Het Nederlands elftal heeft de eerste wedstrijd in de Nations League gewonnen. De ploeg van bondscoach Ronald Koeman versloeg in het Philips-stadion in Eindhoven Bosnië en Herzegovina met 5-2. Oranje gaf de twee tegendoelpunten makkelijk weg.
Basisdebutant Joshua Zirkzee opende in de dertiende minuut met een achterwaartse kopbal de score. Ermedin Demirovic maakte in de 27e minuut gelijk. Tijjani Reijnders zorgde er met de 2-1 voor dat Oranje alsnog met een voorsprong ging rusten.
Ook na de pauze was Nederland beter. Cody Gakpo zorgde voor 3-1 en een grote overwinning leek aanstaande. Na een fout van Matthijs de Ligt verkleinde Edin Dzeko in de 73e minuut de achterstand weer tot 3-2. Invaller Wout Weghorst en Xavi Simons stelden de zege voor Oranje daarna veilig.
Nederland speelt dinsdag de tweede groepswedstrijd, in Amsterdam tegen Duitsland.
Slecht nieuws voor het klimaat: terwijl hun kennis over duurzaamheid is toegenomen, leidt dit bij jongeren niet tot het maken van meer duurzame keuzes. Sterker nog: het gedrag van jongeren was in 2024 minder duurzaam dan in de jaren daarvoor. Ze maken zich ook minder zorgen om het klimaat dan een paar jaar geleden.
Dit bleek vorige week uit een onderzoek van Ipsos I&O onder Nederlanders van achttien jaar en ouder. De afname van bezorgdheid over het milieu is het grootst binnen de jongste groep, jongeren van 18 tot 24 jaar. In 2019 gaf 71 procent van deze leeftijdsgroep aan zich zorgen te maken over het klimaat. In 2025 ligt dat percentage op 66 procent, nog altijd relatief hoog. In Nederland maakt ongeveer 61 procent van alle mensen zich zorgen om het klimaat.
Actuele kwesties als de oorlog in Gaza en de wooncrisis bezorgden jongeren meer hoofdbrekens dan de verandering van het klimaat. Pas toen de enquêteurs doorvroegen, kwam het klimaat als onderwerp naar boven.
Bij veel jongeren bestaat het idee dat het weinig uithaalt wat zij als individu doen of laten. Wat ook niet meehelpt, is dat de mogelijk rampzalige gevolgen van klimaatverandering zich niet vandaag of morgen openbaren, zoals de wooncrisis nu al velen treft, maar pas over jaren of decennia. Voor jonge mensen, die aan het begin staan van een zelfstandig leven en eindelijk dingen kunnen doen waarnaar ze al lang uitkijken, is het koppelen van kennis over duurzaamheid aan duurzaam gedrag dan niet eenvoudig.
Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau bleek eerder al dat mensen met een hbo- of wo-opleiding minder duurzaam gedrag vertonen dan de rest van Nederland, terwijl zij juist beter weten welke gevaren er met klimaatverandering gemoeid zijn. Zo openbaart zich de paradox dat Nederlanders die zich realiseren dat het slecht gaat met het klimaat (hogeropgeleiden) en Nederlanders die het meeste last gaan hebben van die klimaatverandering (jongeren) er niet toe overgaan hun gedrag aan te passen.
Dat zou een reden kunnen zijn om smalend te concluderen dat verbaal beleden engagement met klimaat niet veel meer is dan hypocrisie, maar die gevolgtrekking gaat te kort door de bocht. De maatschappij is zo ingericht dat het niet eenvoudig is om klimaatvriendelijke keuzes te maken.
Het is dan ook goed dat gemeentes reclames gaan verbieden voor activiteiten waaraan fossiele brandstoffen te pas komen. Reclames voor roken zijn ook uit de openbare ruimte verdwenen, terwijl het mensen nog steeds vrijstaat een sigaret op te steken. Zo is het ook met reclames van reisbureaus: de burger wordt niet beperkt in zijn keuzes, maar krijgt ook niet de hele tijd aanbiedingen te zien om voor een appel en een ei naar de zon te vliegen.
Wat betreft dat laatste: op deze plaats is al eerder betoogd dat in Europa belasting op kerosine moet worden geheven, net als op andere brandstoffen. Als het al niet is om vliegen te ontmoedigen, dan in ieder geval om de kosten die gemoeid gaan met klimaatverandering bij een vlucht in te prijzen. Ook moet haast worden gemaakt met de aanleg van betrouwbare en betaalbare internationale treinverbindingen.
Dit zijn allemaal maatregelen die het voor de Nederlander – jong, maar ook oud – makkelijker maken om klimaatvriendelijk gedrag te vertonen. Uiteindelijk blijft dit een individuele keuze van iedere burger: welke praktische consequenties verbind ik aan mijn overtuigingen?
