N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Onderzoek RIVM De trend is onmiskenbaar volgens het RIVM: Nederlanders zijn gezonder gaan eten. Meer plantaardig voedsel, minder vlees.
Nederlanders gaan steeds gezonder eten. Meer groente en fruit, meer thee, minder vlees en minder gesuikerde drankjes. De voorzichtige aanzet die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vier jaar geleden zag, is de afgelopen jaren doorgezet.
Het RIVM liet tussen 2019 en 2021 3.500 Nederlanders twee dagen bijhouden wat ze aten. De onderzoekers bekeken ook of mensen zich aan de richtlijnen voor goede voeding van de Gezondheidsraad hielden. Deze donderdag brengen zij de resultaten van de nieuwe voedselconsumptiepeiling naar buiten.
De consumptie van groente, bleek uit de peiling, stijgt van gemiddeld 128 naar 163 gram per dag. Het advies is 200 gram groente per dag. Het percentage Nederlanders dat dit haalt, is met 29 procent nog steeds klein, maar wel bijna een verdubbeling ten opzichte van de vorige peiling, die tot 2016 liep.
Waar het RIVM vorige keer nog voorzichtig formuleerde, zien de onderzoekers nu duidelijk een stevige ontwikkeling in de richting van gezonder eten en drinken. „Vooral de verschuiving van dierlijk naar plantaardig eten springt eruit”, zegt RIVM-onderzoeker Caroline van Rossum.
Het onderzoek viel precies in de coronaperiode, waarin mensen veel minder buiten de deur konden eten. Of dit hielp om gezonder te eten, kan Van Rossum niet zeggen. „We hebben deelnemers wel gevraagd of ze zelf dachten dat ze anders aten dan voor de pandemie. Zo’n tachtig procent gaf aan dat hun eetpatroon normaal bleef, 12 procent zei gezonder te eten en 9 procent at minder gezond. De pandemie kán effect hebben gehad, maar dan zal het in elk geval beperkt zijn.”
Minder dan eens per week vis
De trend mag dan laten zien dat er gezonder gegeten wordt, maar de meeste Nederlanders slagen er nog steeds niet in om de voedingsrichtlijnen te volgen. Volkorenbrood en granen gaan nog wel: daarvan haalt de helft van de Nederlanders de aanbevolen 90 gram per dag.
Maar één keer per week vis, en elke dag 200 gram groente en 200 gram fruit is al een stuk lastiger. En amper 10 procent van de Nederlanders eet keurig elke dag het aanbevolen handje ongezouten noten en zaden.
Opvallend is vooral dat Nederlanders veel minder rood en bewerkt vlees zijn gaan eten. Het RIVM ziet sinds 2010 een daling van 21 procent. Dit is opmerkelijk omdat Wageningen Economic Research (WUR), dat elk jaar de vleesconsumptie meet, in ruim tien jaar nauwelijks een daling zag, en in 2021 zelfs een lichte toename.
Het RIVM gaat dat verschil samen met de WUR onderzoeken. Beide instituten meten anders: WUR kijkt naar de hoeveelheid vlees die op de markt komt, het RIVM laat mensen zelf rapporteren wat ze eten en drinken. Maar zelfs als ze minder vlees opgaven dan ze aten, verklaart dat niet het grote trendverschil.
Het RIVM ziet overigens nog steeds verschillen tussen groepen Nederlanders als het om vlees gaat.
Vleesvervangers
Lageropgeleide volwassenen eten meer rood en bewerkt vlees (92 gram per dag) dan hogeropgeleiden (57 gram), en dat verschil werkt door bij hun kinderen. Vrouwen aten al minder vlees en de daling was bij hen de laatste jaren ook nog iets sterker dan bij mannen. Volwassen mannen (18-69 jaar) aten tussen 2019 en 2021 gemiddeld 90 gram rood en bewerkt vlees, zoals biefstuk en worst. Vrouwen aten gemiddeld nog minder vlees dan kinderen en zitten nu op 56 gram rood en bewerkt vlees per dag.
Hogeropgeleiden eten dubbel zo veel vleesvervangers. Overigens zijn die weliswaar (grotendeels) plantaardig, maar niet per definitie gezonder. De Gezondheidsraad adviseert om niet te veel rood en bewerkt vlees te eten omdat dit een hoger risico geeft op beroerte, diabetes, darm- en longkanker. Vleesvervangers bevatten soms dan weer te veel zout of te weinig eiwit.
Gemiddeld 3 kilo eten per dag
Het RIVM ziet in de cijfers geen consumptiekloof tussen de Randstad en daarbuiten, of tussen stad en platteland. Als er al verschillen zijn, zijn ze klein. In het westen worden iets meer groenten en peulvruchten gegeten dan in het oosten van Nederland, en iets minder aardappelen. Maar hoewel de individuele verschillen tussen mensen groot kunnen zijn, eten mensen in alle windstreken, in de stad of op het platteland, in grote lijnen min of meer hetzelfde.
Behalve de switch van dierlijk naar plantaardig ziet het RIVM nog een andere gunstige trend: Nederlanders drinken veel minder frisdrank en vruchtensap dan voorheen, drankjes met veel suiker. Dat ging van 382 gram in 2016 naar 240 gram nu. Grofweg van anderhalf naar één blikje cola. Nederlanders drinken nu meer water en thee.
In kilo’s eten Nederlanders nog net zo veel als ze deden in 2016: 3,1 kilo per dag.