddels 1.500 keer ondertekend – door actieleider Chiel Stemerdink (geen familie). Hij is vlieginstructeur en gemeenteraadslid in Winterswijk, de gemeente waar Ratum en andere bedreigde kernen onder vallen.

In uitstekend Duits geeft Stemerdink de burgemeester via een megafoon te verstaan dat het geen pas geeft als gemeente mee te werken aan het verlenen van vergunningen, terwijl pal over de grens, in Nederland, Europees beschermde natuurgebieden liggen en het gebied waar de windmolens vanuit Duitsland hun schaduw over zouden werpen, eerder werd uitgeroepen tot Nationaal Landschap.

raadslid/actievoerder in het Twentse LosserLies ter Haar We hebben er geen grip op. Het enige wat kan helpen, is een massaal protest

Voor dat gebied rond Winterswijk, dat jaarlijks vele honderdduizenden bezoekers trekt, geldt bovendien een moratorium op de bouw van windmolens. Stemerdink: „Meewerken is alsof alle alarmlichten op het dashboard van je auto branden en je toch door blijft rijden.”

Een andere actieleider, Karin Pierik, valt hem bij en stelt dat huizen „onverkoopbaar” worden, omdat „niemand naast zulke windmolens wil wonen”. Ze stelt dat Duitsers en Nederlanders langs de grens „nu nog goede buren” zijn. „Maar als de windmolens er komen, zal dat veranderen.” Andere demonstranten wijzen op de schadelijke effecten voor kraanvogels en oehoes, en op hinder voor het vliegverkeer bij een regionale luchthaven.

actieleiderKarin Pierik We zijn nu goede buren, maar als de windmolens er komen, zal dat veranderen

Dan krijgt burgemeester Stödtke de megafoon. Hij legt geduldig uit dat de gemeente zélf geen plannen heeft om windmolens te bouwen, dat er nog weinig zeker is en dat als de demonstranten de bouw willen tegenhouden, ze zich bij andere overheden zouden moeten melden. „De mogelijkheden van onze gemeente om invloed uit te oefenen, worden overschat.”

Ook legt hij uit dat waar in Nederland omwonenden gewend zijn snel te worden geïnformeerd, in Duitsland eerst een voorlopig contract met grondeigenaren wordt gesloten. Pas daarna, als blijkt dat een windmolenplan enige kans van slagen heeft, worden de omwonenden geïnformeerd.

De belangen van een ander land

De raadsvergadering vindt plaats in een krappe zaal, waar de Nederlandse demonstranten zich pal achter de raadsleden hebben opgesteld en gedurende de vergadering niet wijken. Uiteindelijk onthouden alle partijen in de gemeenteraad zich van stemming over de toelating van de aanvraag tot de vergunningprocedure. Het komt erop neer dat ze de bezwaren van de Nederlanders goed begrijpen, maar dat ze ook gehouden zijn aan de Duitse wet en moeten meewerken aan procedures die andere overheden in gang hebben gezet.

Een week later blijkt dat de raad alsnog ‘nee’ durft te zeggen tegen de plannen, omdat die raken aan de belangen van een ander land – plannen die wel degelijk nog kunnen doorgaan als hogere Duitse overheden zich daarvoor uitspreken. Actieleider Chiel Stemerdink is niettemin tevreden. „Dit is het beste resultaat dat we konden krijgen.”


Lees ook
Windmolens blijven populair, maar het lukt producenten niet om winst te maken

Een windturbine van het windpark Borssele, voor de kust van Zeeland.


Leeslijst