Aan de meeste strafzaken die ik voor de maandagrubriek ‘de Zitting’ in NRCbijwoon, hou ik hooguit indrukken over. Dat in doorsneezaken het gros van de verdachten impulsief handelde, uit hebzucht, uit agressie, onder invloed of uit lust. Zelden is er nagedacht. Hooguit was er een vluchtige gedachte over straf- of pakkans. De veronderstelling er wel ‘mee weg te komen’ of het foutieve idee dat ‘dit wel kon’.
Verontrustend veel verdachten blijken laag begaafd, analfabeet of anderszins maatschappelijk over het randje gevallen. Ooit zag ik een psychiatrische patiënt berecht worden, die om de paar minuten aan de rechter vroeg of ze „nu naar huis mocht”, zijnde een kamer in een inrichting.
Wat meer blijvende indruk maakt zijn verkeersmisdrijven met dodelijke afloop. Daar gaat het over roekeloosheid versus onvoorzichtigheid en zit de verdachte vaak even diep in de put als de nabestaanden. Sterven in het verkeer is zo’n beetje de rauwste overrompeling die het leven voor de oppassende burger in petto kan hebben. En werkelijk iedereen met een autosleutel in z’n zak kan ermee voor de strafrechter komen, weet je dan na afloop. Schuld zit hier in een heel klein hoekje.
In de lijsten voor de pers met zittingsinformatie van de elf rechtbanken kies ik bij voorkeur voor cybercrime (in opkomst), ‘witte boorden’ (zeldzaam) en ‘beroeps’ (idem). Die zijn meestal te herkennen aan de lijsten met te laste gelegde delicten, in tijd en locatie verspreid. Kennelijk kozen die bewust voor het ‘verkeerde pad’. Het etiket ‘criminelen’ past daar beter bij dan bij de doorsnee sukkelaar in het strafbankje. Wie pleegt er nou koelbloedig zes inbraken achter elkaar? Omdat het loonde, makkelijk was, niemand je achterna ging? Waar verpats je de opbrengst, wie vertelt je waar je moet zijn?
Zo belandde ik dus bij een zaak met een ‘beroeps’ die me onverwacht niet losliet. De meervoudige strafkamer in Utrecht gaf vorige maand een medepleger van viermaal ‘oplichting met babbeltrucs’ her en der in Nederland zestien maanden cel, waarvan vier voorwaardelijk. Ik betrapte me er op dat ik dat weinig vond. Wat het overigens niet is – op rechtspraak.nl komt deze categorie ruimschoots voor. Dit vonnis past helemaal in de bandbreedte. De strafrechter heeft het keurig gedaan.
Ik had dat dus niet gekund. Destijds was ik na de zitting inwendig scheldend naar huis gegaan. Deze **** bleek gespecialiseerd in het beroven van 80-plussers. Die werden in soms uren durende telefonades met een nepmedewerker van ‘de politie’ of ‘de bank’ over acute dreiging van woningoverval, inbraak of bankfraude aangeraden om hun sieraden, elektronica of bankpas aan de deur af te geven. De verdachte kwam dan behulpzaam aan de deur. Zodat ‘de autoriteiten’ ze in veiligheid konden brengen, ‘in een kluis’ of ze ‘snel kon laten taxeren’ voor de verzekering. Etc.
Op de zitting had een medewerker van Slachtofferhulp uitgelegd hoe de slachtoffers er nu aan toe waren – en dat was niet best. Er was voor tienduizenden euro’s schade geleden, wat eigenlijk wegviel tegen de emotionele en psychologische klap die was uitgedeeld.
Daar ging het bij mij dus mis. Iedereen die ook mantelzorger voor een hoogbejaarde is geweest, ziet hoe een sterk en dierbaar familielid verandert in een hulpeloze, angstige en kwetsbare schim van vroeger. Zeker als de jaren écht vorderen. De afhankelijkheid wordt enorm, spullen van vroeger zijn een houvast, sieraden krijgen extra emotionele waarde, zeker als ze bij half vergeten hoogtij momenten horen. De paniek als er dan iets ‘kwijt’ is, is hartverscheurend. En er is dus voortdurend iets kwijt. Oude mensen verdwalen langzaam in zichzelf. Het naaste familielid is dan het laatste houvast. En die krijgt daar een tik van mee.
Dat maakte me ongeschikt om onbevooroordeeld deze strafzitting bij te wonen. En om iets van redelijkheid op te brengen voor de 22-jarige dader, die nieuw in Nederland is, nu ruzie met z’n vader heeft, schulden bij de ziektekostenverzekeraar en natuurlijk verkeerde vrienden, op Snapchat vooral, waar ze met geld zwaaien. Ook naar hem. Strafrechters en officieren zorgen er voor dat dit type jongens/klootzakken ongeveer hetzelfde wordt gestraft. De reclassering houdt ze daarna nog een poos in de peiling.
