Nederland voert asieldebat over EU-beleid waar de politiek nauwelijks over gaat, zegt docent migratierecht

Zelden was de politieke eensgezindheid over de wens tot een strenger asielbeleid zo groot. Toch viel het kabinet-Schoof vorige week juist op dit dossier. Een belangrijk breekpunt was de vraag of de eisen van Geert Wilders, zoals een ‘asielstop’, juridisch uitvoerbaar zijn. Een Kamermeerderheid wil de lopende asielwetsvoorstellen alsnog behandelen, maar de vraag blijft hangen: hoeveel ruimte heeft de Nederlandse politiek eigenlijk om het nationale asielbeleid aan te scherpen?

Weinig, zegt Marc Klaassen, universitair docent migratierecht aan de Universiteit Leiden en lid van de onafhankelijke Adviesraad Migratie. „Politici discussiëren over knoppen waar ze zelf niet meer aan mogen draaien”, zegt hij. „Wie écht iets wil veranderen, moet in Brussel zijn.”

In hoeverre kan het Nederlandse asielbeleid nog strenger gemaakt worden?

„Ik schat dat 95 procent van het asielrecht is vastgelegd op Europees niveau. In die 5 procent die niet is vastgelegd, probeert de landelijke politiek nu het verschil te maken. Door plannen te opperen die het iets onprettiger maken voor asielzoekers. Sobere opvang, rechten van vreemdelingen inperken – maatregelen die de sfeer wel guurder maken, maar aan de kern van het beleid niets veranderen.”

Marc Klaassen is universitair docent migratierecht en lid van de Adviesraad Migratie.

Foto Monique Shaw

Waarom is er nog zo weinig beleidsruimte over?

„Toen we in Europa begonnen met het wegnemen van de grenzen tussen lidstaten, was het idee dat je ook een gemeenschappelijk asielbeleid moet hebben. Omdat lidstaten anders zelf steeds strengere regels zouden maken om minder aantrekkelijk te worden als vestigingsland. Dan krijg je een race to the bottom.

„Dat gelijke speelveld is alleen nooit bereikt. De bevoegdheden zijn grotendeels overgedragen, maar tegelijkertijd is er een negatieve competitie op gang gekomen tussen lidstaten over wie het strengste beleid voert. Zo verklaart Duitsland dat het asielzoekers aan de grens gaat weren. Dat gaat lijnrecht in tegen het EU-recht. Maar Duitsland blijft het doen. Het gevolg is dat Nederland het ook wil. Terwijl iedereen van tevoren weet: dit gaat sneuvelen. Het zijn schijnmaatregelen.”

Waarom worden die dan toch genomen?

„Om streng over te komen. Daarnaast heb je plannen die misschien wel kunnen, maar weinig zullen uitrichten. Zoals het plan om verblijfsvergunningen voor onbepaalde tijd af te schaffen. Dat kun je doen. Maar wie langere tijd in Nederland verblijft, zal via EU-recht alsnog een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd kunnen krijgen. Dus het is voor een groot deel een symbolische maatregel. En dat geldt voor veel meer asielplannen die nu door de politiek worden bedacht. Het probleem is dat je het Nederlandse asielrecht niet veel strenger kúnt maken, maar die boodschap lijkt in de Tweede Kamer niet door te dringen.”


Lees ook

VVD, NSC en BBB verdelen demissionaire ministerspost Asiel en Migratie in drieën

Dilan Yesilgoz (VVD), Caroline van der Plas (BBB) en Nicolien van Vroonhoven (NSC) na afloop van het coalitieoverleg over verdeling van het  asielministerie.

Op Europees niveau wordt het beleid nu wel aangescherpt, door het nieuwe Migratiepact.

„Zeker. Het Migratiepact gaat onder meer over hoe je aan de buitengrenzen omgaat met asielzoekers. Niet dat ik er zelf groot voorstander van ben, maar daar kun je wel het verschil maken. Door met procedures mensen bij de grens van de EU al tegen te houden, en te zorgen dat ze niet kunnen doorreizen. Dan komen asielzoekers die geen kans maken op asiel ook niet aan in Nederland. Dat maakt het écht strenger.”

‘De politiek zet in op symbolische plannen, en laat de uitvoering een beetje in de steek’

En wat kan er op nationaal niveau dan nog wel gedaan worden?

„Nationaal zou je moeten kijken hoe de wetgeving in de praktijk uitpakt. De gemiddelde behandelduur van een asielaanvraag is meer dan een jaar. Als je het strengste asielbeleid ooit wil, zou je ervoor moeten zorgen dat een asielzoeker die niet in aanmerking komt voor bescherming, binnen een week door die procedure is. En dat de beroepsprocedure binnen twee weken daarna is afgerond. Zodat je meteen kunt overgaan op uitzetting. Dat zou kunnen helpen om overlast te beperken. Maar de politiek zet in op symbolische plannen, en laat de uitvoering een beetje in de steek. Dat verbaast mij wel.”

Een andere zwakte in het asielsysteem is dat het moeilijk is om uitgeprocedeerde asielzoekers uit te zetten.

„Dat klopt, veel uitgeprocedeerde asielzoekers houden zich niet aan hun vertrekplicht. Ook het terugkeerbeleid is geregeld binnen de EU. De Europese Commissie heeft onlangs voorgesteld om de Terugkeerrichtlijn strenger te maken. Sommige ideeën die Nederland daar in wilde hebben, zoals het idee dat je vreemdelingen kunt terugsturen naar een ‘terugkeerhub’ buiten Europa, zijn er ook in beland. Daar hebben staatssecretaris Van der Burg en minister Marjolein Faber voor gelobbyd in Brussel.”

Dus in dat opzicht heeft het gevallen kabinet toch iets bereikt?

„Ja. Alleen moet die verordening nog wel door het Europees parlement. Dus voordat het daadwerkelijk van kracht is ben je wel een tijdje verder. En als je de verkiezingen wil winnen, heb je die tijd waarschijnlijk niet.”


Lees ook

Grip op migratie. Kan dat eigenlijk wel?

Grip op migratie. Kan dat eigenlijk wel?