Misschien is deze jongen nog op het rechte pad te brengen, wat ik zou toejuichen. En voor iedereen ook het beste zou zijn. Maar aan vergeving ben ik nog niet toe. Dat kan ook nog wel even duren.
Schrijvers en medewerkers van uitgeverijen Atlas Contact en Ambo Anthos, zegt Geert Mak, „zitten in de buik van de walvis”. Die walvis is niet alleen het Nederlandse uitgeefconcern VBK, eigenaar van de twee grote uitgeverijen. Het is ook niet alleen Simon and Schuster, de Amerikaanse uitgeefreus die vorig jaar VBK overnam. Het is vooral KKR, het grote private equityfonds (in totaal goed voor ruim 700 miljard dollar aan investeringen) dat dáár weer achter zit. Een „financieringsmonster”, noemt Mak het.
Wat de zeker vijftig schrijvers en medewerkers maandagavond in een Amsterdams zaaltje over KKR te zeggen hadden, was volgens Mak, zelf ook aanwezig, dan ook als het „gepiep van kleine muisjes”. Zo’n „moloch”, zegt hij, „krijg je voor geen meter in beweging, dat voelt ongelooflijk machteloos.”
Lees ook
Lees ook: Eerst artiesten, nu vallen auteurs over KKR: schrijvers stappen op bij uitgevers om banden met Israël
Dat ze bijeenkwamen had alles te maken met ándere investeringen die KKR doet: in Israëlische datacentra, infrastructuur en organisaties die banden zouden hebben met illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Die investeringen hebben vooral in de muziekwereld de afgelopen tijd tot onrust geleid. Meerdere artiesten trokken zich recent terug van het festival Zwarte Cross, dat indirect ook weer eigendom is van KKR. Ook in het buitenland liggen festivals die worden georganiseerd door een bedrijf dat onder KKR valt onder vuur.
Dichter Diet Groothuis „schrok” toen ze las over de banden met KKR. Zij en andere auteurs bestookten de afgelopen weken hun redacteuren bij uitgeverijen, zegt ze. En die schrokken óók. Toen VBK werd overgenomen door Simon and Schuster hadden weinigen hun ogen ook gericht op de partij die daar weer achter zat. Dit, zegt auteur Daan Heerma van Voss, „is wat er gebeurt bij kleine bedrijven die opgaan in grotere bedrijven die opgaan in grotere bedrijven die opgaan in grotere bedrijven.” Je hebt er, zeggen hij en andere auteurs, helemaal geen grip meer op.
Heerma van Voss reageerde aanvankelijk cynisch op de hele kwestie. „Ik dacht: het eerste eurobiljet dat wij gebruiken dat niet gedrenkt is in bloed moet ik nog tegenkomen. Maar ik ben heel blij dat ik gegaan ben.” Tijdens de bijeenkomst bleken auteurs en uitgeverij namelijk aan dezelfde kant te staan. Ook de redacteuren met wie de auteurs hun boeken maken waren boos en voelden zich machteloos. Sommigen hadden recent nog meegelopen in de Rode Lijn-demonstraties in Den Haag. En nu bleek hun werkgever zelf omstreden banden te hebben met Israël?
Dreigen met vertrek
Een handjevol auteurs heeft inmiddels aangekondigd de uitgeverijen te verlaten: ze gaan geen nieuw boek uitbrengen, of willen wachten met publicatie tot de banden met KKR verbroken zijn. Andere schrijvers zouden dreigen met een vertrek, hoewel binnen de literaire wereld te horen is dat het maar afwachten is of die soep zo heet gegeten wordt als ze wordt opgediend. Onder hen is Freek de Jonge, die volgens aanwezigen tijdens de schrijversbijeenkomst verklaarde op te gaan stappen en na afloop zei het er nog met zijn vrouw Hella over te willen hebben. Hij werkt bij Atlas Contact aan een reeks memoires.
Van een vertrek wordt niemand wijzer, zegt Mak, „hoe goed bedoeld het ook is.” Hij heeft soms ook „de neiging een steen door de ruit te gooien”, zo machteloos voelt hij zich. „Maar we hebben als schrijvers een megafoon. We hebben een platform. Juist in een hele gevaarlijke periode als deze moeten we dat niet saboteren, maar kijken: kunnen we uit het moeras?”
Daar gaat een werkgroep van auteurs en uitgeverijmedewerkers zich nu over buigen. Een van de opties die dan op tafel komen is om uit het uitgeefconcern VBK te stappen. Dat is niet eenvoudig, maar ook niet onmogelijk: zo werd De Bezige Bij recent verzelfstandigd door een ander concern. Heerma van Voss: „Ik wil bij een ploeg horen die zich tegen die medeplichtigheid verzet. Als ze dat doen, dan vecht ik mee. Als ze dat niet doen, dan houdt het op. Ik denk dat dat voor veel mensen geldt.” Mak: „We proberen uit de buik van de walvis te klimmen.”